I. Circulatie
a. Anatomie
* Macroscopie
* Nefron
* Bloedvaten
* Macroscopie:
Mediaal Lateraal
Cursustekening: lateraal boven Cortex
Mediaal Onder Medulla
* Nefron:
1 miljoen per nier
Bestaat uit 2 delen: nierlichaampje en tubuli
Het nierlichaampje is gelegen in de cortex en bevat al het volgende:
Kapsel van Bowman
Ruimte van Bowman
Glomerulaire capillairen
Tubuli = geheel van buizen:
Proximale tubulus (sluit aan op het nierlichaampje en loopt van cortex naar medulla)
Lis van Henle (keert terug naar het nierlichaampje en maakt contact met de macula densa
Distale tubulus
Verbindingsbuisje
Verzamelbuis
,* Bloedvaten:
a. renalis (=zijtak van de aorta) mondt uit in een afferente arteriool (die bloed aanvoert)
Gc. = glomerulaire capillair. Deze mondt uit terug uit in een arteriool (efferent arteriool dat bloed
weg voert) en 90% blijft in de cortex
Peritubulaire capilairen = haarvaten rond de tubuli (in de cortex) 10% van het bloed gaat naar de
medulla.
Vasa recta (rechte bloedvaten) de capillairen monden uit in de venen
nl. de vena renalis
!!! BESLUIT => Al het bloed gaat eerst naar de glomulaire capillairen in de cortex en van daar
gaat het naar alle gebieden van de nier.
B. Nierdoorbloeding:
1. Detectie van het extracellulair volume
2. Regeling
INLEIDING:
RBF= renal blood flow = het volume bloed dat per tijdseenheid door de 2 nieren stroomt. De RBF
bedraagt 1L/min.
In rust pompt het hart 5L/min waarvan de nieren 20% krijgen. MAAR de nieren maken
0.5% uit van het lichaamsgewicht => De nieren krijgen veel bloed per tijdseenheid!!!
( Belang: er wordt veel gefilterd zodat het afval efficiënt uit het lichaam wordt verwijderd)
Wat bepaald het debiet door een bloedvat?
P p
Van hoge pressure (druk) naar lage pressure = bloeddruk
Het debiet is het verschil tussen P en p (Hoge druk – lage druk)
∆P (perfusiedruk): debiet = ∆P/R
(R= weerstand)
Wat bepaald het debiet door de nieren?
Debiet = RBF = druk a. renalis (180mm/Hg) – druk v. renalis (0 mm/Hg) / R
RBF= arteriële druk / R
!!! In al onze grote arteries is de druk hetzelfde (arteriële druk) !!!
,1. Detectie van het extracellulair volume
Wat is het extracellulair volume?
Het volume van het extracellulaire vocht. Het vocht dat buiten de cellen zit. ¼ plasma
extracellulaire vocht in de bloedvaten. ¾ vocht buiten de bloedvaten interstitis
Het extracellulaire volume is evenredig met het plasmavolume. Het plasmavolume is
evenredig met het bloedvolume. Het bloedvolume is evenredig met de arteriële druk.
=> 4 factoren zijn evenredig met elkaar!!! (receptoren)
Tekening detectie van het extracellulair volume (zie nota’s)
Opmerking:
* SC (sinus caroticus) bevindt zich bovenaan in het lichaam
* AB (aortaboog) bevindt zich bovenaan in het lichaam
* Hart bevindt zich bovenaan in het lichaam
* Tp (Tricuspidalis) bevindt zich bovenaan in het lichaam
=> Meeste receptoren bevinden zich in de bovenste lichaamshelft!!!
BELANG:
Persoon rechtopstaand: receptoren gaan weinig detecteren omdat het meeste bloed zich
in de onderste lichaamshelft bevindt.
Persoon die neer ligt op zijn rug/buik: er is meer bloed in de omgeving van de bovenste
lichaamshelft. Voor eenzelfde bloedvolume gaan de receptoren meer bloed waarnemen.
Persoon die onder water zit tot aan zijn hoofd: de aders van de ledematen en buik worden
samengedrukt => receptoren in de bovenste lichaamshelft gaan meer bloed detecteren.
!!! BLOEDVOLUME EN EXTRACELLULAIR IS HETZELFDE MAAR RECEPTOREN METEN EEN
VERSCHIL IN BLOEDVOLUME !!!
ECV= effectief circulerend volume = het bloedvolume dat de receptoren effectief detecteren.
, 2. Regeling:
RBF= arteriële druk / R
AA en EA in dit hoofdstuk
Deze bloedvaten geven de meeste weerstand
Deze bloedvaten kunnen hun weerstand aanpassen
=> AA en EA staan in serie R totaal is de som van AA en EA
1) Als de arteriële druk stijgt: de RBF gaat stijgen maar het lichaam reageert doordat de AA
samentrekt => R stijgt => noemer wordt groter en de breuk wordt terug kleiner => RBF gaat terug
dalen.
2) Als de arteriële druk daalt: RBF gaat dalen => AA dilateert => R daalt => RFB gaat terug stijgen
!!! RBF is gekenmerkt door autoregulatie: of de druk nu stijft of daalt de RBF blijft hetzelfde! MAAR
als de arteriële druk heel hard stijgt of daalt dan treedt er geen autoregulatie op!!!
3) Bij inspanning: Er treedt contractie van AA en EA op door het orthosymphatisch zenuwstelsel. De
bloedvaten vernauwen dus R gaat stijgen => RBF daalt. BELANG: bloed dat niet naar de nieren
stroomt gaat naar de spieren.
4) Bij ondervulling (afname van het extracellulaire volume) bv bij een bloeding of zware diarree. AA
en EA gaan samentrekken waardoor R stijgt en RBF daalt. BELANG: bloed dat niet naar de nieren gaat
stroomt naar andere organen hartspier, hersenen om te overleven!
5) Bij overvulling (toename extracellulaire volume) treedt er dilatatie van AA en EA op waardoor R
daalt en RBF stijgt. BELANG: meer bloed door de nieren = een stijging van de filtratie => meer vocht
in de urine.
6) Bij zwangerschap: Relaxine relaxeert AA en EA waardoor R daalt en RBF stijgt. Nieren krijgen 50%
meer bloed. BELANG: er wordt meer gefilterd, afval wordt efficiënter verwijderd. Er wordt meer afval
aangemaakt omdat het lichaam verzwaart tot ongeveer 12.5 kg!
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur liesjevanloon94. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.