Gezondheidspromotie en patiëntenvoorlichting
Hoofdstuk 1: maatschappelijke factoren en determinanten van gezondheid
Biologische factoren Omgeving Leefstijl Organisatie van gezondheidszorg
- Etniciteit en afkomst - Socio-economische status
- Erfelijke factoren - Migratie
- Geslacht - Fysieke omgeving en milieu
- Leeftijd - Werkomstandigheden
Etniciteit en afkomst
Sterfte naar doodsoorzaak verschilt sterk per etnische groep:
Hartziekten: wereldwijd en europa 1ste plaats, Afrika 9de
Hersenbloedingen: europa 2de, Afrika 7de
Aids: Afrika 1ste
TBC: Afrika 11de
Longkanker: Europa 3de
Hart- en bloedvaatziekten komen dus meer voor bij Europeanen. Ook leefwijze en
voedingsgewoonten spelen rol.
Diabetes: welvaartsziekte: stijgend aantal suikerziekten in Afrike en India na indistrualisering.
Maar genen van Afrikanen, Indiërs en Aziaten niet ingesteld op calorierijke voeding
waardoor ze veel groter risico lopen.
Erfelijke factoren
Veel gzh-problemen die op volwassen of oudere leeftijd voorkomen: bepaald door
samenspel van erfelijke voorbeschiktheid en uitlokkende omgevingsfactoren.
Vb: atherosclerose, kanker, gewrichtsaandoeningen, chronische respiratoire aandoeningen.
Geslacht
Vb: osteoporose en migraine vaker bij vrouwen, mentale problemen vaker bij vrouwen,
mannen geven vaker toe aan zelfmoord gedacht te hebben,…
Leeftijd
Levensverwachting is wereldwijd gestegen tot 65 jaar voor mannen en 70 jaar voor vrouwen.
Invloed: ouderen zijn vaker ziek maar hebben er minder last van door medische technologie
en hulpmiddelen. Hierdoor hebben ziekten minder negatieve gevolgen voor kwaliteit van
leven. Toch stijgt aantal ouderen dat behoefte heeft aan zorg.
Veel voorkomende ziekten bij bejaarden: CVA, diabetes, hartziekten, CARA, kanker,…
Aantal ouderen met ziekten neemt toe door groei en vergrijzing bevolking. Vooral
hartziekten, beroerte en artrose hebben veel gevolgen.
Vele ouderen lijden aan depressie, agstproblemen en slaapproblemen
Ook sociale gezondheid gaat achteruit door minder sociale contacten.
, Socio-economische status
Gezondheid is niet gelijk verdeeld: er bestaan verschillen in mortaliteit, morbiditeit en
andere indicatoren van volksgezondheid naargelang: sociale klasse, opleidingsniveau,
inkomensniveau of beroepscategorie -> meer gezondheidsproblemen bij lagere sociale
klasse!
Vb. vrouw zonder diploma heeft 3,5 jaar minder levensverwachting dan vrouw met diploma.
Personen die eerder laag staan op sociale economische schaal zullen vaker ongezonde
leefstijl nahouden en meer risicogedrag vertonen. Roken komt bv vaker voor bij personen
met lagere sociale klasse.
- Vaker ontevreden over gezondheid - Slechtere mentale gzh
- Meer chronische aandoeningen - Meer arbeidsongeschiktheid
- Meer co-morbiditeit - Minder inentingen
- Minder gescreend - Uitgaven gzh vaker uitgesteld
- Meer negatieve evaluatie sociale contacten - Beperkte kenniskring
Gedrag is resultante van:
- Omgeving waarin we opgroeien
- Opvoeding die we meekrijgen, middelen die gezin heeft.
Goed uitgebouwd sociaal netwerk heeft impact op gezondheid van mensen!
Gezondheidsvoorlichting- en opvoeding moet aangepast worden aan verschillende sociale
klassen als men wil vermijden dat sociale ongelijkheid tov ziekte en dood toeneemt.
Migratie
Migratie van bevolkingsgroepen hebben steeds vaker te maken met zoeken naar werk, zich
verbeteren in levenomstandigheden,..
Drempels: lagere sociale klasse, lagere opleiding, andere cultuurgewoonten en
taalproblemen.
Gevolg: bestaande voorzieningen worden minder gebruikt en bepaalde
gezondheidsbedreigende gewoonten worden onderhouden.
Illegalen: in theorie heeft elke illegaal recht op dringende medische hulpverlening maar
slechts minderheid doet er beroep op. Ze weten niet dat ze er recht op hebben -> pt met
zwaardere pathologieën bij de dokters. Pt zonder papieren met lichte aandoening blijven er
langer mee rondlopen en gzh gaat achteruit.
Fysieke omgeving en milieu
Vb. verkeer, geluidsoverlast, burenlawaai, uitlaatgassen, bodem en waterverontreiniging,
geurhinder, vandalisme, passief roken,…
Mate waarin personen thuis last hebben van omgevingshinder hangt samen met
urbanisatiegraad van woonplaats (stad vs platteland).
Werkomgeving
= arbeidsongevallen, beroepsziekten en arbeidsongeschiktheid.
Belasting-belastbaarheid laat toe de relatie tussen de mens en zijn arbeid wetmatig te
bestuderen. Belasting: eisen die arbeid en arbeidsomstandigheden stelt, belastbaarheid:
verminderen door ziekte, zwangerschap of ouderdom en vermeerderen door bijscholing,..