HOOFDSTUK 5: HET
ALTERNATIEVE KRITISCHE
PARADIGMA
INLEIDING
Europese voedingsbodem, maar ook sterke vertegenwoordiging in VS
o In de loop van de jaren dertig en veertig emigreerde er heel wat academici van Duitsland naar de
VS om te ontsnappen aan het nazisme
Parallelle ontwikkeling met het mainstream paradigma
Ander mens- en maatschappijbeeld dan mainstreamparadigma
o Liberaal-kapitalistisch model is noch onvermijdelijk, noch zaligmakend
Zo vergeten denkers binnen het mainstream paradigma dat niet iedereen dezelfde mogelijkheden heeft om
bijvoorbeeld uit te groeien tot een ondernemer of de opties heeft om de vluchten te plukken van het
kapitalistische systeem.
o Verwerpen van rationeel, berekenbaar en utilitair model: noch correct, noch wenselijk
o Verwerpen van pluralistische en conservatief functionalistische ideologie
Pluralisme – het idee dat iedereen aan bod kan komen in de samenleving, want op basis
van consensus krijgen we de beste ideeën om aan beleid te doen wat leidt tot
economische welvaart
Zo werkt het helemaal niet, zeggen de denkers binnen het alternatieve kritische paradigma. Er zijn duidelijke
klassen en machtsverschillen in de samenleving: degene met veel macht, behouden die ook en wie minder
macht heeft, blijft ook aan de marge van de samenleving. Zij bestempelen dat liberaal-pluralistische denken als
een ideologie aangezien de realiteit helemaal anders in elkaar zit en deze manier van denken enkel ten
voordele is van de reeds machtige groepen in de samenleving.
Alternatief, idealistisch en utopisch paradigma
o Marxistische origine voor verschillende stromingen: uit kritiek of overeenstemming
o Frankfurter Schule met politieke en culturele kritiek
o Massacommunicatie als manipulatief en onderdrukkend proces, met zware gevolgen voor de
samenleving
o Macht en machtsongelijkheid bestuderen
De macht is handen van enkelen en wordt continu gebruikt om de rest van de
maatschappij te onderdrukken
,MARXISTISCHE BENADERINGEN
Marxisme als sociaalwetenschappelijk perspectief
BASISELEMENTEN
Het gaat niet over het communisme of hét marxisme
Centraal uitgangspunt: het arbeidsproces
o Het idee dat de manier waarop onze samenleving is georganiseerd, in verschillende klassen, ook
de ontwikkeling van die samenleving zal beïnvloeden
De sociaaleconomische organisatie van media, de materiële aspecten, heeft ook een
belangrijke invloed op de inhoud van mediaboodschappen
Relevant voor media, communicatie en cultuur
o Sociale en economische organisatie van media en communicatie bepaalt het denken van mensen
o Zijn bepaalt bewustzijn
Het zijn of de sociale klasse waarin we ons bevinden
HET ARBEIDSPROCES
1. Productiemiddelen: grondstoffen, kapitaal en arbeidsmiddelen (o.a. machines)
2. Arbeidskrachten: mentale en fysieke menselijke mogelijkheden om gebruikswaarde voort te brengen
(bijvoorbeeld het vervaardigen van een product)
Productiemiddelen door arbeidskrachten omgezet in productiekrachten die in het productieproces ingezet
worden
o Volgens welbepaalde productieverhoudingen
Een specifieke productiewijze houdt specifieke productieverhoudingen in: sommige groepen van mensen
verhouden zich op een andere manier tot de productiemiddelen dan andere groepen. grootgrondbezitters of
de eigenaar van een fabriek hebben bijvoorbeeld een andere verhouding tot de productiemiddelen dan iemand
die in loondienst werkt.
Volgens de kapitalistische productiewijze en productieverhoudingen
o Kleine groep bezit de productiemiddelen, namelijk de kapitalisten (de kleinste groep)
Controle over productiemiddelen, kapitaal in handen, eigenaars van machines en
fabrieken
o Grote groep bezit de arbeidskracht, namelijk het proletariaat (de massa, arbeiders en
werknemers)
Die zij verkoopt aan de kapitalisten in ruil voor een loon
Het gevolg is de vervreemding van werk en eigen menselijkheid
,Voordien bewerkte zij hun eigen stuk land voor een eigen consumptie, namelijk: voedsel. Hoewel ze vaak een
klein deel moesten afstaan aan een grootgrondbezitter, mochten ze de finale producten wel houden. Dit
verandert helemaal binnen de kapitalistische productieverhoudingen.
Mede door de Industriële Revolutie zien we een plattelandsvlucht: mensen verhuizen naar de steden om werk
te vinden in de fabrieken. In deze kapitalistische werkwijze verkopen ze hun arbeidskracht in ruil voor een loon
en niet zozeer in ruil voor de producten die ze zelf gaan gebruiken.
Arbeiders worden ingezet en leveren ook een bepaalde waarde op: een gebruikswaarde waar heel de
grote groep fundamenteel aan bijdraagt, want zonder hen lukt het niet
o Belangrijke nuance nodig want die gebruikswaarde vloeit niet volledig terug naar zij die deze
creëren
Er wordt immers meer waarde gecreëerd dan het loon dat daar tegenover staat
Arbeiders werken ‘gratis’
• Hiermee bedoelen we dat de arbeider net genoeg werkt om het eigen loon
terug te krijgen, en niets extra
Creatie van surplus of meerwaarde
Surplus wordt in winst omgezet voor de kapitalisten
o Persoonlijke consumptie van de kapitalist
o Herinvestering in het productieproces (machines, nieuwe fabrieken, etc.) want anders snel out of
business
o Zo kan de cyclus zich herhalen en opnieuw meer winst opleveren
Deze welbepaalde productieverhouding is gebaseerd op privaat eigendom en geeft aanleiding tot de
vorming van twee tegengestelde klassen: kapitalisten versus proletariaat
De kapitalistische productiewijze is structureel en inherent antagonistisch, het gaat om een exploitatieve
verhouding
o Op deze antagonistische en exploitatieve verhouding baseert het hele kapitalistische systeem zich
Kapitalistische organisatievorm is niet statisch
o Bijzonder dynamisch, hoog contradictorisch en afhankelijk van de temporele en geografische
context
België versus VS versus Korea
o Maar het blijft wel altijd confrontioneel en conflictueus: de twee antagonistische klassen zijn de
drijvende kracht achter de rest van de samenleving
De zoektocht naar surplus levert een bijzonder expansieve dynamiek op, gericht op
productiviteitsverhoging om kapitaalsaccumulatie aan te houden
Tegelijkertijd is de distributie van het surplus geen eenduidig proces, maar variabel en niet gespeend van
contradictie en ambivalentie
, o Inherente conflicten zijn er bijvoorbeeld tussen kapitaal en arbeid
Dynamisch, ambivalent en doorgaans conflictueel systeem dat we kunnen gebruiken om andere
fenomenen in onze samenleving te verklaren
ONDERBOUW EN BOVENBOUW
Ambivalenties zijn duidelijk aanwezig in het zogenaamde onderbouw-bovenbouwmodel van Marx.
ONDERBOUW
Substructuur en (economische) basis
Materieel-economische productieverhoudingen
o Distributie van surplus: hoe gaat de verdeling in zijn werk
Het grootste deel van de opbrengsten van de productie komt bij de kapitalisten terecht,
maar kan in verschillende gradaties gebeuren
o Hoe staan de twee klassen tegenover elkaar
“it’s the economy stupid”
o De onderbouw staat gelijk aan de organisatie van de economie en is het fundamentele niveau
BOVENBOUW
De superstructuur dat ‘de rest’ bevat
o Processen en instellingen die niet op directe wijze met de economische basis en het
productieproces te maken hebben
Volgens Marx zal in grote mate de bovenbouw een reflectie zijn die wordt gedreven door de onderbouw.
o Politiek-juridisch niveau: organisatie van gerecht en staat
o Het ideologische niveau: maatschappelijk bewustzijn en legitimeren van de onderbouw
Religie, onderwijs, media, cultuur etc.