Samenvatting RUG Personen- en Familierecht 2021/2022
49 vues 4 fois vendu
Cours
Personen En Familierecht (RGMPR00606)
Établissement
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Book
Compendium van het personen- en familierecht
Samenvatting van het vak Personen- en Familierecht RGMPR00606gegeven in het studiejaar 2021 / 2022. De samenvatting is van het boek Compedium van het Personen- en Familierecht, isbn: 6027.
Een uitgebreide samenvatting waarin de belangrijkste onderdelen van het boek zijn opgenomen zonder afbreuk...
paper personen- en familierecht (cijfer: 7,0) met beoordelingsformulier
Samenvatting personen-en familierecht met opdrachten
(2022-2023) Complete Samenvatting Personen- en Familierecht (RGMPR00606)
Tout pour ce livre (27)
École, étude et sujet
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Rechtsgeleerdheid - Master Privaatrecht
Personen En Familierecht (RGMPR00606)
Tous les documents sur ce sujet (3)
Vendeur
S'abonner
Lian0215
Aperçu du contenu
Samenvatting van het vak Personen- en Familierecht RGMPR00606
Rijksuniversiteit Groningen
Literatuur:
S.F.M. Wortmann & J. van Duijvendijk-Brand, Compendium van het personen-
en Familierecht, Deventer: Kluwer 2021 (veertiende druk)
ISBN: 9789013156027
De volgende hoofdstukken worden in deze samenvatting besproken. Dit zijn ter
verduidelijking de voorgeschreven hoofdstukken van het vak Personen- en
Familierecht, inclusief alle voorgeschreven arresten:
HC1A Inleiding, EVRM, Ouders en kinderen I H1 & H2 nr 6, 6a en 6b, H11.
(afstamming en adoptie)
HC1B Ouders en kinderen II (vervolg afstamming en H11.
adoptie)
HC2A Ouders en kinderen III (gezag, zorg en H12, nrs. 127-133, 136-143 en
omgang) 146, H13, H19.
HC2B Ouders en kinderen IV (gezag, zorg en H12, nrs. 127-133, 136-143 en
omgang 146, H13, H19.
HC3A De persoon, nationaliteit, naamrecht H2, nrs. 4 en 5, H3, H4, H5 en
H6.
HC3B Minderjarigen en vermogen H12, nrs. 124-126, 134 en 135,
144 en 145.
HC4A Meerderjarigen en vermogen H14, H16, H17 en H18.
HC4B Huwelijksvermogensrecht I H7, H8 en H9, nrs 38-60.
HC5A Huwelijksvermogensrecht II H 9, nrs. 61-95.
HC5B Echtscheiding en levensonderhoud H10, H15 en H19
HC6A Erfrecht I H20, nrs. 182-180
HC6B Erfrecht II H20, nrs. 187-190
HC7A Erfrecht III H20, nrs. 181-185
HC7B Erfrecht IV H20, nrs. 186, 191-198
,HC1A & HC1B: H1, H2 & H11
Hoofdstuk 2: De algemene bepalingen
Het begrip persoon & Begin en einde van de persoonlijkheid
Personen of rechtssubjecten kunnen worden onderscheiden in natuurlijke personen en
rechtspersonen. De persoonlijkheid vangt aan met het levend ter wereld komen. Uitzondering -> lid 1:2
BW. Door deze bepaling werkt de rechtsbevoegdheid in het belang van het kind als het ware terug,
mits het kind levend ter wereld komt. De persoonlijkheid eindigt door de dood. De
(vermogensrechtelijke) rechten en verplichtingen waarvan de overledene drager was, gaan dan, voor
zover zij blijven bestaan, over op zijn erfgenamen.
Bloed- en aanverwantschap
Onder bloedverwantschap verstaat men de betrekking tussen personen van wie de een van de ander
afstamt (bloedverwantschap in de rechte linie), of tussen personen die een gemeenschappelijke
stamvader hebben (bloedverwantschap in de zijlinie). Het bestaan van juridische bloedverwantschap
betekent het bestaan van een rechtsverhouding tussen de bloedverwanten. Deze rechtsverhouding
wordt aangeduid met familierechtelijke betrekking. Art. 1:3 BW is hierbij interessant.
Het Marckx-arrest; positieve verplichtingen
Een effectieve eerbiediging van het familie- en gezinsleven kan voor een Staat bijv. betekenen dat hij
ervoor moet zorgen dat er in het nationale recht waarborgen bestaan die een integratie van het kind in
zijn familie vanaf de geboorte mogelijk doet zijn. Ongerechtvaardigd onderscheid is uit den boze.
Arrest Marckx vs. België:
Dit arrest gaat over de positie van kinderen geboren uit een moeder die niet getrouwd is. De Belgische
Marckx was journaliste en ongehuwd toen zij een dochter kreeg. In dit arrest werd duidelijk dat het
Belgische recht niet in overeenstemming was met art. 8 en 14 EVRM. Er golden andere regels voor een
vrouw die wel en voor een vrouw die niet getrouwd was en dit verschil was niet in overeenstemming
met art. 8 EVRM en art. 14 EVRM.
Als een kind werd geboren uit een ongehuwde moeder, dan moest die moeder dat kind erkennen
waardoor die erkenning kreeg en dat kind dat erkend werd een andere positie kreeg dan de andere
kinderen zouden hebben. Dus door die erkenning ontstond weliswaar familierechtelijke betrekking tot
de moeder maar niet tot de familie van de moeder en dat was een duidelijke vorm van discriminatie.
Ook het feit dat dit niet automatisch gebeurde en de moeder het kind moet erkennen, is een doorn in
het oog voor het EHRM. Uiteindelijk werd geconstateerd dat het Belgische recht in strijd was met het
EVRM.
Conclusie -> De regels uit het Belgisch familierecht t.a.v. erkenning van kinderen door een ongehuwde
moeder zijn in strijd met art. 8 EVRM en art. 14 EVRM. Het natuurlijk kind heeft net zo veel recht als
het wettig kind om in een familierechtelijke betrekking te staan met de moeder en de overige
gezinsleden en levert een onderscheid op en dus schending van art. 8 en 14 EVRM.
2
,Wanneer is er familie- en gezinsleven
Het bestaan van familie- en gezinsleven valt soms samen met het bestaan van bloedverwantschap.
Tussen het kind en de man die het heeft erkend, bestaat behalve een juridisch relevante
afstammingsrelatie, ook familie- en gezinsleven. Tussen het kind en zijn biologische vader (die niet de
echtgenoot is van de moeder en het kind ook niet erkend heeft) kan familie- en gezinsleven bestaan,
mits er ‘bijzondere of bijkomende omstandigheden’ zijn. Het enkele biologische vaderschap is niet
voldoende om familie- en gezinsleven aan te nemen. Maar bij wijze van uitzondering kan ook de
intentie om familie- en gezinsleven te hebben al voldoende zijn om ‘family life’ aan te nemen. Als
‘family life’ niet uitgesloten, maar ook niet zeker is, is verder van belang dat gewenste persoonlijke
betrekkingen in de vorm van bijv. omgang of een afstammingsrelatie in ieder geval tot het privéleven
worden gerekend. Ook tussen nauwe verwanten (grootouders en kleinkinderen bijv.) kan een band die
familie- en gezinsleven omvat, bestaan. Dan moet er wel daadwerkelijk nauwe betrekkingen tussen
deze personen zijn. Tussen pleegouders en hun pleegkind bestaat geen bloedverwantschap, maar kan
wel een zodanig nauwe band zijn gegroeid dat familie- en gezinsleven moet worden aangenomen.
Tussen (al dan niet samenwonende) echtgenoten bestaat familie- en gezinsleven, mits er een ‘wettig
en serieus huwelijk’ is. Tussen ongehuwd samenlevenden, ongeacht of zij van hetzelfde of verschillend
geslacht zijn, bestaat eveneens familie- en gezinsleven, mits het een stabiele samenleving betreft,
waarin wordt samengewoond.
Hoofdstuk 11: Afstamming en adoptie
De afstamming is de in beginsel biologische betrekking die door de geboorte uit bepaalde ouders
ontstaat -> zowel biologisch als sociale betrekkingen.
Het afstammingsrecht kent nu twee soorten moeders: de biologische moeder uit wie het kind is
geboren en de sociale moeder (duomoeder) die ten tijde van de geboorte van het kind met de
biologische moeder gehuwd is of een geregistreerd partnerschap heeft, die het kind erkend heeft of
van wie het ouderschap gerechtelijk is vastgesteld. Het moederschap van de vrouw uit wie het kind is
geboren staat vast en kan niet worden ontkend. Het moederschap van de duomoeder kan worden
ontkend en de erkenning door de duomoeder kan worden vernietigd op de enkele grond dat zij niet de
biologische moeder is (art. 1:202a en 1:205a BW).
Kinderen staan altijd in familierechtelijke betrekking tot de vrouw uit wie het kind is geboren (art.
1:198 onder a BW). De andere juridische ouder is de man of de vrouw met wie de moeder is gehuwd.
De tweede ouder van het kind is ook de man of de vrouw die het kind heeft erkend of van wie het
ouderschap gerechtelijk is vastgesteld (art. 1:198 lid 1 aanhef en onder c of d BW en art. 1:199 BW). De
familierechtelijke betrekking bestaat niet alleen tussen een ouder en zijn kind, maar ook tussen de
bloedverwanten van de ouder en het kind: een kind wordt door zijn geboorte met ander woorden
opgenomen in een familie (art. 1:197 BW).
Recht om te weten van wie men afstamt
De HR heeft in de zaak Valkenhorst een aan het recht op privéleven ten grondslag liggend algemeen
persoonlijkheidsrecht erkend dat mede het recht om te weten van wie men afstamt omvat. Niet
absoluut, moet worden afgewogen tegen andere rechten en belangen. Voorlichting over de
afstamming maakt in NL onderdeel uit van de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk
welzijn en de ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind.
3
, Draagmoederschap
De draagmoeder is juridisch de moeder van het kind, ook als voor de bevruchting geen eigen eicel van
deze vrouw is gebruikt.
Mennesson v. France:
In dit arrest sloten Franse echtparen die zelf geen kinderen konden krijgen een
draagmoederschapsovereenkomst met een draagmoeder in de VS. In Mennesson werd de
draagmoeder zwanger van een tweeling. De wensvader is de genetische vader. De Amerikaanse rechter
oordeelde dat de beide wensouders als ouders op de geboorteakte zouden worden vermeld. In
Frankrijk werd de erkenning van de juridische ouder-kindrelatie geweigerd. Het EHRM oordeelde dat
deze weigering niet in strijd is met het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven, maar dat
wel het recht op bescherming van het privéleven van de kinderen werd geschonden. De weigering om
de juridische relatie tussen de wensouders en de tweeling in welke vorm ook te erkennen, ondermijnt
de identiteit van de kinderen in de Franse samenleving, aldus het Hof.
Rechtsgevolgen van het al dan niet in familierechtelijke betrekking staan tot een ouder
De verschillen in de staat van het kind brengen gevolgen mee voor zijn rechtspositie:
1. Het gezag over de kinderen tijdens hun minderjarigheid;
2. Tussen ouders en kinderen bestaat een wederkerige verplichting tot levensonderhoud
(art. 1:392);
3. De naam;
4. Erfrecht bij versterf / legitieme portie;
5. Nationaliteit.
Kunstmatige donorbevruchting
Het kind is verwerkt met behulp van kunstmatige inseminatie of met behulp van in-vitrofertilisatie. De
volgende situaties, waarbij kunstmatige bevruchting van belang is, zijn te onderscheiden:
1. De met de moeder uit wie het kind is geboren, gehuwde of geregistreerde vrouw is
alleen dan van rechtswege de duomoeder van het kind als het kind is verwekt door
kunstmatige donorbevruchting en de donor anoniem is (art. 1:198 aanhef en onder b
BW);
a. De bekende donor komt juridisch een positie toe als hij in een nauwe
persoonlijke betrekking tot het kind staat -> hangt af van de omstandigheden
van het geval. Van belang is dan wat de relatie is tussen de bekende donor en de
moeder uit wie het kind is geboren, wat de rol is die de bekende donor in het
leven van het kind zal spelen en wat de betrokkenheid van de donor bij het kind
feitelijk is.
2. Ontkenning van het duomoederschap door de moeder uit wie het kind is geboren of
door de duomoeder van een tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap of na de
ontbinding van het huwelijk door de dood van de duomoeder geboren kind is niet
mogelijk als de duomoeder heeft ingestemd met de kunstmatige donorbevruchting met
het zaad van een anonieme donor (art. 1:202a lid 2 BW);
3. Ontkenning van het vaderschap door de vader of door de moeder van een tijdens
huwelijk of gp of binnen 306 dagen na ontbinding van het huwelijk of gp door de dood
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Lian0215. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.