Resume
Samenvatting Oefenvragen WFT Consumptief Krediet
- Cours
- Établissement
- Book
65 oefenvragen voor het WFT examen Consumptief Krediet. Heel duidelijk en helder, helpt zeker voor het behalen van je examen WFT Consumptief Krediet!!
[Montrer plus]
Livre connecté
Titre de l’ouvrage:
Auteur(s):
- Édition:
- ISBN:
- Édition:
Plus de résumés pour
-
Samenvatting Wft Consumptief Krediet 2019
-
WFT consumptief krediet 2018
Vendeur
S'abonner
sarissa837
Avis reçus
Aperçu du contenu
Oefenvragen WFT Consumptief Krediet1. Kees heeft het terras van zijn koopappartement laten betegelen. Hij heeft dit gefinancierd
met een aflopend krediet. Het totaal van de maandtermijnen bedraagt in het eerste jaar €
2.400, waarvan € 1.800 aflossing en € 600 rente. Keest valt met en zonder aflopend krediet
in het 42% tarief van de Inkomstenbelasting. Het aflopend krediet is in fiscale zin een
eigenwoning lening. Wat is de netto last per maand van het aflopend krediet?
a) €137
b) €116
c) €179
2. Anton heeft een achterstand van 3 maanden en zuivert, ondanks de verzoeken van de
kredietverstrekker, de achterstand niet aan. De kredietverstrekker maakt gebruik van de
volgende bepaling: “kredietgever kan het openstaande saldo inclusief rente zonder meer
opeisen” De kredietverstrekker eist dat Anton de achterstand direct aanzuivert. Wat mag
de kredietverstrekker doen?
a) Anton nogmaals verzoeken de achterstand aan te zuiveren
b) Het openstaande saldo inclusief de rente zonder meer opeisen
c) De kredietverstrekker mag niks doen, omdat er sprake is van een nietige bepaling
3. Op 1 februari is een klant een krediet van €15.000 aangegaan voor de aanschaf van een
caravan. Hoe kan deze klant het krediet aangeven bij zijn inkomstenbelasting?
a) Niet
b) Rekening houdend met de doelmatigheidsdrempel
c) Rekening houdend met 11/12 van de doelmatigheidsdrempel
4. Wanneer je een volledige kredietbeschermer wil afsluiten, wat is dan mogelijk?
a) AO en overlijden
b) Werkloosheid en overlijden
c) Arbeidsongeschikt, werkloosheid en overlijden
5. Welk inkomen is vrijgesteld wanneer er sprake is van loonbeslag?
a) 90% netto bijstandsuitkering incl. vakantiegeld
b) Netto minimum loon
c) 90% netto minimum loon
6. Wanneer mag er vertragingsrente in rekening gebracht worden?
a) Bij het ontstaan van de betalingsachterstand
b) Na het versturen van de eerste aanmaning
c) Wanneer de cliënt in verzuim is
d) Wanneer de cliënt in gebreke gesteld is
,7. Wat is geen taak van het BKR?
a) Geven van kredietbeoordeling
b) Mogelijkheid om te zien wie onlangs de gegevens geraadpleegd heeft
c) Mogelijkheid om eigen gegevens te zien
8. Uit de BKR notering blijkt dat de vrouw een A-1 code heeft op een krediet, welke vorige
maand is opgenomen in het systeem. Wat is uw reactie?
a) De notering geeft aan dat er een betalingsachterstand is geweest. U geeft aan geen
zaken met haar te willen doen
b) De notering geeft aan dat er een betalingsregeling getroffen is, waardoor u het
krediet niet wenst te verstrekken
c) Het krediet is opgeëist, u verstrekt geen krediet
9. De WFT stelt eisen aan de informatie die de financieel dienstverlener verstrekt aan zijn
klant. De eisen zijn: de informatie moet feitelijk juist zijn en de informatie moet voor de
klant begrijpelijk zijn. Welke eis ontbreekt er?
a) De informatie moet zijn vastgesteld in de voorwaarden van de kredietverstrekker
b) De informatie moet schriftelijk of op een duurzame informatiedrager verstrekt
worden
c) De informatie mag niet misleidend zijn
10. Wanneer is iemand handelingsbekwaam?
a) Als hij meerderjarig is en handelingsbevoegd
b) Als hij meerderjarig is en toestemming heeft van zijn partner
c) Als hij meerderjarig is en niet onder curatele staat
11. Truus en Joost hebben een persoonlijke lening met een looptijd van 60 maanden en een
kredietsom van €20.000 en een maandtermijn van €450. Bereken het contractbedrag
a) €7.000
b) €27.000
c) €34.000
12. Wanneer moet de kredietverstrekker melding doen bij het BKR als er sprake is van
achterstalligheid?
a) Als er sprake is van verzuim
b) Bij een betalingsachterstand van minimaal 2 maanden
c) Als er sprake is van in gebreke zijn
13. De WFT is van toepassing op:
a) De financiering van de nieuwe bestelauto van shoarmazaak ‘Oase’
b) Een krediet van een pandjeshuis ‘King of Pawn’ van waarbij als zekerheid een gouden
Rolex verpand wordt
c) Een krediet met een looptijd van zes maanden bij de Brabobank
14. Tijdens het gesprek over een de financiering van een nieuwe auto vertelt de klant u tussen
neus en lippen door dat hij maandelijks € 225 aflost op zijn studieschuld bij de DUO. Wat
moet u als adviseur in het kader van de zorgplicht hier mee doen?
a) Niets, de studieschuld staat immers niet geregistreerd bij BKR
, b) De cliënt er op wijzen dat u dit bedrag moet meenemen bij het berekenen van zijn
maximale leencapaciteit
c) In overleg met de klant bepalen of dit bedrag wordt meegenomen bij het berekenen
van zijn maximale leencapaciteit
15. Tessa heeft een hypothecaire lening van € 200.000, rente 6% per jaar. Per maand betaalt ze
ook € 150 voor de kapitaalverzekering om de lening t.z.t. mee af te lossen. Het
eigenwoning-forfait van haar woning bedraagt € 825. Tessa betaalt over de top van haar
inkomen 42% IB. Wat zijn haar netto-maandlasten?
a) €540
b) €690
c) €730
16. De aanvrager van een krediet is bij het BKR onbekend. Dit betekent dat
a) De aanvrager handelingsonbekwaam is
b) Het wettelijk niet toegestaan is een krediet te verstrekken
c) Een krediet op zich verstrekt kan worden wanneer aan de voorwaarden is voldaan
17. Van welke kredietsoort is een krediet in rekening-courant een voorbeeld?
a) Een doorlopend geldkrediet
b) Een vast geldkrediet
c) Een doorlopend goederenkrediet
18. Welke stelling met betrekking tot zekerheden is juist?
a) Een kredietverstrekker kan een garant eerder aanspreken dan een borg
b) Zakelijke zekerheden kunnen alleen gevestigd worden op registergoederen
c) Een auto is een registergoed aangezien deze geregistreerd staat bij de
Belastingdienst en de Rijksdienst voor het wegverkeer (RDW)
19. Per Nis betaalt jaarlijks aan het eind van het jaar (op 31 december) de rente over de
aflossingsvrije hypothecaire geldlening waarmee hij zijn zeiljacht heeft gefinancierd.
Ten opzichte van de nominale rente is de effectieve rente op jaarbasis:
a) Lager
b) Even hoog
c) Hoger
20. Een aflopend krediet heeft een maandtermijn van € 324,06. Bij deze soort krediet hoort
een omrekenfactor van 3,41115 voor elke € 100. Welk bedrag wordt geleend op basis van
deze gegevens?
a) €9500
b) €8000
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sarissa837. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
Peut-on faire confiance à Stuvia ?
4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)
73243 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours
Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans