Farmacologie 1 - Samenvatting, thema Hypertensie en nierfunctiestoornissen
11 vues 0 fois vendu
Cours
Farmacologie 1e Jaar (FC1)
Établissement
Hogeschool Utrecht (HU)
Book
Farmacologie / 2e editie, toegangscode MyLab NL
Dit is een samenvatting gemaakt door mezelf over Hypertensie en Nierfunctiestoornissen.
Hierin staat het volgende beschreven:
- Hart- en bloedvaten
- Het cardiovasculaire systeem
- Bloedsomloop
- Bloedvaten
- Weg van het bloed door het lichaam
- Structuur van de bloedvaten
- Hart
- Blo...
Het cardiovasculaire systeem :
Bestaat uit: Het hart, de bloedvaten en het bloed.
Functie: Inwendige transportsysteem.
Door het hele lichaam worden vervoerd:
- Voedingsstoffen
- Zuurstof
- Afvalproducten
- Hormonen
- Afweercellen
Bloedsomloop :
Het bloed komt twee door het hart. Eén keer via de korte bloedsomloop en de tweede keer via de
grote bloedomloop.
Kleine bloedsomloop:
Start in de linkerboezem van het hart, daar komt zuurstofarm bloed binnen. Dit wordt via de
rechterkamer en longslagader naar de longen gepompt. In de longen geeft het bloed koolzuur af en
neemt het zuurstof op. Vervolgens stroomt het zuurstofrijke bloed via de longaderen terug naar het
hart.
Grote bloedsomloop:
Vanaf de longen stroomt het zuurstofrijke bloed door de linkerboezem naar de linkerkamer. De
linkerkamer pompt het bloed via de aorta het lichaam in. De organen gebruiken de voedingsstoffen
en zuurstof en geven afvalstoffen af aan de haarvaten. Het zuurstofarme bloed stroomt vervolgens
naar de aders, die het weer naar het hart vervoeren.
Bloedvaten :
Arteriën (slagader):
Bouw: Dikwandige, gespierde buisjes. Liggen dieper in het lichaam.
Functie: Voeren bloed (zuurstofrijk) onder hoge druk van het hart weg naar organen en
spieren. (Vervoeren bloed vanuit het hart naar de capillairen).
Op weg van het hart naar de capillairen passeert het bloed door; elastische arteriën, musculeuze
arteriën en arteriolen.
Elastische arteriën: Grote bloedvaten (diameter 2,5 cm). Enkele voorbeelden zijn: de
longslagader en de aorta. Wanden bevatten meer elastische vezels dan gladde
spiercellen. Hierdoor kunnen elastische arteriën drukveranderingen opvangen.
Musculeuze arteriën: Middelgrote arteriën (diameter 0,4 cm). Vervoeren bloed naar de
skeletspieren en inwendige organen. De dikke tunica media in een musculeuze arterie
bevat meer glad spierweefsel en minder elastische vezels dan een elastische arterie.
Arteriolen: Kleine arteriën (inwendige diameter 30 µm). Bevatten één of twee lagen
gladde spiercellen. Door de spiercellen kunnen arteriën en arteriolen de diameter van
het lumen wijzigen, waarmee de bloeddruk ook wordt gewijzigd.
Capillairen (haarvaatjes):
Bouw: Wanddikte van slechts één cel, zijn dit de kleinste bloedvaatjes.
Functie: Uitwisseling van materialen tussen bloed en lichaamscellen, (gassen en
voedingsstoffen).
Venen (ader):
Bouw: Dunnere wand dan arteriën. Liggen vaak aan het oppervlak van het lichaam. Hebben
kleppen om te voorkomen dat het bloed de verkeerde kant op stroomt.
Functie: Voeren het bloed (zuurstofarm) onder lage druk terug naar het hart. (Ontvangt
bloed uit de capillairen en voeren het bloed terug het hart in).
Venulen: De kleinste venen die de weefsels en organen verlaten.
Weg van het bloed door het lichaam :
Bloed verlaat het hart via de logslagader (a. pulmonalis) en de aorta. Deze bloedvaten vertakken zich
herhaaldelijk en vormen de belangrijkste arteriën die bloed naar de organen van het lichaam
vervoeren.
Binnen deze organen vertakken de arteriën zich verder tot arteriolen. De arteriolen voeren bloed
aan naar capillairen. Bloed dat uit een capillairennetwerk stroomt, komt eerst in de venulen (de
kleinste bloedvaten van het veneuze systeem. Vervolgens verenigen deze dunne bloedvaten zich tot
kleine venen. Daarna stroomt het bloed door middelgrote en grote venen voordat het in de grote- of
kleine bloedsomloop terechtkomt.
Structuur van de bloedvaten :
De wanden van arteriën en venen bestaan uit drie lagen:
1. De tunica intima, is de binnenste laag van het bloedvat. De laag bestaat uit endotheel van
de bloedvatwand en een onderliggende laag van bindweefsel waarin elastische vezels
aanwezig zijn.
2. De tunica media, de middelste laag. Bevat glad spieweefsel en elastische vezels. Als deze
gladde spieren samentrekken neemt de diameter van het bloedvat af; als ze ontspannen
neemt de diameter van het bloedvat toe.
3. De buitenste laag tunica externa, vormt een koker van bindweefsel rond het bloedvat.
Hart :
Functie:
Spier die als pomp voor het gehele bloedvatenstelsel werkt.
- Stuwt zuurstofarm bloed naar de longen.
- Stuurt zuurstofrijk bloed naar de rest van het lichaam.
Anatomie van het hart:
Bestaat uit vier holtes: Twee boezems (atria) en twee kamers (ventrikels). Bloed dat vanuit de holle
aders (vena cava) en de longaders (vena pulmonalis) bij het hart aankomt, stroomt eerst de boezems
en daarna de vertrikels in.
Ventrikels: Zijn de belangrijkste pompen van het hart.
Linkeratrium: Hier stroomt zuurstofrijk bloed uit de longen binnen.
Linkerventrikel: Pompt het zuurstofrijke bloed het hele lichaam rond.
Rechteratrium: Hier stroomt zuurstofarm bloed uit het lichaam binnen.
Rechterventrikel: Pompt het zuurstofarme bloed naar de longen.
Hartkleppen :
Het hart heeft 4 kleppen:
Aortaklep: Tussen linkerkamer en grote lichaamsslagader (aorta). Halvemaanvormige
kleppen, die verhinderen dat het bloed dat uit de ventrikel is gestuwd terugstroomt.
Pulmonalisklep: Tussen rechterkamer en longslagader. Halvemaanvormige kleppen, die
verhinderen dat het bloed dat uit de ventrikel is gestuwd terugstroomt.
Linker AV-klep (Mitralisklep): Tussen linkerboezem en linkerkamer. Voorkomen dat het
bloed terug stroomt van de ventrikel naar de atria.
Rechter AV-klep (Tricuspidalisklep): Tussen rechterboezem en rechterkamer. Voorkomen
dat het bloed terug stroomt van de ventrikel naar de atria.
Het zuurstofarme bloed komt vanaf de venen terug in de rechteratrium. Vanuit het rechteratrium
wordt het gestuwd naar de rechterventrikel. Vanuit de rechterventrikel gaat het zuurstofarme bloed
de kleine bloedsomloop in. Dan komt het zuurstofrijke bloed dat uit de kleine bloedsomloop terug
komt in het linkeratrium. Vanuit het linkeratrium de linkerventrikel in en vanuit de linkerventrikel
wordt het met hoge kracht de aorta ingeduwd. Voor de grote bloedomloop.
Myocard: De dikke spierwand van het hart (middelste laag). Bestaat bijna volledig uit
hartspiercellen.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jessicajamievw. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.