OWE 3 - gezond leven, HAN 1e jaar hbo-v. a&f; Diabetes, nieren en urinestelsel, de geriatrische patient, spijsvertering, obesitas en metabool syndroom, bloed en stolling, de geriatrische patient, pijn en palliatieve zorg, zenuwstelsel, verpleegtechnische vaardigheden, communicatieve vaardigheden en...
Samenvatting OWE 3
Gezond leven
Verpleegkunde leerjaar 1
1
,Inhoudsopgave
Anatomie en Fysiologie..........................................................................................................................3
Spijsverteringsstelsel..........................................................................................................................3
Diabetes en farmacologie...................................................................................................................6
Obesitas en metabool syndroom......................................................................................................10
Zenuwstelsel.....................................................................................................................................13
Bloed en stolling...............................................................................................................................17
Nieren en urinewegen......................................................................................................................21
De geriatrische patient.....................................................................................................................23
Verpleegtechnische vaardigheden.......................................................................................................27
Ondervoeding...................................................................................................................................27
Sondevoeding: neus-maagsonde......................................................................................................28
Sondevoeding: PEG-sonde................................................................................................................30
Diabetes en Insuline.........................................................................................................................32
Soorten wonden...............................................................................................................................34
Wondzorg.........................................................................................................................................38
Wondzorg: Ulcus cruris en compressief zwachtelen (ACT-zwachtelen)............................................39
Tilliften..............................................................................................................................................41
Zwachtelen en decubitus..................................................................................................................42
Mondzorg.........................................................................................................................................43
Communicatieve vaardigheden............................................................................................................45
Motiverende gespreksvoering (MGV/MI).........................................................................................45
Themadagen.........................................................................................................................................50
Disease – Illness – Sickness...............................................................................................................51
Gezondheid, gezondheidsindicatoren en volksgezondheid..............................................................51
Health Concept van Lalonde.............................................................................................................53
GVO-cyclus.......................................................................................................................................54
Intervention Mapping stap 1: analyse van het gezondheidsprobleem.............................................56
Intervention mapping stap 1: analyse van leefstijl en gedrag...........................................................57
Intervention mapping stap 4: transtheoretisch model en de stages of change................................58
Psychotische stoornissen..................................................................................................................59
Dementie..........................................................................................................................................59
2
, Palliatieve en terminale fase............................................................................................................61
Anatomie en Fysiologie
Spijsverteringsstelsel
Leerdoel: Kan vertellen wat de route is waarlangs voeding passeert en verteerd wordt,
van mond tot anus;
Leerdoel: Kan de algemene bouw van het maagdarmkanaal benoemen;
Het spijsverteringskanaal is de holle verbinding van mondholte, keelholte, slokdarm, maag,
dunne darm, dikke darm en de anus. De speekselklieren, alvleesklier, lever en galblaas
ondersteunen de spijsvertering. De onverteerde en onverteerbare delen van het voedsel
verlaten ongeveer 12/24 uur na het eten je lichaam.
Van binnen naar buiten bestaat de wand van het spijsverteringskanaal uit vier lagen;
1. Mucosa (slijmvlies) is de epitheel laag die aan de lumen grenst. Het slijm dient als
glijmiddel voor het voedseltransport en beschermt de wand bovendien tegen de
chemische inwerking van de spijsverteringssappen. Een onderliggende laag losmazig
bindweefsel is de lamina propria mucosae. Daaraan grenst de muscularis
mocosae, een dun laagje glad spierweefsel. Ze ondersteunen de afgifte van
klierproducten aan de lumen.
2. Submucosa is een relatief dikke bindweefsellaag met bloedvaten, lymfevaten,
lymfatisch weefsel en zenuwen. De grotere klieren van de mucosa liggen hier
ingezonken.
3. Muscularis is het spiergedeelte van de wand, bestaat uit glad spierweefsel, verdeeld
in binnenste laag kringspieren en daaronder een laag lengtespieren. Als kringspieren
samentrekken, wordt lumen dichtgeknepen. Bij contractie van de lengtespieren wordt
het betreffende stukje darm korter. Beide bewegingen kort na elkaar resulteren in
peristaltiek; golfbeweging van de darmwand, waardoor een voedselbrok telkens een
stukje verder door het spijsverteringskanaal wordt geduwd.
4. Serosa is het viscerale blad van het buikvlies (niet rondom slokdarm). Het is een dun,
glad vlies, bestaande uit mesotheel op een basaalmembraan.
Leerdoel: Kan de functie van de mondholte en oesofagus vertellen;
De mondholte (cavum oris) vormt het begin van het spijsverteringskanaal en is ook
onderdeel van de luchtwegen. Het is bekleed met slijmvlies. Het voedsel wordt betast,
verscheurd en verkleind, vermengd met speeksel en slijm, gedeeltelijk verteerd en ten slotte
ingeslikt. Structureren in de mondholte die een rol spelen bij de voedselbewerking;
De functies van de cavum oris (mondholte) zijn;
- Keuren van het voedsel door de smaak-, tast- en temperatuursensoren;
- Verkleining van de voedseldeeltjes door kauwen en malen met de gebitselementen;
- Vermenging van het voedsel met speeksel;
- Enzymatische afbraak van koolhydraten door ptyaline in het speeksel’;
- Afweer door antibacteriële stoffen in het speeksel;
- Inslikken van de voedselbrok.
De enige functie van de pharynx (keelholte) voor de spijsvertering is het laten passeren van
de voedselbrok naar de slokdarm.
3
, De enige functie van de oesofagus (slokdarm) is het transport van het voedsel van de
keelholte naar de maag. Enkele seconden na het inslikken is het voedsel al in de maag. Het
transport gebeurt door peristaltiek.
Leerdoel: Kan de functie en anatomie van de maag uitleggen;
Functie;
- Voedsel wordt tijdelijk in de maag opgeslagen en mechanisch en chemisch bewerkt;
- Kneden en vermengen van het voedsel met maagsap;
- Vertering van eiwitten door het enzym pepsine, dat optimaal werkt in een zure
omgeving;
- Afweer van het lichaam doordat veel ziekteverwekkers door de zure maagsap wordt
gedood.
Anatomie; de maag (ventriculus / gaster) lijkt op een opgeblazen gedeelte van het
spijsverteringskanaal, waarbij de uitbolling aan de linkerkant zit. Er zijn 5 delen te
onderscheiden aan de maag, van boven na beneden zijn dat;
1. Cardia (maagingang), het deel waar de slokdarm in uitmondt;
2. Fundus (maagkoepel), het deel dat links boven de cardia uitbolt en tegen het
diafragma aan ligt. Hierin kan zich ‘gas’ bevinden (boeren);
3. Corpus (maaglichaam), het mijn of meer verticale deel van de maag;
4. Pars pylorica / antrum (maaguitgang), laatste deel maag;
5. Pylorus (maagportier) het vernauwde uiteinde van de maaguitgang, in de wand
bevindt zich een kringspier die de maag afsluit van het duedenum (twaalfvingerige
darm).
De maagwand is in de curvatura minor (buitenbocht) minder geplooid dan in de rest van de
maag, dit deel wordt dan ook wel de maagstraat genoemd. Vloeistoffen stromen via hier
vrijwel rechtstreeks naar de uitgang van de maag.
Het slijmvlies van de maagwand bestaat uit eenlagig cilindrisch epitheel en is bij een lege
maag heel sterk gerimpeld. Het epitheel van de maagwand heeft talrijke uitstulpingen. De
ruimte tussen de uitstulpingen worden crypten genoemd en hebben de functie van klieren
die maagsap produceren. Het epitheel in de crypten heeft 3 typen kliercellen;
slijmproducerende halscellen, maagwandcellen en hoofdcellen. Het relatief dikke
spiergedeelte van de wand zorgt voor krachtige samentrekkingen, waardoor de maaginhoud
door elkaar wordt gehusseld.
Maagsap bestaat uit;
1. Pepsinogeen; niet-actieve voorstadium van pepsine. Pas in het maaglumen wordt
pepsinogeen door zoutzuur omgezet in pepsine. Dit is een protease en het splitst
eiwitten in kleinere polypeptidenketens.
2. Zoutzuur; een zeer sterk zuur met meerdere functies. Het zet het inactieve
pepsinogeen om in pepsine, het verlaagt de zuurgraad van de voedselbrij waardoor
pepsine optimaal werkt, het zuur vernietigt de opgegeten eiwitten zelf ook, het lost
kalk- en collageenhoudende voedseldeeltjes gedeeltelijk op en het heeft een
ontsmettende werking.
3. Intrinsieke factor; is noodzakelijk om vitamine B12 in het bloed op te nemen.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur brittvandekragt. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.