Het onderhavige document bevat alle hoorcolleges van het blok 'verdieping bestuurs(proces)recht' (PUB4020). De hoorcolleges zijn integraal gedicteerd, waardoor het document alle relevante materie behandelt. Benevens is het wegens dit document niet meer noodzakelijk om de hoorcolleges (online) te be...
Laat ik ook even zeggen waarover we het niet hebben, laat ik met dat laatste beginnen. Er zijn heel
veel onderwerpen waar het interessant is om over te hebben, maar wat we niet gaan doen wat mij
betreft bijvoorbeeld de bestuurlijke besluitvormingsprocedure. Je weet het bestuur moet natuurlijk ook
aan allerlei algemene beginselen van behoorlijk bestuur zich houden, daar gaan we het in grote lijnen
niét in dit blok over hebben. Het zijn 6 ects, studenten vinden het al best vaak volle bak, dus die gaan
we al niet behandelen. Kun je daar dan niet toch je thesis over schrijven als je geïnteresseerd daarin
zou zijn? Ja, natuurlijk wel, maar niet een presentatie over houden, want dat moet gaan over
onderwerpen die echt in dit blok aan de orde komen. Bijvoorbeeld het vertrouwensbeginsel in de
laatste twee/drie jaar, kent interessante jurisprudentiële ontwikkelingen, daar hebben jullie al aan
geroken, spannend, super interessant, mooi thesisonderwerp, maar in dit blok – we moeten bepaalde
dingen niet doen, het is niet anders – gaan we daar (lees: beginselen van behoorlijk bestuur) geen
aandacht aan besteden. In dit blok gaan we ook niet separaat in op impact van het Unierecht. In dit
blok stippen we een enkele keer de impact van het EVRM wel aan, maar niet EVRM als zodanig
ofwel uitvoerig. We gaan wel in – overigens – op het evenredigheidsbeginsel, maar dan specifiek in de
context het evenredigheidsbeginsel bij de bestuursrechter. Dat heeft te maken met de toetsing die de
bestuursrechter uitoefent ten aanzien van het bestuur (het bestuurlijk handelen). En daarbij figureert
dat evenredigheidsbeginsel. En dat is dus ook in die laatste twee/drie jaar enorm gegroeid; bijzonder
interessante – ik zou zeggen spectaculaire – ontwikkelingen. Andere beginselen van behoorlijk bestuur
– in relatie tot bestuurlijk optreden – gaan we niét behandelen. We gaan ook het bestuursorgaanbegrip
niet behandelen. Om twee redenen: dat hebben jullie al in de bachelor behoorlijk gepraktiseerd en in
de tweede plaats ik probeer de meest dynamische, interessante ook voor de toekomst spannende
onderwerpen te behandelen. Het bestuursorgaanbegrip is niet oninteressant, toch ietwat minder in
beweging dan andere onderwerpen. Ook dat onderwerp gaan we dus niet behandelen. De
bezwaarschriftprocedure – ik zeg er zo misschien kort iets over -, maar de bezwaarschriftprocedure en
het heroverwegen in bezwaar bij het bestuursorgaan dat gaan we in beginsel niet behandelen. Als er
andere aspecten die heel actueel zijn, maar niet echt ingebed zijn, en je wilt er toch even aandacht aan
schenken, dan doen we dat natuurlijk met liefde en plezier. Maar de onderwerpen die ik zojuist
schetste, dat zijn er een paar die zijn gesneuveld bij het selecteren van de thema’s van het blok van
zeven weken, meer dan 6 ects mag ik er niet aan geven.
Waarover wel dan? Eigenlijk over deze vier thema’s die je hier ziet (zie onderstaand) in belangrijke
mate.
Het bestuurs(proces)recht anno 2021 gaat over vooral vier dingen. De discussie in het discours, maar
ook in de rechtspraak, de bewegingen, de manoeuvres van rechters, de dingen die ze nu durven doen
LexRosa 2021 - Verspreiden niet toegestaan.
3
, hebben met deze vier thema’s te maken. Ik zal het heel kort toelichten, ofschoon ze alle vier – twee of
drie ervan meer in het bijzonder – nog nader onder de loep worden genomen in de komende weken.
Met maatwerk bedoel ik: het bestuur moet maatwerk leveren, maar ook de bestuursrechter wanneer hij
oordeelt moet proberen maatwerk te leveren. Bestuur moet proberen niet te gemakkelijk te verschuilen
achter ‘het is een beschikkingenfabriek’ en misschien wel via algoritmen zijn er digitaal
geautomatiseerd zijn er beschikkingen genomen en zijn misschien ook wel bezwaren afgedaan. O, nee,
jakkes! Dan dreigt weer toeslagenaffaire deel twee. De rechter heeft door de toeslagenaffaire stevig te
verduren gekregen, is onder vuur komen te liggen. De rechterlijke macht heeft zich ook gelukkig
kritisch getoond inmiddels en heeft gedacht: ik moet wel maatwerk leveren. Dat betekent dus,
bijvoorbeeld, moet in dit individuele geval niet toch worden afgeweken van wat het beleid is, van wat
meestal wordt beslist, van eerdere beslissingen én misschien zelfs wel van de wet. Het
evenredigheidsbeginsel en een indringende toetsing, waar de bestuursrechter pleegde – zeker in het
verleden de neiging had – om toch zeker waar wat discretie is bij het bestuur om te zeggen: ik kijk
slechts of de beslissing niet onevenredig is, even bestuurlijke boetes daargelaten, maar bij andere
besluiten niet onevenredig. Ik had het als rechter zelf anders gedaan, maar ik ben het bestuur niet, niet
onevenredig, niet onredelijk, dus laat ik het zo. Met de toeslagenaffaire voorop, die attitude/houding
van de bestuursrechter is aan verandering onderhevig. Je kunt ook zeggen: lijkt onder voorwaarden,
onder omstandigheden, niet langer houdbaar.
Het derde is, dat hangt er ook mee samen, waar voorheen nog al eens het bestuur vanuit zijn eigen
perspectief keek van het is niet onrechtmatig het besluit dat we hebben genomen, het is niet in strijd
met ons beleid of regelingen en de rechter conformeerde eigenlijk naar dat bestuurlijke oordeel, ging
dus toch een beetje uit van: ja, het uitgangspunt is rechtmatigheid van het besluit, het bestuur zal het
wel goed hebben gedaan. Heel kort door de bocht hoor, dat mag je niet verder vertellen dat ik het zo
uiteenzet, maar min of meer. De rechter, om te beginnen bij het bestuur mag ook de rechter meekijken,
maar als we ons nou eens verplaatsen in de burger. Al heeft het bestuursorgaan misschien – als je
vanuit het bestuur bekijkt – alles gedaan dat je van het bestuur zou mogen verwachten, dan had het
bestuur en dus ook de rechter moeten kijken vanuit een ander perspectief dat vanuit de burger. Kon de
burger nou echt weten dat het bestuur dit niet zo anders had kunnen doen of dat de burger iets had
moeten doen dat van hem iets had worden verlangd dat voor hem niet duidelijk was en heeft hij dat
niet gedaan? Hoor je dat pas na de uitspraak, dan ben je te laat, dus eigenlijk voortijdig denken als
bestuur maar ook als bestuursrechter: als we nou eens verplaatsen in die burger, wat mogen we van die
burger verlangen? Is de burger hier niet op het verkeerde been gezet? Is het bestuur niet misschien –
strikt genomen – conform de regels aan het handelen geweest, maar had niet toch voor deze ene burger
een ander besluit eruit moeten komen? Omdat die burger, vanuit zijn perspectief tegen die overheid,
niet wist hoe precies de vork in de steel zat. Moet er worden afgeweken van het eigen beleid, vaste
rechtspraak en zelfs van de wet? Dat riekt naar contra legem. Ja, inderdaad. Dat is een van de lessen
die eigenlijk is gekatalyseerd door die toeslagenaffaire. Een responsief bestuur(srecht) dat is de
aanduiding voor wat wij vinden als bestuursrechtjuristen dat het bestuur niet moet denken: wij
besturen en voldoet dat wat wij doen net aan de maat? Nee, andersom. Wij moeten als het ware als
bestuurders, als bestuur proactief kijken naar kunnen we de burger helpen, informeren of op de route
helpen op weg naar wat hij wil. Dat kan ook best zijn dat hij niet kan krijgen wat hij wil, maar dat hij
wel, dat heeft met burgerperspectief te maken, de burger faciliteren om in ieder geval aan te kunnen
kaarten, te kunnen vragen wat zijn bedoeling is: wat hij nu eigenlijk wil, wat hem nu dwarszit. Met dat
laatste kom ik ook naar hoe de rechter tegenwoordig vrij centraal opereert. De rechter kijkt meer dan
vroeger naar: burger wat zit jou nou echt dwars? Wat wil je? Bestuur wat wil jij? Wat vind jij nou wat
net wel of net niet kan? Kortom, partijen – ik maak het even gemakkelijk: ik heb het over een burger
en een bestuursorgaan, een tweepartijengeschil, maar in de werkelijkheid is het vaak veel
ingewikkelder – wat houdt jullie nu echt verdeeld? Zit er misschien nog iets achter het rechtenconflict?
Dus meer doordringen tot partijen – de burger in het bijzonder, maar ook het bestuur – wat is nou de
LexRosa 2021 - Verspreiden niet toegestaan.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur LexRosa. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.