Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
Recherché précédemment par vous
Samenvatting Methoden en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen, ISBN: 9789036819718 Behandeling en interventie€4,99
Ajouter au panier
Samenvatting Methoden en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen, ISBN: 9789036819718 Behandeling en interventie
10 vues 0 fois vendu
Cours
Behandeling en interventie
Établissement
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Methoden en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen
Dit is een samenvatting van het boek 'Methoden en technieken van gedragstherapie bij kinderen'. Ik heb het volledige boek gelezen, en de belangrijkste punten eruit gehaald. Verder heb ik plaatjes en rijtjes toegevoegd. Soms is er extra informatie bijgezet, dat niet uit het boek komt, om bepaalde on...
Behandeling en interventie Prins H1 tm 12 + de Bruyn H9 en 10
Samenvatting VOLLEDIGE prins boek voor behandeling en interventie
Samenvatting H1, H3, H4, H6, H7, H9, H10 en H11 van het boek 'Methoden en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen' (Prins, Bosch & Braet, 2018) - 3e druk
Tout pour ce livre (47)
École, étude et sujet
Universiteit Utrecht (UU)
Premaster Clinical Child, Family And Education Studies
Behandeling en interventie
Tous les documents sur ce sujet (1)
Vendeur
S'abonner
Dione12345
Avis reçus
Aperçu du contenu
Blok 3
Behandeling en
interventie
Premaster CCFES
Dione12345
2021/2022
Boek: Methoden en technieken van gedragstherapie bij kinderen en
jeugdigen. Derde, herziene druk
,Deel I: Methoden en technieken
Hoofdstuk 1: Gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen: geschiedenis, kenmerken en
overwegingen bij het gedragstherapeutische proces
De moderne gedragstherapie start in de jaren twintig van de vorige eeuw; conditioneringsprincipes
werden gebruikt als verklaring om neurotisch gedrag aan te tonen bij kinderen. Dit werd met behulp
van vreesreacties gedaan (Watson, Rayner, Cover-Jones).
Pressey: ontwikkelde het prototype van de ‘leermachine’.
De echte doorbraak was in de jaren zestig van de vorige eeuw; men richtte zich op de behandeling
van ernstig ontwikkelings- en gedragsgestoorde kinderen. Hierbij diende de operante
conditioneringsprincipes van Skinner als leidraad.
De ontwikkeling van de gedragstherapie kan beschreven worden in drie fasen (generaties):
1. De eerste generatie gedragstherapie
Gericht op het uiterlijk waarneembare gedrag. Operante en klassieke
conditioneringsprincipes vormden de basis van de gedragstherapeutische interventies.
Bandura verruimde de theoretische basis van de gedragstherapie en voegde een
belangrijke dimensie toe aan de operante benadering; modelfunctie van ouders en
leeftijdgenoten (sociale-leertheorie)
Deze eerste fase vond plaats van de jaren zestig tot de jaren tachtig (10-15 jaar)
2. De tweede generatie gedragstherapie
Gaat ervan uit dat cognities in de vorm van gedachten of zelfspraak niet langer
bijverschijnselen zijn van uiterlijk waarneembaar gedrag, maar functionele onderdelen in
de gedragsketen. Zij betrekt cognities nadrukkelijk in de analyse en de aanpak van het
probleemgedrag
Vormen van cognitief leren, zoals sociaal leren en problemen oplossen, doen hun intrede
in de gedragstherapie en worden onderwerp van assessment en behandeling. Dit zijn
vormen van intern leren
Concepten als schema’s en irrationele cognities werden gebruikt voor metingen
Deze fase vond plaats in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw
3. De derde generatie gedragstherapie
Eind jaren negentig van de vorige eeuw
Nieuwe stromingen doen hun intrede, zoals mindfulness.
Deze nieuwe behandelvormen richten zich minder op het direct veranderen van het
denken, voelen en doen, of op de inhoud en de vorm van het denken, maar meer op de
functie ervan en de context waarin het zich afspeelt.
CGT: Cognitieve Gedragstherapie
Cognitieve gedragstherapie: gedrag is een uitkomst van een leerproces. Onjuiste cognities die ten
grondslag liggen aan het probleemgedrag.
Vb.: Een cliënt komt met probleemgedrag en daar liggen vaak onjuiste cognities achter (bijvoorbeeld
hoe je denkt over jezelf, ideeën die je belemmeren leveren angstige of depressieve gevoelens).
Kindergedragstherapie: een empirische benadering van psychologische problemen.
Ontwikkelingsperspectief: Het kind is constant in ontwikkeling, maar verloopt deze ontwikkeling ook
daadwerkelijk op de leeftijdslijn van het kind; Bijvoorbeeld de ontwikkelingstaken die het kind met
succes moet leren uitvoeren (zindelijk, agressie reguleren, uitstellen van beloning).
Samenwerken met ouders is een centraal kenmerk van de gedragstherapie. Gezinsleden kunnen een
rol spelen in de behandeling van het kind (ouders altijd).
Ook school en leerkracht wordt vaak bij de behandeling betrokken.
1
,Probleemoplossend perspectief: elk kind wordt geconfronteerd met steeds weer nieuwe problemen
die om een adequate reactie en oplossing vragen.
Kinderen leren vooral door te doen, meer dan door te praten (plezier speelt hierbij een rol). Daarom
is het van belang om de therapie speels en aantrekkelijk te maken.
Coach: een persoon die op basis van ervaring iemands vaardigheden versterkt en zijn ontwikkeling
leidt. Iemand die helpt doelen te bereiken, en beleeft plezier aan dit proces.
De therapeut stel zich hierbij op als een ‘collaborator’, iemand die samen met de cliënt ergens aan
werkt en suggesties doet hoe je iets zou kunnen aanpakken en die kan nagaan of dat iets op jou van
toepassing is. De therapeut zegt dus niet hoe iets moet, maar leert het kind zelfstandig na te denken
en oplossingen te zoeken.
Redenen om voor gedragstherapie te kiezen
Er wordt voor gedragstherapie gekozen, omdat je dan evidence-based aan het werk bent.
Evidence-based assessment: verklaren op basis van een probleemgerichte theorie
Evidence-based treatment: kiezen voor een aanpak die bewezen effectief is
Als evidence-based assessment en treatment hand in hand gaan kan er gesproken worden van
evidence-based practice; de integratie van het best beschikbare onderzoek en klinische expertise in de
context van cliëntkenmerken, cultuur en voorkeuren. (Herhaling van diagnostiek uit het boek van Tak
en Bosch).
Naast de keuze voor evidence-based werken en de keuze voor een cognitieve, gedragsmatige en/of
emotionele invalshoek, is het echter vooral het proces dat eraan voorafgaat (empirische cyclus).
Gedragstherapeutische interventies zijn gericht op de uitbreiding van de gedragsmogelijkheden van
kinderen en hun ouders. Anderzijds kunnen ze ook gericht zijn op de wijze waarop informatie
verwerkt wordt of op de hantering, opheffing of vermindering van emotionele problematiek
(woede).
Gedragstherapeutisch proces: een verzameling van min of meer samenhangende keuzemomenten
waarop therapeut en cliënt (opvoeders en kinderen) bepalen hoe zij verder gaan met de
behandeling. Dit wordt gekenmerkt door specifieke keuzemomenten
Het therapieproces is niet uitsluitend gericht op
het kind, maar ook op ouders, gezinsleden en
andere personen in de omgeving. Op het
plaatje hiernaast staat een schema om zo tot de
juiste personen te komen die van belang zijn bij
de behandeling.
Fasen van het gedragstherapeutisch proces:
1. Kennismaking
2. Probleeminventarisatie
3. Probleemdefiniëring
4. Behandelingskeuzen
5. Behandeling
6. Evaluatie en afsluiting
7. Boostersessies en follow-up
2
, Fase 1: kennismaking
Er moet besloten worden hoe de ouders bij het veranderingsproces betrokken kunnen en moeten
worden. De wijze waarop dit vorm krijgt verschilt per probleem, leeftijdsfase en betrokkenheid van
ouders:
- Per probleem: ouders van kinderen met gedragsproblemen leren bijvoorbeeld het gedrag
van hun kind beter te monitoren, terwijl ouders van angstige kinderen leren om minder
overgevoelig te zijn voor mogelijke gevaren en om hun kind meer los te laten.
- Per leeftijdsfase: in sommige gevallen moeten de ouders bij de sessies van hun kind aanwezig
zijn, terwijl zij er in andere gevallen juist beter niet bij kunnen zijn.
- Betrokkenheid: op welke manier moeten ouders betrokken worden. Moet men ouders
bijvoorbeeld als informant inschakelen om de aard van het probleemgedrag te kunnen
bepalen. Ouders kunnen ook als mede cliënten gezien worden.
Aandachtspunten kennismaking:
- Sluit aan bij het taalgebruik van de cliënt
- Geef op een begrijpelijke manier uitleg over wat gedragstherapie inhoudt, wat er gaat
gebeuren en waarom bepaalde zaken besproken of onderzocht worden
- Benadruk het belang om concreet over gedrag te praten
- Vermijd vakjargon bij het uitleggen van gedragstherapeutische principes
- Vermijd een te schoolse benadering, ook al is de relatie tussen therapeut en ouders in veel
opzichten didactisch van aard
- Wees je bewust van je rol; leraar, trainer of coach
- Benadruk het belang van huiswerk
- Typeer gedragstherapie als een leerproces met als uiteindelijk doel dat de ouders en/of het
kind beter gaan functioneren en leren om zelfstandig hun problemen op te lossen
Fase 2: probleeminventarisatie
Er wordt onderzocht wat als probleem ervaren wordt en aan welke gedragingen dit te merken is.
Het is van belang om na te gaan in hoeverre het probleemgedrag niet als ‘fase-problematiek’ is aan
te merken. Als dit het geval is, worden ouders geïnformeerd over de klacht dat in het
ontwikkelingspsychologisch kader wordt geplaatst (vb.: koppigheid van een peuter).
Het is van belang om te kijken nar de ontstaansgeschiedenis en de uitlokkende en bekrachtigende
omgevingsinvloeden van het probleem.
Aandachtspunten probleeminventarisatie:
1. Taalvaardigheid: bij jonge kinderen moet de mogelijkheden tot het voeren van een
probleemverkennend gesprek niet overschat worden, ook al blijft het mogelijk het kind bij de
probleemverkenning te betrekken en zijn ervaringen hierbij op te nemen
2. Rolverwachtingen: naast het verschil in taalvaardigheid, zijn de rolverwachtingen tussen
volwassene en kind van belang. Voor het kind is de therapeut dikwijls gelijk aan een
opvoeder. De volwassene als opvoeder geeft vaak een oordeel, een waardering en benadrukt
daarmee zijn of haar visie op het gedrag van het kind, diens gevoelens of ideeën
3. Fasespecifieke problematiek: bij de leeftijdsgroep tussen 12 en 18 jaar is de beleving gericht
op de specifiek met deze leeftijd samenhangen problematiek, zoals losmakingsproblematiek,
identiteit en seksuele problemen.
Holistische theorie (HT): de diverse elementen van de gedragsproblematiek worden in een
hypothetisch kader gezet, ook wel de voorlopige probleemsamenhang of casusconceptualisatie
genoemd. De HT geeft schematisch de probleemsamenhang weer zoals deze door de therapeut in
samenspraak met de cliënt, is geformuleerd op basis van intakegesprekking, metingen en observaties
(hypothesen). Dit kan gezien worden als onderdeel van de empirische cyclus.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Dione12345. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.