Pijn inleiding
- Pijn is de hoofreden waarom mensen medische zorg zoeken
- Begrijpen van mechanismen aan de basis van pijn is belangrijk effectief te kunnen
behandelen
- Therapeuten moeten misvattingen omtrent pijn en mensen met pijn herkennen en
weerleggen
- Onderzoek omtrent pijn enorm in lift
- Kine belangrijke rol in pijnbestrijding + bijdrage tot optimaal functioneren in dagelijks
leven ondanks pijn
Congenitale analgesie
- Afwezigheid van pijnzin
- Verwondingen vanaf eerste levensdagen
- Hebben extreme medische zorg nodig
- Pijnzin = vitale sensibiliteit
Definitie pijn
Pijn = een onaangename sensorische en emotionele ervaring die wordt opgewekt door een
(dreigende) weefselbeschadiging, of wordt beschreven in termen van weefselbeschadiging
- Pijn is subjectief
o Ieder individu leert het woord pijn te gebruiken obv ervaringen met
weefselschade in het vroeg leven
- Meten is moeilijk
- Pijn is emotie
- Weefselschade is niet noodzakelijk: pijnkabel model achterhaald, wel flexibel en
leerbaar pijnsysteem
Indelingen van pijn
- Ideaal: indeling volgens ontstaansmechanisme
- Plaats van pijn
- Plaats van oorsprong
- Somatisch vs psychisch
- Nociceptief vs non nociceptief
- Tijdsduur: acuut of chronisch
1
,Epidemiologie
- Voorkomen van pijn in de samenleving bestuderen om verbanden te ontdekken
o Bv stad of platteland, man of vrouw, kinderen en ouderen
- Risicofactoren kunnen afgeleid worden die belangrijk zijn voor preventie
o Bv lichamelijke inactiviteit, roken, eetgewoonten, werkomstandigheden,
stress
- Meest voorkomende regionale pijnsyndromen zijn rug-, heup-, en nekpijn (1/3 e tot
1/4e mensen), widespread pain 1/10
- Verschillende patronen voor mannen en vrouwen
o Vrouwen rapporteren meer ernstige pijn en meer frequent en meer
aanhoudend
- Verschillende patronen naar gelang de cultuur
- Percentage van pijn-gerelateerde beperkingen hoger bij lagere maatschappelijke
klassen
- Verschillend voorkomen van bepaalde vormen van pijn ifv leeftijd
- Herpes zoster (gordelroos)
o Vooral op jonge leeftijd
o Op jonge leeftijd hoofdzakelijk mannen, op oude leeftijd vrouwen
- Artrose
o Zelden op jongen leeftijd
o Nauwelijks verschil tussen geslachten
- Rugpijn met ischias
o Vooral in middelste levensfase
- Hoofdpijn
o Hoogste frequentie op jongvolwassen leeftijd, geleidelijk afnemend op hogere
leeftijd
- Migraine
o Piek in middelste levensfase, afnemend tot nul bij stijgen van leeftijd
- Maagzweer
2
, o Piek rond 60, en extra piek rond 30 voor mannen
H1: van pijnprikkel tot
pijngewaarwording
Pijnkabelmodel bij nociceptieve pijn
1. Stimulus
o Pijnlijke prikkel
2. Impuls transmissie
o Door actiepotentialen op te wekken
3. Dorsale hoorn
o Actiepotentialen langs c en a-delta vezels naar dorsale hoorn
4. Synaptische tranmissie
o Aankomst AP veroorzaakt opening kanalen op uiteinden van perifere
afferente sensorische vezels
o Vesikels die neurotransmitters bevatten fuseren met presnaptisch membraan
en laten hun inhoud los in de synaptische spleet
o Neurotransmitters binden met receptoren op postsynaptische membraan
5. Postsynaptisch
o Influx en efflux van stoffen die voortgang van AP langs axonen van
ruggenmerg naar brein toelaat
6. Verwerking en perceptie
o Pijninformatie wordt opgevangen en verwerkt door de hogere centra in de
hersenen Individu ervaart pijn
Nociceptieve pijn
- Nociceptoren zijn relatief ongespecialiseerde zenuwcel-uiteinden die de sensatie van
pijn opwekken
o Cellichaam in dorsale ganglion, axon naar de periferie, axon naar ruggenmerg
Nociceptoren-afferenten
3
, - C-vezels
o Ongemyeliniseerd
o Geleidingssnelheid: 0,4-1 m/s
o Polymodaal: hoge intensiteit mechanische, chemische, thermische prikkels
- A-delta vezels
o Gemyelineerd
o Geleidingssnelheid: 5-30 m/s
o Thermisch of mechanisch
Dualiteit van pijn
- Primaire pijn
o Eerste felle pijnscheut bij een verwonding
o Pijn is scherp, kortdurend en goed gelokaliseerd
o Aard van pijn zegt iets over aard van prikkel
o Gaat gepaard met felle reacties: wegtrekken, vloeken
o Komt tot stand via A-delta vezels
o Testen met speldeprik
- Secundaire pijn
o Begint later
o Zeurend, langdurig en diffuus gelokaliseerd
o Sterk emotioneel getint, door deze pijn lijdt men
o Dwingt tot gedragsverandering
o Hangt samen met activiteit van C-vezels
C-vezel is traag, geen hoge piek
Bij ischemie
Eerst verdwijnt primaire pijn, daarna secundaire pijn
Veroudering
A-delta vezels degenereren eerst, dus relatieve aandeel c-vezels is groter
Achterhoorn: 1e beslissingsstation
- Achterhoorn = centrum waar eerste beslissing gebeurt
o Al dan niet gewijzigd doorsturen van binnenkomende impulsstromen
- Geen 1 op 1 relatie
o wel divergentie-convergentie
4
, divergentie = 1 afferent geeft info aan verschillende neuronen
convergentie = neuronen krijgen input van meerdere afferenten
Laminae van Rexed
- Thv dorsale wortel: ordening van vezels
o c-vezels en a-delta-vezels dorsolateraal
- Binnenkomen van dorsale hoorn
o Vertakkingen over verschillende segmenten
- Nociceptieve afferenten vnl laag I (marginal zone), II (substantia gelatinosa) en V
- Transmitters bij synapsen op achterhoorn
o Substantia P en glutamaat voor c-vezels
o Excitatoire aminozuren (glutamaat en aspartaat) voor A-delta vezels
Neuronen in achterhoorn
- Zuiver tastgevoelig
o low treshold mechanic
- Breed-gevoelige
o Wide dynamic range
- Nociceptief specifiek
o Divers
- Nociceptief specifiek
o Alleen mechanisch
o Organisatie van afferente input in de dorsale hoorn is belangrijk voor
interpretatie van verschillende pijnsyndromen (bv gerefereerde pijn)
- Projectie-neuronen
o Vooral laag I en V
5
, - Interneuronen
o Exiterende
o Inhiberende (pre-of postsynaptisch)
o Invloed op: andere interneuronen, opstijgende neuronen, motorneuronen,
zijhoornneuronen
Presynaptische vs postsynaptische
inhibitie
- Postsynaptische inhibitie
o C remt N
- Presynaptische inhibitie
o C remt invloed van B op N
Achterhoorn = gate, filter
- Gate control theory
- Balans activiteit in dikke en dunne vezels belangrijk bij transmissie van pijn in dorsale
hoorn
- Basis van TENS en dorsal column stimulatie
Functionele toestanden van achterhoorn
Of en hoe prikkels worden doorgegeven aan het brein is afh van de toestand van
achterhoorn neuronen
1. Normaal
- Er is geen eerdere weefselschade of neurologische aandoening
- Externe prikkels worden waargenomen zoals we gewend zijn: een prik als een prik,
warmte als warmte, …
- Relatie tussen objectieve stimulus en subjectieve sensatie klopt
2. Geïnhibeerd
- De neuronen van de achterhoorn zijn minder gevoelig
- Door perifere remmende input; bv selectieve stimulus van de dikke vezels (tens)
6