Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting De Mens periode 1 €6,39
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting De Mens periode 1

 53 vues  1 fois vendu

Een heel duidelijke, gestructureerde samenvatting. Notities van de powerpoints + notities uit de boek. Ik heb zelf een 17 gehaald door deze samenvatting.

Aperçu 4 sur 60  pages

  • 12 avril 2022
  • 60
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (10)
avatar-seller
emmavangorp
Psychologie periode 1
Inleiding
Psychologie

 Wetenschap gedrag en geestelijke processen
 Breed veld
 Contact met mensen
 Raamwerk voor beter begrip
 Begrijpen van maatschappelijke problemen
 Behandeling van mensen vanuit een psychologische invalshoek

Doelen de mens

 Psychologische basiskennis bij iedereen naar hetzelfde niveau brengen (begrippenkader,
vaardigheden, …)
 Psychologische mechanismes maximaal verbinden met situaties uit het dagelijks leven.
 Aandacht voor psychologische functies: perceptie, ‘waar’nemen, leren, geheugen, denken,
emotie, motivatie, … (opbouwen en verfijnen via leerprocessen vanaf onze conceptie,
functies hangen onderling allemaal samen)
 Wisselwerking met anderen

Uitgangspunten

 Eigen constructie
 Totaalconstructie
 Aanpassing door middel van leerprocessen
 Werkelijkheid is de aanvaarde werkelijkheid: Wat we geloven of aanvaarden als
werkelijkheid, is voor mensen de werkelijkheid
 Hardware = Het zenuwstelstel
 Software = Perceptie, leerprocessen, denkprocessen, geheugen, emotie, motivatie, …

Definitie van psychologie: Psychologie is de academische discipline die zich bezighoudt met het
innerlijk leven (kennen, voelen en streven) en het gedrag van mensen.

Psychologen baseren hun kennis op wetenschappelijk onderzoek (onderzoek is systematisch,
objectief, controleerbaar)

Mensenkennis is eerder intuïtief (mensenkennis is gebaseerd op toevallige ervaringen, per definitie
subjectief, moeilijk te controleren)

SOCIALE CONTEXT: Betekenisverlening (mogelijk gemaakt door perceptie, lichaam, geheugen,
emotie, motivatie, denken, …) zorgt ervoor dat we doelgericht kunnen handelen. Andersom zorgt het
doelgericht handelen ook voor betekenisverlening.

Psychologie

 Psychologen: Master opleiding, daarna specialisatie in een van de deelterreinen van de
psychologie (Experimenteel psychologen, arbeids-en organisatiepsychologen, klinisch
psychologen, schoolpsychologen, sociaalpsychologen, ontwikkelingspsychologen, …)
 Psychiaters: Volgden een medische opleiding tot arts, daarna specialisatie in de behandeling
van mentale stoornissen.

,  Psychotherapeuten: Opleiding na basisopleiding om psychiatrische problemen te
behandelen, vier dominante richtingen (Psychoanalisten, psychodynamische therapeuten,
(cognitief)-gedragstherapeuten, systeemtherapeuten)
 Pseudopsychologie: Niet onderbouwde psychologische aannamen die niet wetenschappelijk
onderbouwd zijn. Deze kunnen gaan van inspirerend (levenswijsheid) naar schadelijk en
gevaarlijk (Astrologen, handlezers, grafologen, helderzienden, …)

Waarom zijn mensen zo goedgelovig?

 SKEPP (Studiekring voor Kritische Evaluatie van Pseudo-wetenschap en het Paranormale)
 Mensen houden van mensen met paranormale gaven omdat
o We nieuwsgierig zijn
o Ze vaak gelijk hebben (?)
o We psychologische behoefte hebben om te geloven dat er meer is, … en dat het goed
afloopt, iedereen heeft naïviteit nodig in zijn leven
o Wij van nature geneigd zijn om verbanden te leggen, niets gebeurd zomaar, op zoek
naar verklaringen
 ‘Forer of Barnum-uitspraken’ = Uitspraken die altijd gelden, komen voor bij horoscopen 
COLD READING (techniek wordt gebruikt bij politieverhoren, verkopers, …)
 Wanneer je kritisch naar bv. handlezers kijkt, is het niet schadelijk, het kan juist mensen aan
het denken zetten en inspiratie geven. Voor kwetsbare mensen kan dit wel schadelijk zijn.

Net als onderzoekers op andere vakgebieden, gebruiken psychologen een wetenschappelijke
methode om hun ideeën, empirisch te toetsen. Ontwikkel hypothese  Verzamel objectieve data 
Analyseer resultaten  Resultaten publiceren, bekritiseren en repliceren (herhalen)

Variabelen

 Onafhankelijke variabele: De variabele die gehanteerd wordt door de onderzoeker.
 Afhankelijke variabele: De variabele die verandert (of niet verandert) als gevolg van de
veranderingen in de onafhankelijke variabele.

Psychologisch onderzoek

1. Experimenten
2. Correlatieonderzoek
3. Enquête (Survey)
4. Natuurlijke observatie
5. Gevalstudie

5 soorten van psychologisch onderzoek uitgelegd

1. Experimenten
 Wanneer je wil weten of de ene variabele de andere veroorzaakt.
 Proefopzet: Alle variabelen onder controle en alle mogelijke storende variabelen
uitgeschakeld.
 Vind plaats in een laboratorium.
 Enkele termen
o Experimentele groep: Proefpersonen die worden blootgesteld aan de
speciale behandeling waar men meer over wil weten.

, o Controlegroep: Proefpersonen die worden gebruikt als vergelijkingsmateriaal
naast de experimentele groep. De controlegroep krijgt niet de speciale
behandeling waar men meer over wil weten.
o Onafhankelijke variabele: De variabele die de onderzoeker hanteert, volledig
in de hand van de onderzoeker.
o Afhankelijke variabele: Het effect van de onafhankelijke variabele op de
proefpersonen.

2. Correlatieonderzoek
 Bij een relatief grote groep individuen gaat men een aantal gegevens halen (vb.:
geslacht, leeftijd, intelligentieniveau,…). Daarna worden groepen onderscheiden en
gaat men kijken of er een verschil is tussen de reactie op een bepaalde variabele
tegenover de andere groep.
 Een correlatie is een verband tussen verschillende variabelen, dit verband is niet
noodzakelijk een oorzakelijk verband.
 De correlatiecoëfficiënt zal bij aanpassing van de ene variabele, de andere variabele
mee veranderen.
o Lage correlatie: Een verandering van één van de variabelen heeft weinig
effect op de andere variabele.
o Hoge correlatie: Bij aanpassing van de ene variabele, gaat de andere
variabele mee veranderen.
o Positieve correlatie (correlatiecoëfficiënt tussen 0 en 1): Tweede variabele
neemt toe wanneer de eerste toeneemt. Stijgende curve
o Negatieve correlatie (correlatiecoëfficiënt tussen -1 en 0): Tweede variabele
neemt af wanneer de eerste toeneemt. Dalende curve
o Correlatiecoëfficiënt rond 0: Geen/weinig verband tussen beide variabelen.
Geen verband, losse resultaten in de grafiek



3. Observatie
 Observeren van een proefpersoon in zijn of haar natuurlijke omgeving. Men grijpt op
GEEN enkele manier in. Doel: Beschrijven van het ‘natuurlijke gedrag’ van de
proefperso(o)n(en).



4. Interview of enquête
 Onderzoek waarbij via vragenlijsten getracht wordt meer te weten te komen over
een bepaald onderwerp of fenomeen. Informatie verzamen over gedrag dat zich in
de privésfeer bevindt (bv.: seksueel gedrag) of waarbij het gaat over mentale
processen die moeilijk te observeren zijn (bv.: geluk)
 Vragen stellen kan schriftelijk, open (je stelt de vraag maar gaat in op wat de persoon
zegt), gesloten (je houdt je strikt aan de vragen).
 Aandachtspunten
o Zijn de geïnterviewden representatief voor de onderzochte groep?
o Spelen de verwachtingen van de onderzoeker mee in het onderzoek?
o Is er kans dat de proefpersonen sociaal wenselijk gaan antwoorden?
o Kunnen de resultaten veralgemeend worden?

, o Is de vragenlijst correct opgebouwd? Volgorde vraagstelling heeft invloed.



5. Gevalstudie (case study)
 Meestal wordt dit type onderzoek enkel gebruikt in bijzondere situaties. Vb.:
Zeldzame ziekten of mensen met zeldzame talenten of aandoeningen.
 Gevalstudies geven specifieke inzichten, die echter moeilijk te veralgemenen zijn.



Bij het klaarmaken van een onderzoek zijn 2 begrippen van groot belang

 BETROUWBAARHEID: Mate waarin een meting onafhankelijk is van toeval. Test heeft een
hoge betrouwbaarheid wanneer deze test na herhaald afname van de test bij een bepaald
persoon dezelfde waarde/testuitkomst geeft.
 VALIDITEIT: De mate waarin de test meet wat hij hoort te meten of wat hij oorspronkelijk als
doel voor ogen had.

Andere belangrijke begrippen

 EXPECTANCY BIAS: Vertekening in psychologisch onderzoek door de vooringenomenheid van
de onderzoeker.
o EMOTIONELE BIAS: Ontstaat door ingebakken opvattingen waar de onderzoeker zich
niet van bewust is. Emotioneel redeneren, iemand geeft interpretatie op basis van
een emotionele reactie. Vb.: Misdadigers moeten hard gestraft worden.
o CONFIRMATION BIAS: Cognitieve neiging van mensen om meer waarde te hechten
aan informatie die hun eigen voorkeur en hypotheses volgt.

5 hoofdstromingen in de psychologie

1. Psychodynamisch perspectief
2. Behavioristisch perspectief
3. Cognitief perspectief
4. Humanistisch perspectief
5. Biologisch perspectief

5 hoofdstromingen uitgelegd

 Psychodynamisch perspectief
 Sigmund Freud ontwikkelde de psychoanalyse. In de psychoanalyse zorgt het
onbewuste voor psychische dynamiek. Dit onbewuste komt in belangrijke mate uit
ervaringen uit de jeugd.
 Freud introduceerde het bekende persoonlijkheidsmodel: EGO – ID – SUPEREGO
o ID  Driften, instincten, volledig onbewust, duivel
o SUPEREGO  Moraliteit, waarden, idealen, grotendeels onbewust, engel
o EGO  Compromis, bemiddelaar id en superego, realiteit, de mens zoals
we hem kennen, deels bewust
 Psychodynamische benadering = Psychoanalyse die wordt verbreed en op een
andere manier wordt uitgewerkt.
 +: Grote focus op het innerlijke, verleden.
 -: Houdt te weinig rekening met leerprocessen.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emmavangorp. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52928 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,39  1x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté