Dysartrie
,Dysartrie
Wat is dysartrie?
Definitie
Dysartrie is een verzamelterm voor een groep spraakstoornissen ten gevolge van een verstoring in
spiercontrole over de spraakmechanismen door schade aan het centraal of perifeer zenuwstelsel.
Men spreekt over een groep spraakstoornissen omdat er verschillende types dysartrieën bestaan die
zich elk op een verschillende manier manifesteren.
De spiercontrole kan verstoord worden op diverse manieren. Er kan een verlamming of slapte
optreden of er kan sprake zijn van coördinatieproblemen.
Dit beïnvloed de werking van de spieren elk op een andere manier.
De verstoorde spiercontrole komt vanuit schade uit het zenuwstelsel. Dit kan centraal of perifeer
zijn.
1) Centraal zenuwstelsel: de hersenen + ruggenmerg
2) Perifeer zenuwstelsel: zenuwen die buiten het centraal zenuwstelsel treden
➔ Zo bestaan er 11 paar hersenzenuwen en 30 paar ruggenmergzenuwen
Deze motorische problemen veroorzaken problemen in de orale communicatie door paralyse, zwakte
of dyscoördinatie van de spraakmusculatuur.
Het is te onderscheiden van spraakapraxie (= problemen met het plannen en programmeren van
bewegingen) en afasie (= inefficiënte verwerking van linguïstische eenheden)
Mensen met louter een dysartrie hebben geen problemen om de taal te begrijpen of om de juiste
woorden te vinden.
Schematische weergave opbouw zenuwstelsel
1
, Spraakstoornis
Een dysartrie komt tot uiting door de aantasting van de spraakcomponenten.
Meestal zijn meerdere spraakcomponenten in min- of meerdere mate aangetast.
We zien stoornissen op vlak van:
➢ Ademhaling: type, volume, beheersing
➢ Fonatie: kwaliteit, toonhoogte, luidheid
➢ Resonantie:
- Hyper-, hyponasaliteit, gemengd, nasale emissie
- Velofaryngeale incompentie
➢ Articulatie/mondmotoriek: hyper-, hypotoon
➢ Prosodie:
- Melodisch accent: verwijst naar de zinsmelodie (vb. het verschil tussen een
mededelende en een vragende zin)
- Dynamisch accent: verwijst naar de beklemtoning in een zin
- Temporeel accent: de spreeksnelheid te iemand hanteert
Welk(e) aspect(en) gestoord is/zijn, is afhankelijk van de aangedane plaats(en) in het zenuwstelsel.
Perifere versus centrale dysartrie
Zoals reeds eerder besproken kunnen letsels in het centraal of het perifeer zenuwstelsel resulteren in
een dysartrie. We kunnen dan spreken van een centrale dysartrie bij beschadiging in het centraal
zenuwstelsel en van een perifere dysartrie bij beschadiging in het perifeer zenuwstelsel.
Bij een perifere dysartrie kan er schade zijn ter hoogte van de kernen van de craniale zenuwen in de
hersenstam, in de craniale zenuwen zelf of in de spinale zenuwen.
De craniale zenuwen die gekend moeten zijn voor zowel het deel dysartrie als dysfagie zijn de
volgende:
1) Nervus Trigeminus (n. V): kaakspieren en sensibiliteit mondholte
2) Nervus Facialis (n. VII): mimische spieren, speekselproductie, mucus neus en mond
3) Nervus Glossopharyngeus (n. IX): velum en farynx
4) Nervus vagus (n. X): stembanden en velum
5) Nervus accessorius (n. XII): hoofdhouding
6) Nervus hypoglossus (n. XII): tongspieren
Bij een centrale dysartrie kan er schade zijn in de motorische cortex, het cerebellum, de subcorticale
structuren zoals de basale ganglia en de verbindingen tussen deze gebieden en de craniale en spinale
zenuwen, zijnde de tractus corticobulbaris (cortex - craniale zenuwen) en de tractus corticospinalis
(cortex - spinale zenuwen).
2
,3
, Dysartrie: types en kenmerken
Inleiding
Volgens Darley, Aronson en Brown (1969) worden 6 subtypes onderscheiden op basis van
perceptuele kenmerken:
1) Slappe (of bulbaire) dysartrie
2) Spastische (of pseudobulbaire) dysartrie
3) Atactische dysartrie
4) Hypokinetische dysartrie
5) Hyperkinetische dysartrie
6) Gemengde dysartrie
Later werd door Duffy (1996) hieraan een zevende subtype toegevoegd, met name de unilaterale
upper motor neuron dysartrie (of kortweg UUMN).
In wat volgt wordt elk subtype afzonderlijk besproken.
4
, De slappe (of bulbaire) dysartrie
= flaccid dysarthria
Een slappe dysartrie, ook gekend als bulbaire dysartrie is geassocieerd met beschadiging van het
lager motorisch neuron (Enderby, 2013). Daar de articulatie aangetast geraakt door de paralyse,
wordt de spraak onduidelijk. De spraak kan nasaal klinken ten gevolge van bilaterale paralyse van het
velum, en de stem kan een raspende kwaliteit hebben door verlamming van de stembanden. Atrofie
en fasciculaties van de tong alsook zwakte van het velum en de faciale spieren kunnen
optreden (Swanberg et al., 2007; Wees & Krivickas, 2011).
Bulbair verwijst naar “de hersenstam” en dat brengt ons tot de lokalisatie van het hersenletsel.
Lokalisatie Oorzaken Algemene kenmerken
Hersenstam: Divers: vasculair, degeneratief, ➢ Gestoorde reflexmatige en
➢ Letsel aan de kernen van traumatisch, infectieus, toxisch willekeurige bewegingen
het CZ ➢ Spierzwakte
➢ Letsel aan het CZ zelf ➢ Hypotonie (= te weinig
➢ Aandoening motorische spierspanning)
eindplaatjes CZ ➢ Atrofie (= afname van
spiermassa)
➢ Fasciculaties (= kleine
spiertrillingen onder de
huid)
Motorische eindplaatjes vormen het uiteinde van de motorische zenuw die het signaal van een
zenuw kan overbrengen op een spiervezel.
Indien er dus schade optreedt aan deze motorische eindplaatjes zal de signaaloverdracht
verminderen en zal er spierzwakte ontstaan.
Voorbeeld: bij de ziekte Myasthenia Gravis, daar maakt het lichaam antistoffen aan tegen de
receptoren van een bepaalde neurotransmitter. Daardoor wordt de neurotransmitter, die zorgt voor
signaaloverdracht, in mindere mate doorgegeven aan de spier waardoor er dus sneller vermoeidheid
optreedt.
Vasculair = betrekking hebbend op het bloedvatenstelsel – het netwerk van bloedvaten met
slagaders, aders en haarvaten
Degeneratief = het begrip degeneratieve ziekte is niet eenduidig. Meestal worden er ziekten onder
verstaan die gepaard gaan met een geleidelijk minder worden van een of meer lichaamsfuncties (vb.
Alzheimer).
Traumatisch = te makend hebben met een trauma (vb. traumatisch hersenletsel door een harde klap
op je hoofd).
5