Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Microbiologie: parasitologie,mycologie,antibiotica €6,49   Ajouter au panier

Notes de cours

Microbiologie: parasitologie,mycologie,antibiotica

 14 vues  0 fois vendu

Dit bevat notities van elk college en aanvulling van bijhorende cursus parasitologie, mycologie en antibiotica dat een onderdeel is van Microbiologie. Dit is zo opgesteld/geschreven dat je dit kan gebruiken als samenvatting

Aperçu 4 sur 69  pages

  • 25 avril 2022
  • 69
  • 2020/2021
  • Notes de cours
  • Philippe van den steen
  • Toutes les classes
Tous les documents sur ce sujet (4)
avatar-seller
LiseGillisjans
Microbiologie: parasitologie, mycologie en
antibiotica
Deel 1: parasitologie
1. Inleiding
Belang van parasitaire infecties (dia 3)

Enkele voorbeelden

 Malaria, een van de belangrijkste infectieuze ziekte ter wereld
 Slaapziekte, enorme economische schade
 Schistosoma (wormen)
 Ascaris (hondwormen)

Parasitaire infecties komen vooral voor in ontwikkelingslanden aangezien dat de hygiënische
omstandigheden daar niet optimaal zijn.

Sommige parasieten komen ook in de Westerse wereld voor bv toxoplasma = kattenziekte, zwangere
vrouwen moeten hiervoor opletten.

Sommige parasieten zijn opportunisten = parasieten die in een gezonde persoon relatief weinig
pathologie gaan veroorzaken. Mensen met een verzwak immuunsysteem, gaan hierdoor ziek zijn.
Dus deze parasieten gaan vooral mensen gaan infecteren met een onderdrukte immuniteit zoals
AIDS-patiënten en bij transplantaties.

Parasitisme = vorm van symbiose waarbij één van de partners afhankelijk is van de andere partner
ivm nutriënten, protectie etc. Hierbij “geniet” de parasiet van deze vorm van samenleving, terwijl het
schadelijk is voor de gastheer. (definitie is niet van buiten te kennen)

 Ectoparasieten: deze zitten aan de buitenkant van ons lichaam bv teken
 Endoparasieten: deze gaan in het lichaam terecht komen
o Protozoa: eukaryote eencelligen zonder celwand. Het zijn dus geen bacteriën en
gisten (want hebben geen celwand)
o Helminthes: wormen

Protozoa (dia 5)

= eencellige eukaryoten zonder celwand.

Onderverdeling is gedeeltelijk gebaseerd op voortbewegingswijze

 Amoebidae: amoeboide voortbeweging met pseudopodium
 Mastigophora: flagellaten
o Giardia
o Leishmania
o Trypanosoma: verwekker van slaapziekte
 Apicomplexa: aanwezigheid van apicaal complex voor cel-invasie. Typische intracellulaire
parasiet
o Plasmodium
o Foxoplasma


1

,  Ciliophora: cilia zijn miniatuur flagellen. Voorbeeld pantoffel diertje
 Microsporidia: deze worden onder fungi ondergebracht want ze hebben geen
mitochondrium

Ciliphora (dia 6)

= eukaryote cel met al de cilia (= miniatuur flagellen of trilharen), hierdoor heel goed kunnen
rondzwemmen in het water.

Voorbeeld: paramecium: pantoffeldiertje (leeft in het water). Dit is medisch gezien niet echt
belangrijk. Er zijn van deze soort weinig van medisch belang buiten: Balantium Coli: intestinale
infectie, kan diarree veroorzaken en kan ernstig zijn bij immuunosuppressie.

2. Amoebae
Voortbeweging: pseudopodium.

Cellen die zich voortbewegen op een amoeben wijze. Dat heeft allemaal te maken met het
cytoplasma:

 Binnenste zone: plasmasol
 Buitenkant: plasmagel

Het cytoskelet is volledig gepolymeriseerd

Plasmasol wordt omgezet naar de gel je krijgt dus polymerisatie en zo kan de cel aan de voorkant
beginnen groeien. Aan de achterkant wordt gel omgezet naar plasmasol en zo gaat het gaan
krimpen. Zo kan het gaan voortbewegen.

Uitsteeksel van voor pseudopodium, dat kan zich gaan vastplakken aan iets. Zo krijg je een soort van
voortglijdende beweging.

Entamoeba histolytica (dia 8)

Voorbeeld: Entamoeba histolytica. Deze kan je makkelijker onder de microscoop gaan bekijken.
Celkern ziet er uit als een fietswiel dat is een typisch uitzicht bij deze soort. Een tweede puntje, het
kan een aantal cysten gaan vormen dat zijn kleine cellen die in een metabole rustfase zitten, wel
beschermd tegen extreme omgevingsomstandigheden. De cysten gaan ook chromatide staafjes
hebben. Deze komt voor overal ter wereld, zeker in dicht bevolkte gebieden. Het veel veelvuldig
voorkomen is afhankelijk van slechte hygiëne want transmissie is via de faces. Deze kunnen ook
overleven in de darmen van vliegen en kakkerlakken. Dat is belangrijk voor de verspreiding maar het
is ook interessant van evolutionair standpunt, dat lijkt een beetje op het gene wat malaria door
muggen doorgegeven.

Levenscyclus van de parasiet (examenvraag) (dia 9)

Starten vanonder, de cysten kunnen oraal worden opgenomen door voedsel en die komen naar
binnen en komen in de maag terecht. Daar heb je een lage pH en dat zal de cysten gaan activeren.
Eens dat dat in de darmen zit zal de parasiet uit de cysten kruipen en zal zich zo gaan voeden en
vermenigvuldigen dat is een trofoziet (etende cel). Dan gaat die weer cysten gaan vormen die dan
met de faces naar buiten kan gaan.

Deze parasiet kan ook nog iets anders doen, hij kan doorheen het darmepitheel gaan migreren dan
krijgen we invasieve amoebiase


2

,Luminale VS invasieve amboebiasis (dia 10 + 11)

Luminale amoebiasis = asymptomatisch maar wel infectieus wat betekend dat er productie van
cysten is.

Invasieve amboebiasis = wel pathologisch maar weinig infectieus wat maakt dat er geen cysten
worden gevormd. De parasiet gaat binden op de mucosa van de darmen en binden op allerlei suikers
van die mucosa. Hij gaat ook protease gaan beginnen produceren en dat zorgt ervoor dat er een
gaatje wordt gemaakt in het darmepitheel en dan komt de parasiet in de submucosa. Deze parasiet
kan dan via de bloedbaan terecht komen in het bloed. Bloed van de darmen gaat naar de lever dus
de parasiet ook zo hebben we de hepatische amoebiasis. De parasiet gaat al de levercellen gaan
opeten dat is zeer ernstig en kan lethaal zijn. Dan zal het gaan verder migreren, het zal doorheen de
wand van de buikholte gaan en kan zich zo verder gaan verspreiden. Kan ook doorheen het
diafragma en kan zo in de longen terecht gaan komen. Die kan dus overal terecht komen en heel veel
schade gaan aanrichten. Mensen kunnen ook op een andere manier geïnfecteerd worden bv ogen en
dan zo via de zenuwbaan rechtstreeks naar de hersen gaan. Dat is vaak lethaal

Bovenaan: lumen van de darm en daarna is het darmepitheel helemaal kapot en hieronder zie je die
soort van zweer en je ziet grotere bollen inzitten en dat zijn de amoebe en die gaan daar eten en
prolifereren. Dat is niet gezond en de darmwand kan niet goed meer functioneren. Hierdoor zware
en bloederige diarree

Dia 12

E. dispar: morfologisch identiek, niet pathologisch en het is veel voorkomend. Het zelfde uitzien als
de voorgaande besproken (vorige slide) dat is een probleem voor de diagnose

Andere soorten: E. hartmanni, E. coli, E. polecki, E. gingivalis (= bevindt zich in de mondholte en kan
zo het tandvlees gaan aantasten), Iodamoeba bütschlii, Endolimax nana. Deze zijn niet pathogeen.

Vrij levende pathogene amoebae (dia 13 + 14)

Deze leven in zoet water en in de da aarde, zeldzaam.

Voorbeeld: Naegleria Fowleri. Vrij levende amoebae (beken, water,..) het heeft ook flagellen het zit
tussen de amoebae en de geflagelleerde. De amoebae vorm is dan ook pathologisch. Mensen die in
dat geïnfecteerd water rondzwemmen kunnen geïnfecteerd worden via de ogen en dan zo naar de
hersenen gaan.

Naegleria fowleri

 Veroorzaakt “primary amoebic meningoencephalitis”
 Infectie via neus of mond
 Amoeben in hersenweefsel en CSF
 Meestal lethaal

Coupe van hersenen, massa van amoebae die prolifereren en zo de hersen gaat opvreten. Dit gaat
heel snel kan dood na 2 dagen na infectie. Het gaat zo snel en zeldzaam dat de meeste gevallen
lethaal zijn omdat ze er niet op tijd bijzijn om dat te gaan vaststellen. Indien op tijd = goede
behandeling.



3

, 3. Intestinale flagellaten: Giardia Lamblia
Giardia Lamblia: flagellaat, verschillende flagellen en daarnaast heeft die een zuignap waarmee die
zich kan vasthechten aan de darmwand. 2 oogjes dat zijn 2 celkernen, 2 omdat die heel de tijd bezig
is met celdeling dat is heel snel en dat is een groot probleem. Celdeling gebeurd longitudinaal. Deze
kunnen ook cysten vormen, 4 celkernen en een aantal restante van flagellen die onderscheiden kan
worden.

 Trophozoieten zitten vastgehecht in duodenum en galkanaal
 Grote adhesieve schijf zorgt voor vasthechting aan epiteelcellen
 Flagellen om te zwemmen in het lumen
 Vermenigvuldiging door longitudinale splitsing
 Cysten met 4 kernen en resten van flagellen, worden gevormd in colon
 Komt veel voor (“backpacker’s disease”), cosmopoliet; oa 23 % van toeristen in Rusland
 Wellicht ook in allerlei dieren (schapen, honden, bevers, ...

Levenscyclus (dia 16)

Cysten die oraal worden opgenomen, in de maag activatie door de zure pH in de darmen parasiet uit
de cysten daar gaan profileren en eten en daarna cysten opnieuw vormen en dan weer uitscheiden
via de faces. Pathologisch probleem!

Pathologisch probleem (dia 17)

Parasiet kan zich vasthechten aan de darmwand en gaat massaal gaan prolifereren waardoor de
darm volledig bedekt wordt door de parasiet en hierdoor kan de darmwand niet meer goed
functioneren. Dat zijn massieve infecties en heel veel parasiet en cysten. Deze zijn heel infectieus.
Het komt typisch voor in kindercrèches. Hygiëne is hier essentieel

4. Hemoflagellaten
Dit zijn flagellaten die in het bloed voorkomen.

Morfologie: deze kunnen 4 verschillende vormen aannemen:

 Amastigoot
 Promastigoot
 Epimastigoot
 Trypomastigoot

Links: amastigoot deze heeft geen flagel, die is zodanig kort dat die niet functioneel is. Ziet eruit als
een bolletje met celkern etc

Promastigoot: parasiet met celkern en organellen en daar hangt eindstandig een flagel aanvast en
daarmee kan die zich gaan voortbewegen. De flagel gaat voorop dus dat gaat een soort van
schroefbeweging maken en die gaat de parasiet gaan voortrekken.

Epimastigoot: flagel is niet op het uiteinde maar die ontspringt middenin de langwerpige cel en gaat
een eindje gaan uitsteken. Is verbonden met de rest van de cel door een membraan en dat kan soort
van een voortbeweging geven. Ontspringen na de celkern

Trypomastigoot: bijna het zelfde als epimastigoot. Het verschil tussen de 2, flagel loopt ook naast de
celkern




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur LiseGillisjans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67096 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49
  • (0)
  Ajouter