1. Toon met een aantal uitgewerkte voorbeelden het belang van het begrip
ladingsdichtheid aan in de scheikunde.
Voorbeeld 1: Wanneer de ladingsdichtheid van een kation of anion te groot zou zijn na het
oplossen kan een zout niet dissociëren waardoor het niet oplost en dus een neerslag vormt.
Bijvoorbeeld Al 3+
Voorbeeld 2: Als het centrale kation van een complex een hoge ladingsdichtheid kent zal het
stabielere complexen vormen dan wanneer de ladingsdichtheid kleiner zou zijn. Dit door het
vergroten van het molecuul, waardoor dezelfde lading over een groter volume wordt
uitgespreid, de ladingsdichtheid neemt dus af.
Bijvoorbeeld: de Kst van Al 3+ met EDTA vergelijken met de Kst van Ag + in EDTA
2. Geef de vuistregels voor het maken van een goede bufferoplossing. Leid ook
wiskundig deze vuistregels af aan de hand van de begrippen neutralisatiegraad en
buffercapaciteit.
De 2 vuistregels voor het maken van een buffer:
De Pka van het zwak zuur moet dicht bij de gewenste pH van de buffer liggen
Er moet een grote concentratie zuur en zout in de bufferoplossing aanwezig zijn
Afleiding van regels: p.174-176
Om een zo klein mogelijke pH-verandering te hebben moet het rechterlid van deze
vergelijking zo klein mogelijk zijn. Neutralisatiegraad(α) = Czout/C0 (met C0 = oorspronkelijke
hoeveelheid zwak zuur en Czout = concentratie aan geneutraliseerd zuur door een sterke base)
en C0 = Czout + Czuur. Opdat log(Czout/Czuur) = log(α/(1- α)) zo klein mogelijk is moet de
neutralisatiegraad(α) gelijk zijn aan 0,5. dwz dat het zwakke zuur half geneutraliseerd moet
worden ofwel gelijke conc van zwak zuur en zout. tot een zout geneutraliseerd wordt door een
sterke base (= betekenis neutralisatiegraad) wat betekent dat Czout = Czuur. De Pka zwak zuur
moet bijgevolg zo dicht mogelijk bij de gewenste pH liggen en dan gecorrigeerd worden met
log(Czout/Czuur).
Voor de tweede vuistregel moet er gekeken worden naar de buffercapaciteit: de
buffercapaciteit is de verhouding van de verandering aan zoutconcentratie tot de verandering
van pH (Delta(Czout)/Delta(pH)) met de kennis dat Czout = neutralisatiegraad * C0 kan er
gevonden worden dat de buffercapaciteit recht evenredig is met de oorspronkelijke
concentratie aan zuur C0. Om een zo groot mogelijke buffercapaciteit te krijgen moet er dus
een grote C0 zijn wat leidt tot een grote Czout en Czuur.
3. Geef de lijn aan van de gedachtengang voor de opbouw van het periodiek systeem aan
de hand van de afleiding van de gedetailleerde elektronenstructuur van het atoom.
De opbouw van het periodiek systeem is in de kern opgebouwd uit twee relaties:
, - Binnen een groep hebben de elementen allemaal hetzelfde aantal elektronen op de
buitenste schil. Een voorbeeld hiervan zijn de alkalimetalen, die op hun buitenste schil
allemaal S1 hebben. Li (1s2 2s1), Na (Ne 3s1) etc.
- Extra: regel van Pauli, regel van Afbau en regel van Hund
4. Welke factoren bepalen de redoxpotentiaal van een redox-halfreactie? Leid wiskundig
het verband af tussen de standaard-redoxpotentialen van twee halfreacties en de
evenwichtsconstante voor de totale reactie. Welke besluiten kun je trekken ?
Het redoxpotentiaal van een redox-halfreactie wordt bepaald door:
- De aard van het redoxstelsel AKA de standaardreductiepotentialen
- De temperatuur (T)
- Het aantal uitgewisselde elektronen (n)
- De concentratie van de betrokken ionen (alleen in water)
Dit valt af te leiden uit de Nernstvergelijking:
=
In evenwicht geldt: Q=Kev, hieruit kan door omschrijven het verband tussen de
evenwichtsconstante en het reductiepotentiaal bekomen worden
5. Geef de regels voor het bepalen van de moleculaire geometrie met covalente bindingen
en voor de coördinatiestructuur met de ionische binding. Bespreek de oorzaak van de
verschillen in deze regels.
Het sterisch getal (aantal elektronenparen + atomen waar het covalent mee is gebonden)
moet bepaald worden, dit kan gemakkelijk via de Lewisstructuur van het molecuul. Aan de
hand van het sterisch getal kan de hybridisatie bepaald worden, waardoor ook de geometrie
van het molecuul duidelijk wordt. Tabel 4.5 BOD
Om de coördinatiestructuur van ionische bindingen te bepalen, moet er worden gekeken naar
de verschillende ion-stralen. Aan de hand van de verhouding tussen deze twee ion-stralen
kan er worden afgeleid hoe de coördinatiestructuur er uit gaat zien. (r+/r-)
, Deze manieren om de ruimtelijke oriëntatie te bepalen van een molecuul zijn erg verschillend,
omdat de aard van de bindingen ook verschillend is. bij een ionbinding is het gebaseerd op de
aantrekkingskracht van de ionen, ze wisselen de elektronen uit en vormen zo een binding. De
ionstralen bepalen dus de sterkte en de aard van deze binding. Bij de covalente binding delen
de atomen elektronen om zo toch aan de edelgasconfiguratie te voldoen en een stabiel
molecuul te vormen. Hoeveel elektronen er gedeeld worden en aanwezig zijn in de schillen
bepaalt dus hoeveel van deze bindingen zullen vormen en hoe het molecuul er dus ook uit
gaat zien.
6. Bespreek de katalyse van een scheikundige reactie. Geef een aantal typische
voorbeelden van een dergelijk proces. Wat is de functie van een katalysator ? Op welke
manier kunnen we de werking van een katalysator verklaren ?
De functie van een katalysator is het versnellen van een reactie door het verlagen van de
activeringsenergie (Boltzman). ). Dit kan gebeuren op 3 manieren: Homogene katalyse,
Heterogene katalyse of Enzymatische katalyse. Dit is vooral nuttig bij exotherme reacties
aangezien deze op een zeer lage temperatuur moeten gebeuren om een aanvaardbare
omzettingsgraad te verkrijgen. Deze reacties verlopen echter zeer traag onder lage
temperaturen waardoor een katalysator zeer goed van pas komt om de reactie te versnellen.
Voorbeeld: homogene katalyse, de reagentia zijn in dezelfde fase als de katalysator (NO/NO2)
Voorbeeld: heterogene katalyse met vanadiumpentoxide
Voorbeeld: enzymatische katalyse, dit is een substraatspecifiek enzym dat één specifieke
reactie kan katalyseren. De overeenkomst tussen enzymatische- en heterogene katalyse is
dat bij beiden een beperkt oppervlak beschikbaar is. De analogie tussen enzymatische- en
homogene katalyse is dat deze allebei in dezelfde fase verkeren. Kinetisch komt
enzymatische katalyse overeen met heterogene katalyse (door beperkt oppervlak)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maximealcide. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.