Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Gemeenschappen en ondernemen samenvatting compleet volgens toetsmatrijs (Sociale rechtvaardigheid) €8,99   Ajouter au panier

Resume

Gemeenschappen en ondernemen samenvatting compleet volgens toetsmatrijs (Sociale rechtvaardigheid)

8 revues
 388 vues  62 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Overzichtelijke en complete samenvatting welke is uitgeschreven volgens de toetsmatrijs van de werkplaats Sociale Rechtvaardigheid. Met deze samenvatting heb ik een 8 gehaald op het tentamen. De samenvatting is geheel compleet en bevat alle benodigde hoofdstukken en artikelen.

Aperçu 4 sur 56  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1,2,3,4,4,5,6,7,11
  • 28 avril 2022
  • 56
  • 2021/2022
  • Resume

8  revues

review-writer-avatar

Par: julianwesterbaan • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: marouasghir • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: naomi16 • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: michellarizkalla • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: kimbliek • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: davinebrugman • 9 mois de cela

review-writer-avatar

Par: lisabroekhuizen1999 • 1 année de cela

Afficher plus de commentaires  
avatar-seller
Samenvatting kennistoets Gemeenschappen en Ondernemen

 Kan uitleggen op welke wijze sociaal kapitaal (bindend, overbruggend en linking) een
bijdrage kan leveren aan het vergoten van inclusie binnen een bepaalde gemeenschap.

Artikel Sociaal Kapitaal (week 6)  Nunez Mahdi

Omschrijving sociaal kapitaal (door Pierre Bourdieu):

 Deze benadering is vooral gebaseerd op microniveau (individueel)
 Sociaal kapitaal is de som (het geheel) van bestaande of potentiële hulpbronnen die
voortvloeien uit een duurzaam netwerk.
 Sociaal kapitaal gaat over de relaties die individuen kunnen behouden en de hulpbronnen die
hieruit voortkomen.
 Sociaal kapitaal moet je onderhouden en investeren
 Sociaal kapitaal zorgt voor wederkerigheid tussen individuen
 Hoe meer sociaal kapitaal je hebt hoe meer ‘connecties’ je hebt, waardoor je beter in staat
bent om je doelen te bereiken.
 Bourdieu ziet sociaal kapitaal als het ‘bezit’ van individuen.
 Sociaal kapitaal kan bestaan uit zowel informele netwerken als formele netwerken.

Voorbeelden informele netwerken: Familie, vrienden, buren, studiegenoten, coaches, leden van een
sportvereniging, collega’s, facebookvrienden etc.
Voorbeelden formele netwerken: De directeur van de hogeschool, de manager van je werk

Omschrijving sociaal kapitaal (door Robert Putnam):

 Deze benadering is meer gericht op macroniveau
 Hij beschrijft sociaal kapitaal als kenmerken van sociale organisaties (zoals netwerken,
normen, morele verplichtingen en sociaal vertrouwen) die de samenwerking makkelijker
maakt en wederzijds voordeel is.
 In de benadering van Putnam wordt sociaal kapitaal gezien als eigenschap van collectiviteit.
 Putnam maakt onderscheid tussen bonding social capital en bridging social kapital waarmee
de verschillende effecten van de netwerken worden aangegeven.

De waarde van sociaal kapitaal:

 Sociaal kapitaal zorgt voor sociale contacten
 Sociaal kapitaal zorgt voor ‘connecties en schakels’ waardoor je je doelen beter kan behalen
 Door deze connecties en schakels kan je dit bijvoorbeeld banen & stageplekken opleveren 
Hierdoor word je kredietwaardig (je voldoet aan financiële verplichtingen). Hierdoor wordt
sociaal kapitaal uiteindelijk omgezet in economisch kapitaal.
 Sociaal kapitaal heeft een wederkerigheidsprincipe. Door het inzetten van alle beschikbare
netwerken worden de kansen van alle betrokkenen vergroot en andersom.
 Sociaal kapitaal is goed voor de gezondheid
 Sociaal kapitaal bevorderd de buurtveiligheid (mensen letten en zorgen voor elkaar)

Kortom: Sociaal kapitaal draagt bij aan de kwaliteit van leven en aan de maatschappelijke
betrokkenheid. Ook kan je sociaal kapitaal inzetten om tastbare voordelen op te leveren (geld etc.).

Vijf verschillende soorten kapitaal (door Pierre Bourdieu)

1. Economisch kapitaal: De beschikbaarheid van financiën en eigendommen. Dit bepaalt de
sociaaleconomische status. Het gaat zowel om jouw eigen vermogen als vermogen uit je
familie en netwerk.
2. Cultureel kapitaal: Het geheel van culturele goederen die van generatie tot generatie worden
doorgegeven. Bijvoorbeeld: kennis, vaardigheden en het hebben van een goede opleiding.
Hierdoor bereik je makkelijker je doelen, met minder moeite dan mensen zonder dit kapitaal.
Het tonen en hoorbaar maken van je culturele kapitaal (bijvoorbeeld mee kunnen praten over



1

, films, kunst en literatuur) geeft jou aanzien en acceptatie.  Daardoor verwerf je meer sociaal
kapitaal.
3. Sociaal kapitaal: is volgens Bourdieu het geheel van bestaande of potentiële hulpbronnen
die komen uit het hebben van een of meer netwerken/relaties. Deze hulpbronnen kunnen
helpen om doelen te bereiken.
4. Symbolisch kapitaal: Het hebben van status, erkenning en waardering. Dit is een breed
begrip. Voorbeeld: het hebben van een indrukwekkende achternaam, het winnen van prijzen,
het kunnen veroorloven van dure merkkleding of naar een dure school gaan. Symbolisch
kapitaal wordt ook gebruikt om macht uit te oefenen.
5. Linguïstisch kapitaal: het vloeiend beheersen van de taak en je perfect kunnen uitdrukken in
het uitspreken van jouw wensen.

Het is belangrijk om deze verschillende soorten kapitaal te onderscheiden omdat men deze inzet om
hun doelen te bereiken.

Bonding social capital (verbindend sociaal kapitaal)
Bonding is het vormen van sterke banden tussen mensen van dezelfde gemeenschap of achtergrond
(bijv familie). Het gaat om mensen met een gezamenlijke achtergrond of gezamenlijke belangen, zoals
mensen dezelfde leeftijdsgroep, met eenzelfde etnische achtergrond of aanhangers van dezelfde
godsdienst die elkaar opzoeken, bevriend raken en sociaal kapitaal bouwen  Voorbeelden zijn een
bijbelgroep, een Turkse studentenvereniging, of een katholieke studentenverenging.
Het is een naar binnen gekeerde vorm van sociaal kapitaal.

De waarde van bonding:
Voor sommige kansarme gezinnen is dit het enige sociale kapitaal waar ze op terug kunnen vallen.
Dus het is belangrijk dat bonding plaatsvindt.

Bridging social capital
Bridging is sociale contacten bouwen met andere groepen die niet hetzelfde zijn als jij. Het heeft als
doel om bruggen te bouwen en verbinding te maken met andere gemeenschappen, leeftijdsgroepen
en etnische groepen. Voorbeeld: Een Surinaamse ouderengroep en een Nederlandse ouderengroep
dat elk weekend bij elkaar komt. Het is een naar buiten gekeerde vorm van sociaal kapitaal.

De waarde van bridging:
Door bridging ontstaan sterkere netwerken die klassen, status en achtergrond samenbrengt. Dit zorgt
voor wedekerigheid (vernieuwing en versteviging). In een multiculturele gemeenschap zijn zowel
bonding als bridging nodig, omdat het sociaal kapitaal toeneemt door beide.  Beide vormen zijn dus
belangrijk om te participeren in de samenleving

Bij immigranten wordt er vaak verwacht dat ze meer aandacht besteden aan bridging (het verbinden
met bijvoorbeeld Nederlandse groepen) en dat ze bonding (het verbinden met hun eigen
cultuurgroepen) loslaten om te kunnen integreren in het land. Bij een goede multiculturele
samenleving is het belangrijk dat mensen de ruimte krijgen voor zowel bonding als bridging. Alleen
door deze combinatie neemt het sociale kapitaal toe.

Linking social Capital
Er is sprake van linking als individuen relaties opbouwen met instellingen en personen die macht
hebben over hen, bijvoorbeeld om toegang te krijgen tot diensten, banen of middelen. Voorbeeld
linking: Een groep vrijwilligers heeft een contacten van mensen de overheid om subsidies te krijgen.

De waarde van Linking:

 Informatiestroom: Sociale contacten met machtige instellingen of personen bieden je
informatie.
 Invloed: Sociale contacten met machtige instellingen of personen kunnen invloed uitoefenen
om het werken van bijvoorbeeld banen of huizen (door bijvoorbeeld een goed woordje te
doen)
 Sociale acceditatie: door sociale contacten met machtige instellingen of personen erkennen
sociale contacten hun relatie met jou. Het zijn sociale geloofsbrieven.

2

,  Bekrachtigen van je sociale identiteit: Door sociale contacten met machtige instellingen of
personen versterkt jouw toegang op bepaalde middelen die beschikbaar zijn van leden van
het netwerk. Het erkent jouw waardigheid als individu en als lid van een sociale groep die
dezelfde interesses deelt.  Het biedt dus emotionele steun maar ook publieke erkenning van
jouw claim op bepaalde middelen.

Bijdrage van sociaal kapitaal (bonding, bridging, linking) bij het versterken van de inclusie.
Sociaal kapitaal zorgt voor hulpmiddelen vanuit je netwerken, zoals hulp en steun door familieleden
(bonding)  hierop kan je terugvallen voor hulp bij het meedoen in de samenleving (inclusie).

Sociaal kapitaal zorgt voor belangrijke connecties met andere mensen/groepen (bridging) en met
machtige en hogere instanties (linking). Door deze connecties en schakels kan je dit bijvoorbeeld
banen & stageplekken opleveren  Hierdoor heb je betere kansen in het meedoen op de
arbeidsmarkt waardoor je ook economisch kan participeren in de samenleving (inclusie).

Sociaal kapitaal heeft een wederkerigheidsprincipe. Door het inzetten van alle beschikbare netwerken
worden de kansen van alle betrokkenen vergroot en andersom  door het wedekerigheidprincipe
kunnen mensen elkaar helpen bij het participeren in de samenleving (inlcusie). Mensen helpen elkaar
om erbij te horen.

Ook zorgt sociaal kapitaal voor sociaal vertrouwen. Door sociaal vertrouwen krijgen mensen het
gevoel dat ze erbij horen in de gemeenschap  inclusie



Begrippen rondom sociaal kapitaal (volgens Pierre Bourdieu):

 Veld (Champs): Bourdieu deelt de sociale ruimte (de samenleving) in
velden die elkaar overlappen. Voorbeelden zijn politiek, arbeidsmarkt,
onderwijs, wetenschap, zorg, media etc. Al deze velden zijn weer
onder te verdelen in subvelden zoals lokale politiek, landelijk politiek, basisscholen,
middelbare scholen etc. Binnen elk veld zijn er machtsmeerderen en machtsminderen.
Machtsmeerderen hebben baat om macht, status en kapitaal te behouden, machtsminderen
moeten deze nog zien te verwerven. De machtsmeerderen bepalen de regels van het veld.
Het veld is een gestructureerde ruimte van posities met eigen regels en gezagsvormen. Er
wordt kapitaal ingezet om onderlinge machtsstrijd te winnen.
 Habitus: een systeem van langdurige en overdraagbare gewoonten en neigingen, een
diepgewortelde houding en manier van denken en voelen, dat een functie heeft op het
handelen van mensen. Habitus ontstaat door conditionering via de opvoeding, onderwijs,
blootstelling aan cultuur en door interactie met mensen. Hierdoor leer je de geschreven en
ongeschreven regels (hoe je je hoort te gedragen). Voor migranten is het niet vanzelfsprekend
om dit allemaal te weten. Dit zorgt voor een sterke klassenverdeling tussen mensen binnen de
Habitus en mensen buiten de habitus.  Dit zorgt voor uitsluiting van mensen buiten de
habitus.
 Doxa: Wordt gebruikt om aan te geven dat iets vanzelfsprekend is in een bepaalde
samenleving. (Hangt samen met Habitus). Doxa is Oud-Grieks voor een algemene overtuiging
of algemene opinie. Doxa staat ook voor de regels die horen bij habitus en veld die algemeen
bekend en vanzelfsprekend zijn. Deze regels volgt men zonder hier bewust bij stil te staan of
over na te denken. Bijvoorbeeld: het is vanzelfsprekend dat je achteraan de rij gaat staan bij
de kassa.

Kan uitleggen welke in en uitsluitingsmechanismen van invloed zijn op gemeenschappen en
hoe  zie ook over de artikelen over discriminatie, racisme, (gender)stereotypen.

Boek: Retourtje inzicht (hoofdstuk 5)  Loeffen & Tigchelaar

5.2 Wetgeving en de cirkel van uitsluiting

Discriminatie: Het maken van onderscheid en bepaalde groepen uitsluiten op basis van
bijvoorbeeld ras, gender, etniciteit, handicap, seksuele oriëntatie etc.  ongelijke behandeling

3

, Mensen kunnen elkaar uitsluiten op grond van elk van de 7 identiteitsaspecten:

1. Sekse en gender
2. Generatie en levensfase
3. Etniciteit
4. Ziekte, gezondheid, talenten en handicaps
5. Seksuele oriëntatie
6. Religie en levensbeschouwing
7. Sociale klasse en professionele sociale socialisatie

Artikel 1 van de grondwet: ‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk
behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of
op welke grond dan ook, is niet toegestaan’.

Algemene Wet gelijke Behandeling (AWGB): Hierin staat het verbod op discriminatie nader
uitgewerkt.

Volgens de grondwet is discriminatie verboden op de grond van:

 Ras: bijvoorbeeld wanneer iemand de toegang wordt geweigerd tot een café vanwege zijn
huidskleur
 Geslacht: bijvoorbeeld een vrouw die minder betaald krijgt dan haar mannelijke collega
 Hetero of homoseksuele geaardheid: bijvoorbeeld een homopaar dat door de buurt wordt
weggepest
 Transseksualiteit: Een ambtenaar die weigert om een transseksueel stel te trouwen
 Politieke overtuiging: bijvoorbeeld iemand wordt ontslagen vanwege zijn of haar politieke
overtuiging.
 Godsdienst of levensovertuiging: bijvoorbeeld bij brandstichting van joodse graven
 Handicap of chronische ziekte: bijvoorbeeld een student met een handicap die een
opleiding niet kan volgen omdat de hogeschool weigert aanpassingen te doen.
 Burgerlijke staat: bijvoorbeeld twee studenten die hun theologieopleiding niet mogen
voortzetten omdat zij ongehuwd samenwonen
 Leeftijd: bijvoorbeeld bij een sollicitatie iemand die goed gekwalificeerd is een baan weigeren
omdat hij ouder is dan 55.
 Arbeidsduur (fulltime of parttime): bijvoorbeeld een parttimer ontvangt een lager uurloon
dan zijn fulltime collega, die wel hetzelfde werk verrichten.
 Soort contract (vast of tijdelijk): bijvoorbeeld een werknemer met een tijdelijk contract die,
in tegenstelling tot zijn collega met een vast contact, geen dertiende maand krijgt uitgekeerd.

Cirkel van uitsluiting:
Dit zijn verschillende aspecten van identiteit waarbij uitsluiting en discriminatie aanwezig kan zijn. De
cirkel is caleidoscopisch. Dit betekent dat er vanuit verschillende invalshoeken naar de cirkel van
uitsluiting gekeken kan worden en dat de aspecten van identiteit invloed op elkaar hebben. Niet één
aspect vormt de identiteit van een persoon, maar alle aspecten bij elkaar.

 Seksisme: discriminatie/uitsluiting op basis van zijn/haar
geslacht
 Leeftijdsdiscriminatie: discriminatie/uitsluiting op basis van
leeftijd
 Racisme: discriminatie/uitsluiting op basis van afkomst of
huidskleur
 Uitsluiting op grond van validiteit: discriminatie/uitsluiting
op basis van ziekte of handicaps
 Heteroseksisme: discriminatie/uitsluiting op basis van
seksuele geaardheid (allesbehalve heteroseksualiteit is fout)
 Discriminatie op grond van religie of levensovertuiging:
discriminatie/uitsluiting op basis van geloof
 Discriminatie op grond van klasse en/of beroep:
discriminatie/uitsluiting op basis van opleiding, sociale
economische status en beroep.
Uitsluiting op de werkvloer op de grond van sekse en gender:

 Emancipatiebeleid: Er heerst ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Mannen verdienen
vaak meer dan vrouwen die hetzelfde werk verrichten. Ook zijn 90% van de directeuren van
grote bedrijven man. De overheid streeft naar gelijke rechten, kansen en
verantwoordelijkheden in de maatschappij voor vrouwen en mannen. Met het
emancipatiebeleid wil de overheid de veiligheid van vrouwen en meisjes vergroten en de
economische zelfstandigheid van vrouwen verbeteren. Laagopgeleide vrouwen die hier niet
voor in staat zijn, wil de overheid wel stimuleren tot arbeidsdeelname.


4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur celinevanz. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


€8,99  62x  vendu
  • (8)
  Ajouter