Politieke geschiedenis van BE
1. Belgische revolutie
Achtergronden, oorzaken en aanleiding
Verschillende perspectieven
1) Geleidelijke afbraak ancien regime => onderdeel onomkeerbaar moderniseringsproces
2) Reactie beleid Willem I
3) Accidenteel karakter (koppelen Franse Julirevolutie 1830)
Afbraak ancien regime
o Tss 1776 (Am rev) – 1848 (Eu rev)
o Politieke omwentelingen
o Overgang moderne maatschappij
o Ancien Régime
Landbouw en platteland >
Grootgrondbezit adel en kerk
Beperkte stedelijkheid
Nijverheid ambachtelijk
Standen met privileges
Vorstelijk absolutisme
Gewestelijke particularisme
Corporatisme van de gilden (= model WM aan burgerlijke macht die
economische/industriële groepen vertegenwoordigen)
Verstengeling godsdienst en openbaar leven
o Einde 18e eeuw = ° gemechaniseerde grootindustrie + expansie kapitalisme
Nieuwe sociale verhoudingen + verstedelijking samenleving
Moderne eenheidsstaat
o 1789 Franse Revolutie = mijlpaal omwerping feodale en klerikale structuren op EU vasteland
o Administratie en justitie rationeler
o Moderne industrie aangemoedigd
o Corporatisme
o Coalitieverbod
Ook voor Zuid Ned want ingelijfd bij Frankrijk (1795-1814)
o 1815-1848: europese periode van restauratie (spanning hervorming en traditie blijft)
Beleid Willem I
o Val Napoleon 1814
Noord en Zuid Ned samengevoegd (was al 200 j geleden)
Koninkrijk der Nederlanden olv Willem I v Oranje
o = solide barrière >< frankrijk = geopolitieke strategie
o Acht artikelen van 21 juli 1814
Dwingende instructies interne organisatie staat
Grenzen vastgelegd door congres v Wenen
o ‘volmaakte samenstelling’
o Zuiden = kath // Noorden = calvin
o Taaldiversiteit frans//nederlands
1
, o Industriële revolutie// koloniale handel
o Willem I
o Verlicht absolutisme
Verlicht = rationele grondslag maatschappelijk bestel
Absoluut = vorstelijke soevereiniteit > GW (staten generaal = parlement
maar beschikt niet over reële macht)
o Politiek
Onderwijs, kerk en godsdienst zoveel mogelijk onder OHscontrole
Bevordert handel en nijverheid
° Société Générale 1822 Bxl = investeringsbank
Streeft versterking natiebesef
Taalpolitiek: Nederlands opleggen in Noordelijke belgische provincies
o Dubbele oppositie >< Willem I
o Katholieken
>< godsdienstvrijheid in GW
o Liberalen
>< persoonlijke en autoriteit politiek koning
Eist ministeriële verantw en vrijheid drukpers <G-
o Kath + lib = unie v opposities 1828
Rond VRIJHEID
Ook monsterverbond genoemd
Het revolutiejaar 1830
o Achtergrond politieke en sociale onrust 1830
o Frankrijk = Julirevolutie (bourbondynastie => Louis-Phillipe v Orléans)
o Slechte economische toestand ( schade winter = stijgende voedselprijzen)
= ontevreden volk
Het verloop van de revolutie
Van opstand tot afscheiding
o Geen vooropgezet plan
o Rellen vanaf 25 aug 1830 Bxl (na opera La muette de Portici) = onbestemd karakter
Viseren wel gezag Willem I
o Liberale oppositie in gezagsorganen = kans om eisen te stellen
o Bestuurlijke scheiding N en Z = haalbaar voor Staten-Generaal MAAR
o Willem I stuurt troepen naar Bxl
Opstand radicaliseert
Groeit uit tot echte revolutie
o Terugtrekking troepen 26 september 1830
o ° Voorlopig Bewind
o 4 oktober = Belgische onafhankelijkheid + verkiezingen nationaal congres
o Opdracht = GW schrijven => ° 7 februari 1830
o GW =
Parlementaire monarchie < G-B
Verzoent afspraken lib en kath
Zeer liberaal voor haar tijd
2
,De internationale constellatie
o Mogendheden zijn verdeeld
o Oostenrijk, Pruisen, Rusland = pro Willem I
o Frankrijk = kant revolutie (dreigt met oorlog als anderen mengen want <3 annexatie)
o Groot-Brittannië: kiest uiteindelijk voor de Belgen (vermijden in Fr handen)
o Britse regering ° conferentie v Londen 4 november 1830
o Roept op tot wapenstilstand = erkenning belgisch feit
o Erkenning BE als toekomstige staat
o Werkt regelingen uit voor grenzen (die van 1790)
BE weigert deze
o Eeuwigdurende neutraliteit opgelegd
o Oranjedynastie op troon
BE weigert = kiest franse prins maar die weigert (>< europese oorlog)
Britse kandidaat: duitse prins Leopold van Saksen-Coburg
= gekozen dr Nationaal congres 4 juni
o Willem I verzet zich
o Breekt wapenstilstand (2 augustus 1831) = tiendaagse veldtocht
o Verslaat belg troepen
Franse expeditiemacht grijpt in (vraag leopold)
Geïnterpreteerd als annexatie
o Mogendheden bieden Willem I gunstigere regeling aan = XXIV artikelen
BE moet instemmen definitieve verlies Maastricht, Limburg over Maas en
duits Luxemburg
Tolheffing op schelde
= goedgekeurd door belgische KVV
Willem blijft zich verzetten maar tekent door binnenlandse druk
o Aanvaarding Londense regeling in 1838 en beide partijen tekenen op 19 april 1839
o Akkoord krijgt garantie van 5 mogendheden
o Zullen van kracht blijven tot WOI
Wisseling van de macht
o Gezagsdragers Willem I manu militari afgezet
o Verkiezingen 1830: nog 10 procent organisten (proberen zelfs staatsgreep)
Steun: oude bestuurselite, aristocratie, industriëlen voor economische en
ideologische belangen (staan sterk in Gent)
Verdwenen na aanvaarding XXIV Artikelen
o Drijvende kracht revolutie = intellectuele middenklasse
o Haar jonge vertegenw krijgt hoge posten
o MAAR ook rekening houden adel en hoge burgerij
Door cijnsvoorwaarde = grootste groep in Nationaal Congres
o Interne strijd revolutionaire beweging
o Republikeinse democraten (patriotten die meest gestreden hbbn: boegbeeld = Louis
De Potter) en reünionisten (streven naar hereniging met frankrijk)
o Liberalen >< katholieken
3
, o Socialisten zullen later spreken van gestolen revolutie: gevochten door volk maar
vruchten voor burgerij
≠ 100 waar want volk vocht maar ontbrak aan organisatie, leiders en eisen
De belgische natiestaat
o 2 karikaturale voorstellingen over BE
o Artificiële constructie
o Onontkoombare manifestatie van de eeuwenoude belgische identiteit
Geen dwingende reden om dit te denken
Nationale identiteiten nog niet breed vertakt (wel 1789 brabantse
revolutie + belgische gevoel versterkt door Willem I)
Ideaal van de vrijheid = brug kath en lib => Voor die tijd erg liberale
GW
Revolutie heeft nationale en liberale component
o BE zeer afh van internationale constellatie
o Sinds 1945 = omringende grootmachten geen bedreiging meer
MAAR nationale consensus = verdampt => vlaams-waalse tegenstelling
2. Het politieke systeem in de 19e eeuw
Rechten en vrijheden
o Liberale karakter GW: titel 2 de Belgen en hun rechten = beschouwd zeer progressief
o Gelijkheid voor de wet
o Onschendbaarheid van persoon, woning en eigendom
o Vrijheid van
eredienst
meningsuiting
beperkt door: strafbaar = belediging buitenlandse staatshoofden
onderwijs
drukpers
beperkt door: dagbladzegel
vergadering
vereniging (vooral bedoeld voor kloosters)
beperkt door: geen vorm van RP + coalitieverbod
taal
beperkt door: hierdoor feitenlijke dominantie Frans in openb leven
o Petitierecht
o OH kan enkel repressief optreden
o Manifeste ongelijkheden
o Vrouwen en arbeiders geen kiesR
o Vrouwen impliciet onverkiesbaar + andere discriminaties uit Code Napoléon
Een parlementaire monarchie
o Alle machten gaan uit van de natie
o Want monarchie kan niet vermeden worden ☹
o Ministeriële verantwoordelijkheid
o Aan koning geen persoonlijke macht (behalve voor ontslag v minister en ontbinding
parlement)
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur student2883. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.