Dit is een case study die gemaakt is gedurende de keuzecursus 'psychische kwetsbaarheid' op Hogeschool Utrecht. De casus betreft een man die te maken heeft met agorafobie en een sociale angststoornis. De cursus is met een ruimvoldoende afgerond.
Naam:
Studentnummer:
Klas: GKO-PSYKW-20
Naam cursus: zorg voor mensen met een psychische kwetsbaarheid
Docent:
Inleverdatum: 08-11-2020
,Inhoudsopgave
1. Gevalsbeschrijving..............................................................................................................................2
1.1 Gegevensverzameling...................................................................................................................2
1.2 Analyse.........................................................................................................................................2
1.3 Prioriteiten....................................................................................................................................3
1.4 Structuur diagnose.......................................................................................................................3
2. Diagnostiek.........................................................................................................................................4
2.1 Meet- en/of screeningsinstrumenten...........................................................................................4
2.2 Verpleegproblemen met onderbouwing......................................................................................5
2.2.1 Verpleegkundige diagnose 1: Angst.......................................................................................5
2.2.2 Verpleegkundige diagnose 2: Bereidheid tot verbetering van het zelfbeeld.........................5
2.2.3 Verpleegkundige diagnose 3: Sociaal isolement....................................................................6
2.2.4 Verpleegkundige diagnose 4: Probleem met sociale interactie.............................................6
3. Interventies........................................................................................................................................7
3.1 Reeds toegepaste interventies.....................................................................................................7
3.2 Toe te passen interventies............................................................................................................7
3.3 Verpleegkundige interventies.......................................................................................................8
3.3.1 Angst......................................................................................................................................8
3.3.2 Bereidheid tot verbetering van het zelfbeeld........................................................................9
3.3.3 Sociaal isolement...................................................................................................................9
3.3.4 Probleem met sociale interactie..........................................................................................10
3.4 Shared-decision making.............................................................................................................10
4 Rollenspel..........................................................................................................................................10
4.1 Uitvoering...................................................................................................................................10
4.2 Het resultaat...............................................................................................................................10
5 Conclusie...........................................................................................................................................11
Bronvermelding....................................................................................................................................11
Bijlage A: Klinisch redeneer raamwerk.................................................................................................12
Bijlage B: Conclusie...............................................................................................................................15
1
, 1. Gevalsbeschrijving
1.1 Gegevensverzameling
Deze casus gaat over Peter. Peter is een negentienjarige man. Hij woont thuis samen met zijn ouders.
In de huisartsenpraktijk, bij de POH-GGZ meldt Peter zich vanwege angstklachten. Via de huisarts
wordt Peter verwezen naar een polikliniek die gespecialiseerd is in angststoornissen. Hier krijgt hij
een gesprek met een arts-assistent. Deze concludeert dat Peter sinds anderhalf jaar last heeft van
klachten die passen bij agorafobie en dat hij tevens last heeft van een sociale angststoornis.
Volgens Peter begonnen de problemen op de middelbare school. Hij ging toen van het platteland
naar een school in de stad. Op zijn nieuwe school had hij weinig aansluiting bij klasgenoten en
nodigde hij hen ook niet thuis uit. Peter dacht namelijk dat zijn klasgenoten het stom zouden vinden
dat hij op een boerderij woont. Peter heeft hierdoor gedurende vier jaar van de middelbare school
de werelden van school en dorp gescheiden gehouden. Hij had vooral contact met jeugd uit zijn dorp.
Na de middelbare school heeft Peter diverse baantjes gehad, waarna hij uiteindelijk als
kraanmachinist is gaan werken. Dit is een individualistisch beroep. De laatste twee jaar is Peter in
toenemende mate gespannen in contact met leeftijdsgenoten. Hij denkt dat anderen hem gek vinden
en dat ze kunnen zien dat hij trilt of gespannen is. Hij is bang domme dingen te zeggen of verkeerd
begrepen te worden. Vanwege zijn angst is hij steeds meer sociale activiteiten, zoals feestjes gaan
vermijden, maar ook een-op-een contact, telefoongesprekken of hangen op een hangplek waar zijn
vrienden samenkomen. Peter is langzaam steeds verder geïsoleerd geraakt.
Anderhalf jaar geleden heeft Peter zijn eerste paniekaanval gehad. Hij kreeg deze aanval nadat hij die
dag lang en hard had gewerkt en een joint rookte. Hij kreeg weinig lucht, een druk op zijn borst, was
zeer angstig en dacht dat hij een hartaanval kreeg en dood zou gaan. Uit angst dat dit nog een keer
gebeurt is Peter situaties gaan vermijden.
Een acute situatie die bij Peter kan ontstaan door zijn sociale angststoornis en agorafobie is een
paniekaanval. Een paniekaanval is een acute aanval die enkele minuten tot meestal ongeveer een
halfuur duurt. Deze aanval wordt gekenmerkt door een aantal lichamelijke en/of psychische
symptomen. Voorbeelden van symptomen zijn beven, zweten, dyspneu, pijn op de borst,
hartkloppingen, het gevoel dood te gaan, gek te worden, voor gek te staan of de controle te
verliezen. Paniekaanvallen kunnen ook samengaan met derealisatie en depersonalisatie (Pattyn et
al., z.d.).
1.2 Analyse
Om de verzamelde gegevens van Peter te analyseren, is het klinisch redeneer raamwerk ingevuld. Dit
raamwerk is te vinden in bijlage A. De predispositie, triggers, in standhoudende factoren,
beschermende factoren, draagkracht, draaglast en taboes zijn hierin uitgewerkt. Bovendien zijn de
narratieve betekenisgeving en de herstel- en behandelperspectieven onderdelen van het raamwerk.
2
,1.3 Prioriteiten
Aan de hand van het raamwerk klinisch redeneren (bijlage A) kunnen verschillende prioriteiten
gesteld worden. De eerste prioriteit is dat Peter grip krijgt op (de angst voor) paniekaanvallen. De
paniekaanvallen roepen veel angst op. Tijdens een paniekaanval ervaart Peter een benauwd gevoel,
druk op de borst en vooral veel angst. Hij denkt tijdens de paniekaanval namelijk dat hij een
hartaanval krijgt en dood gaat. Uit angst dat dit nog een keer gebeurt, is Peter steeds meer sociale
situaties gaan vermijden. Hierdoor is hij verder sociaal geïsoleerd geraakt. Dit is een factor die de
sociale angststoornis en agorafobie van Peter versterkt.
De tweede prioriteit is het negatieve zelfbeeld van Peter. Peter dacht vanaf de middelbare school dat
anderen hem stom vonden. Door deze gedachte nodigde hij geen klasgenoten uit om af te spreken.
Hij voelt zich ook dom, anders, vreemd en gek. Door zijn solistische beroep is Peter minder in contact
gekomen met andere mensen. Hierdoor is dit gevoel nooit ontkracht en blijft het negatieve zelfbeeld
van Peter in stand. Het negatieve zelfbeeld draagt bij aan het vermijden van sociale contacten en
situaties.
De derde prioriteit is het vermijden van sociale situaties en de angst voor sociale situaties. Door
onder andere de paniekaanvallen en het negatieve zelfbeeld van Peter is de angst voor sociale
situaties versterkt. Peter is deze situaties gaan vermijden en geïsoleerd geraakt. Hij kan tegenwoordig
geen activiteiten meer buitenshuis doen zonder spanning te ervaren.
1.4 Structuur diagnose
Het betreft een 19-jarige man, waarbij sprake is van een sociale angststoornis in toenemende mate
en agorafobie. Daarnaast is sprake van paniekklachten die sinds kort medicamenteus poliklinisch zijn
behandeld. De man is thuiswonend samen met zijn ouders. De sociale angststoornis wordt als ernstig
ingeschat. Het ’s nachts piekeren, individualistische beroep, het vermijden van feestjes, een-op-een
contact, telefoongesprekken en hangplekken, gedachten dat anderen aan hem zien dat hij
gespannen is of trilt, zijn de in standhoudende factoren van deze ernstige sociale angststoornis en
agorafobie. Er is sprake van het af en toe roken van een joint, angst voor een nieuwe paniekaanval,
een negatief zelfbeeld, het uitstellen van het nemen van besluiten en het gescheiden houden van het
leven op het platteland en de school in de stad in de voorgeschiedenis, die als mogelijke triggers
kunnen worden gezien van het ontstaan van de sociale angststoornis en agorafobie. Verder heeft de
man een fulltime baan, een harmonieuze thuissituatie en een goede band met zijn moeder, die de
draagkracht bevorderen. De eisen die het alledaagse leven aan de man stelt en de oplopende
spanningen in het gezin is de draaglast die de man met zich meebrengt. Somatisch is de man in
goede staat en is sprake van een gemiddelde intelligentie. De coping wat betreft stresssituaties
bestaat uit het terugtrekken op de kamer van de man, slapen of veel roken en muziek luisteren. De
man heeft een onregelmatig slaappatroon en ligt ’s nachts vaak wakker door het rumineren. Er is
sprake van somberheid, maar suïcidale gedachten zijn hier niet bij betrokken. De man is onder
invloed van zijn klachten gestopt met verschillende sociale activiteiten en heeft een beperkt sociaal
netwerk. Met twee vrienden maakt hij eens per week muziek. Het activiteitenpatroon bestaat uit zijn
fulltime werk als kraanmachinist in de bouw.
De Utrechtse Coping Lijst (UCL) is een vragenlijst die de cognitieve en gedragsmatige strategieën die
mensen gebruiken om met probleem situaties om te gaan in kaart brengt. Het doel van de Utrechtse
Coping Lijst is het vaststellen van het karakteristieke copinggedrag bij confrontatie met problemen of
aanpassingsvereisende gebeurtenissen (Meetinstrumenten in de zorg, z.d.). Het is bij Peter van
belang om doormiddel van deze vragenlijst in te kunnen schatten hoeveel effect probleemsituaties
op zijn sociale angststoornis en agorafobie hebben.
Depressieve gevoelens:
De Center for Epidemiologic Studies Depression (CES-D) zelfbeoordelingslijst is ontwikkeld met het
doel om depressieve gevoelens/symptomen bij bevolkingsgroepen vast te kunnen stellen. De
vragenlijst meet geen chronische depressie, maar registreert de depressieve gevoelens die als gevolg
van een bepaalde gebeurtenis kunnen ontstaan (reactieve depressie). De vragenlijst bevat de
volgende componenten: depressieve stemming, schuldgevoelens en gevoelens van inferioriteit,
gevoelens van hulpeloosheid en wanhoop, verlies van eetlust, slaapstoornissen en psychomotorische
retardatie (Meetinstrumenten in de zorg, z.d.). Bij Peter is sprake van somberheid. Met deze lijst kan
inzichtelijk gemaakt worden in welke mate Peter last heeft van depressieve gevoelens.
Eenzaamheid
De Eenzaamheidsschaal van De Jong-Gierveld bestaat uit elf uitspraken over emotionele
eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Doormiddel van deze lijst wordt inzichtelijk gemaakt of de
eenzaamheid de patiënt belemmerd en hoe groot de mate van eenzaamheid is (Eenzaam.nl, z.d.).
Peter raakt steeds verder sociaal geïsoleerd. Hierdoor is het van belang om het gevoel van
emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid in kaart te brengen.
Participatie en autonomie
De Impact op Participatie en Autonomie (IPA) is ontwikkeld om de door de patiënt ervaren
problemen ten aanzien van autonomie en participatie in kaart te brengen. Ten eerste wordt er
gevraagd naar belemmeringen in 31 situaties verdeeld over acht deelgebieden van participatie. Ten
tweede kan bij elk deelgebied de respondent vervolgens via een algemene vraag aangeven in
hoeverre hij/zij het als een probleem ervaart dat deze activiteiten minder goed uitgevoerd kunnen
worden. Daarnaast is niet de mate van benodigde hulp doorslaggevend, maar de mate van
autonomie: in hoeverre kan men zelf bepalen waarin men participeert en hoe dit gebeurt
(Meetinstrumenten in de zorg, z.d.). Peter zou graag meer activiteiten met anderen willen
ondernemen, maar dit geeft hem op dit moment teveel spanning. Met deze vragenlijst wordt
inzichtelijk gemaakt in hoeverre zijn problemen Peter belemmeren.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur BrechtjeV. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.