ZIEKTE VAN ALZHEIMER
Uitgewerkt volgens de rode loper
Tamara Dijksterhuis
ZVZ3D1E
,Inhoudsopgave
Wat is het?.............................................................................................................................................2
Epidemiologie.........................................................................................................................................2
Dementie............................................................................................................................................2
Anatomie/fysiologie...............................................................................................................................3
Hersenstam........................................................................................................................................3
Tussenhersenen..................................................................................................................................3
Thalamus........................................................................................................................................3
Hypothalamus.................................................................................................................................3
Hypofyse.........................................................................................................................................4
Kleine hersenen..................................................................................................................................4
Grote hersenen...................................................................................................................................4
Hersenschors......................................................................................................................................6
De plek van dementie in de hersenen....................................................................................................7
Hippocampus: het geheugengebied...................................................................................................7
Symptomen............................................................................................................................................7
Vroege fase.........................................................................................................................................7
Middenfase.........................................................................................................................................8
Late fase.............................................................................................................................................8
Oorzaken................................................................................................................................................9
Samenklontering van amyloid............................................................................................................9
Tau eiwitkluwen...............................................................................................................................10
Gliacellen..........................................................................................................................................10
Bloed-hersenbarrière.......................................................................................................................10
Diagnose...............................................................................................................................................10
Onderzoek door de huisarts.............................................................................................................10
Vervolgonderzoek (in gesprek met iemand uit de omgeving)..........................................................10
Doorverwijzing naar een specialist...................................................................................................11
Behandeling..........................................................................................................................................11
Prognose...............................................................................................................................................12
Complicaties.........................................................................................................................................12
Algemene aandachtspunten.................................................................................................................12
Voor de zorgvrager:..........................................................................................................................12
Voor familie en naasten:...................................................................................................................12
Bronnenlijst..........................................................................................................................................13
, Wat is het?
De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. Aan het begin van de ziekte
gaat iemand steeds meer dingen vergeten. Dat gebeurt vooral bij dingen die net gebeurd zijn, zoals
iemand die vanochtend op bezoek was, of de uitslag van een voetbalwedstrijd die net op televisie is
geweest. In het begin merkt iemand met Alzheimer er zelf nog niet heel veel van, maar het valt
anderen vaak wel op.
De hersenen gaan daarna steeds verder achteruit en worden niet meer beter. Iemand met Alzheimer
krijgt dan steeds meer klachten. Hij weet bijvoorbeeld de weg niet meer, of is vergeten welke dag het
is. Praten wordt lastiger en iemand wordt onhandig met alledaagse dingen.
Het gevoel van iemand met Alzheimer wordt ook anders, waardoor iemand snel boos of verdrietig is.
Hierdoor kan het lijken alsof iemand minder zichzelf is.
Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. Mensen denken vaak dat Alzheimer en
dementie hetzelfde zijn, maar dat is niet zo. Als iemand Alzheimer heeft, dan heeft die persoon een
vorm van dementie. Maar als iemand dementie heeft, dan is dat niet altijd Alzheimer.
Andere vormen van dementie zijn bijvoorbeeld frontotemporale dementie, Lewy body dementie en
vasculaire dementie.
Epidemiologie
Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. In 70% van de gevallen van dementie
krijgen mensen de ziekte van Alzheimer. 16% krijgt vasculaire dementie en de overige 14% krijgen
andere vormen van dementie.
Dementie
In Nederland hebben ruim 280.000 mensen dementie.
Hiervan zijn er 12.000 jonger dan 65 jaar.
Hiervan wonen er ruim 80.000 in verpleeg- of verzorgingshuizen.
Hiervan hebben er ruim 100.000 nog geen diagnose.
Ieder uur krijgen er vijf mensen in Nederland dementie. De erkenning hiervan duurt gemiddeld 14
maanden. Bij jonge mensen duurt dit gemiddeld meer dan vier jaar.
Het aantal mensen met dementie zal als gevolg van de vergrijzing in de toekomst enorm stijgen naar
meer dan een half miljoen mensen in 2040.
, Anatomie/fysiologie
Het betrokken lichaamsdeel bij de ziekte van Alzheimer zijn de hersenen.
De hersenen zijn complex en beïnvloeden het gehele lichaam.
De hersenen kunnen worden onderverdeeld in vier delen:
De hersenstam
De tussenhersenen
De kleine hersenen
De grote hersenen
In deze hersendelen zijn sommige gedeeltes grijs en andere gedeeltes wit. Het buitenste gebied van
de hersenen (de hersenschors) is grijs doordat het bestaat uit zenuwcellen (neuronen). Het
binnenste van de hersenen is wit en bestaat vooral uit de uitlopers van de zenuwcellen (axonen).
De witte kleur wordt veroorzaakt door een laagje vet, wat myeline genoemd is, dat rondom de
zenuwuitlopers ligt. Deze zogenaamde ‘myelineschede’ zorgt ervoor dat informatie heel snel kan
worden vervoerd.
De hersenen lopen over in het ruggenmerg, dat in de wervelkolom ligt. Ook hierin bevinden zich
witte en grijze gedeeltes.
Hersenstam
De hersenstam ligt voor de kleine hersenen, tussen de grote hersenen en het ruggenmerg. De
hersenstam zorgt voor de verbinding tussen al deze onderdelen. De hersenstam regelt de vitale
functies (ademhaling, hartslag, bloeddruk) en is daarom van levensbelang.
De hersenstam is dus vooral verantwoordelijk voor het autonome zenuwstelsel en verbindt de grote
en kleine hersenen met elkaar en met het ruggenmerg.
De zenuwbanen die door de hersenstam lopen, geven prikkels door van de hersenen naar de spieren
en zintuigen en andersom.
Tussenhersenen
De tussenhersenen liggen tussen de grote hersenen en het begin van de hersenstam en bevatten
onder andere de thalamus, de hypothalamus en de hypofyse.
Thalamus
De thalamus is een hersenkern die zowel in de linker- als rechterhersenhelft ligt. De thalamus bepaalt
welke informatie vanuit je zintuigen doorgegeven moet worden aan je hersenschors en andersom.
De thalamus bepaalt zo dus of iets wat je
meemaakt, doorgegeven wordt zodat het je
aandacht krijgt. Zo kun je bijvoorbeeld geluid op de
achtergrond niet horen als je heel aandachtig een
boek leest of televisie kijkt. Hierbij speelt de
thalamus een belangrijke rol.
De thalamus speelt ook een belangrijke rol bij het
doorgeven van motorische informatie van je kleine
hersenen en basale kernen naar je hersenschors.
Hypothalamus
De hypothalamus ligt onder de thalamus, in beide
hersenhelften en ligt vlak boven de hypofyse, net
boven de kruising van de oogzenuw. De
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tamaraa_150490. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.