BEKKENBODEMREËDUCATIE
WAAROM BEKKENBODEMREËDUCATIE IN REVAKI?
- bekkenbodemproblemen komen veel voor en verdienen ook aandacht
- evolutie naar gepersonaliseerde gespecialiseerde kine
- kennis is belangrijk voor elke zorgverlener → doorgeven aan patiënten
- bijzondere bekwaamheid → verder specialiseren in “bijzondere beroepsbekwaamheden”
zoals bekkenbodemreëducatie, neurologische kinesitherapie, manuele therapie,
cardiovasculaire kinesitherapie, respiratoire kinesitherapie,...
DEEL 1: CONTINENTIE EN INCONTINENTIE
→ groeiende aandacht, verschillende soorten specialisaties
→ multidisciplinaire behandeling: onmisbare schakel, patiënten die in de verschillende
compartimenten problemen hebben gaan communicatie nodig hebben tussen verschillende
specialisten
→ interdisciplinaire raadpleging (1x/maand) door gynaecoloog + uroloog + gastro enteroloog
→ planning rechtstreeks genoteerd in patiëntendossier
1. Voorkomen van bekkenbodemdisfunctie: incontinentie (15/02)
urine-incontinentie is een vaak voorkomend op elke leeftijd probleem dat varieert van 3-50%
- 500.000 Belgen kampen met incontinentie
- ook jonge mensen kunnen dit krijgen (30 en 40+’ers)
- meestal vrouwen → minder waterdicht
- minder bij mannen → opening minder, anatomisch anders
- risicofactoren: zwangerschap en bevalling
prevalentie vrouwen?
- geen eenduidigheid over definitie
- schaamte over het probleem: iedereen reageert anders op incontinentie → afstudeerrichting
geriatrie: slechts 10-20% van incontinente bejaarden gaan hulp zoeken
- onderzoeksmethode: hoeveelheid? hoe verlies meten?
- werkbelasting personeel: vaak eenvoudig oplossen met luier (bespreekbaar maken, snel
oplossen, veel reclame hierover, *niet in chronisch kader plaatsen, invloed op QOL)
- *jong persoon met urineverlies kan meestal opgelost worden
steeds individueel benaderen: “dame van 80 jaar kan dit oplossen met inlegkruisje, dame van 75 jaar
kan dit verschrikkelijk vinden want op elk moment van urineverlies zullen ze dit voelen en ermee
geconfronteerd worden)
- groep = weinig psychosociale problemen, geen consultatie (inlegkruisjes)
- kleinere groep = sociale isolatie (beperking)
prevalentie mannen?
- meer waterdicht, baren geen kinderen (bekkenbodem gaat geen invloed van zwangerschap
ondervinden), geen rekking tijdens vaginale bevalling
, - toch nog kans: 13,5% indien ouder dan 61 jaar → bepaalde interventie plaatsgevonden
(prostaatkanker met wegname van prostaat)
wat is incontinentie? = iedere vorm van onvrijwillig urineverlies
- volgens ICS, international continence society
- hoge prevalentie van bekkenbodemdisfunctie bij de vrouw (verzakkingen of coeles,
stoelgangverlies FI, urine-incontinentie UI)
- hoe jonger, hoe lager prevalentie
- hoe ouder, hoe hoger prevalentie
- in vergelijking met andere chronische ziekten vormt incontinentie de top (tov. depressie,
hypertensie, diabetes,...) dus heeft heel veel effect op QOL
steeds verouderde bevolking, dus stijgende incidentie (volksgezondheid), dus meer werk
2. Anatomie van nieren, ureters, blaas en urethra (15/02)
eerste foto = vrouw: drie compartimenten (pubisbeen)
1) blauw = vagina met uterus (baarmoeder)
2) geel = anus en rectum (darmkanaal)
3) zwart = urinebuis en blaas (detrusorspier)
tweede foto = man: drie compartimenten
1) paars = anus en rectum (darmkanaal)
2) blauw = prostaat → orgaan dat zorgt dat aangemaakte sperma in teelballen kunnen
zwemmen en voeding hebben (sperma bestaat voornamelijk uit prostaatvocht)
3) geel = urinebuis en blaas
derde foto = MR-defecografie → beeldvorming nemen van drie compartimenten (positie tov. elkaar)
1) purper = blaas gevuld met urine (patiënt moet volle blaas hebben)
2) groen = vagina gevuld met echogel
3) blauw = darmkanaal gevuld met echogel
tijdens onderzoek gaat de patiënt plassen en stoelgang maken zodat men kan zien hoe de drie
compartimenten tov. elkaar gaan bewegen en of er disfuncties op te merken zijn
hogere urinewegen (nieren en ureters → afvoerwegen van nieren naar blaas)
● nieren = boonvormig, ligging thv. lendestreek in buikholte achter peritoneum, rechter nier ligt
lager dan linkernier (door aanwezigheid van lever, ruimte innemend proces),
, ○ functie? filteren en zuiveren van bloed (afvalstoffen uit bloed verwijderen)
■ ureum = reststof van eiwitstofwisseling die via nieren in urine wordt afgevoerd
■ creatinine = uit spieren bij verwerking van eiwitten in het lichaam
■ bloed constant houden om lichaam goed te laten functioneren
■ chronische nierschade: hoeveelheid afvalstoffen in bloed neemt toe
○ functie? vocht en zoutbalans regelen
■ lichaam bestaat voor ⅔ uit water (waterhuishouding)
■ hoeveelheid constant houden: via nieren, ademhaling, zweten, stoelgang
■ vb. veel drinken? extra urine produceren
■ veel zweten? minder urine produceren
○ functie? hormonen aanmaken
■ renine = rol regelen bloeddruk
■ erytropoëtine = stimulatie rode erytrocyten (epo)
■ hormoon = vitamine D omzetten in werkzame stof → lichaam heeft dit nodig
om kalk in de botten te kunnen opnemen (bekende werking botmechanisme)
● ⅔ vitamine D nemen we op via de zon: 15-20 minuten
● ⅓ vitamine D nemen we op via de voeten
● dit in vette vis, lever, vlees, eieren, melkproducten, zon,...
● urethra = achter en onder de blaas, dichtgedrukt als blaas samentrekt (eenrichtingsverkeer:
urine zal langs plasbuis of urethra naar buiten gaan en niet omgekeerd, anti-reflux
mechanisme en functioneert als een klep die het terugstromen van de urine voorkomt)
○ functie? transport van nieren naar blaas
○ fout bij vesico-ureterale reflux (zie foto) → druk in de nieren zal toenemen waardoor:
■ … littekenweefsel ontstaat en hierdoor zullen de nieren op termijn minder
goed kunnen functioneren
■ … bacteriën in de blaas ook in de nieren kunnen terechtkomen en zorgen
voor ernstige nierinfecties
lagere urinewegen (blaas en urethra → plaskanaal)
● ureters = in dorsale blaaswand (trigonum, deel dat niet samentrekt)
● blaas = gelegen in het klein bekken, achter os pubis, onder peritoneum
○ vorm en positie is afhankelijk van leeftijd en graad van blaasvulling
○ geslachtsgebonden verschillen?
■ dwarsgestreepte urethrale sphincter bij de man, onder de prostaat
■ urethrale sphincter bij de vrouw, onder de blaas
○ functie? reservoirfunctie (99,8% van de tijd), rusttoestand
○ functie? ledigen (0,2% van de tijd), actieve toestand
○ !! is de spier onder de wil beïnvloedbaar? nee, niet somatisch bezenuwd (dus we
kunnen deze niet rechtstreeks laten contraheren)
● blaashals = vroeger inwendige sfincter (plaatselijke concentratie van gladde spiervezels,
uitlopers detrusors)
○ functie? gesloten bij blaasvulling, opening bij samentrekking (trechtervormig)
, ○ functie? belangrijk voor de incontinentie bij de vrouw, want minder goed
sluitingsmechanisme
○ drie afzonderlijke lagen thv. blaashals
1. middelste longitudinale laag: over blaashals in urethra
2. middelste circulaire laag: mictie (opgetrokken tot conisch kanaal)
3. buitenste longitudinale laag: lusvormig rond blaashals en urethra
○ drie lagen van de blaaswand:
1. tunica mucosa
2. tunica muscularis
3. tunica adventitia
○ cystoscopie = ontsteking nagaan, tumoren zoeken,...
● urethra = myo-epitheliale buis, gladde spieren (behalve op de plaats waar ze doorheen de
bekkenbodem gaat)
○ vrouw = ⅔ in abdominale ruimte, loopt van inwendig naar voor en caudaalwaarts
tussen de kleine schaamlippen, opening plasbuis ligt net boven de vagina
○ man = door de prostaat tot meatus, lengte van urethra (16-20 cm) is langer dan
penislengte (ongeveer 10-13 cm), bredere diameter dan bij de vrouw
■ “penisvergroting bestaan niet”, wel ligamenten doorsnijden of vet injecteren
○ ureteroscopie: mucosa kan urethra volledig afsluiten → bij een menopauzale vrouw
zal de mucosa geatrofieerd zijn, waardoor er minder sluiting is
● urethrawand = tijdens menopauze kan men minder waterdicht worden door atrofie van
mucosa (dus meer kans op urineverlies)
○ bestaat uit mucosa en submucosa: zie menopauze
○ glad spierweefsel: inwendige longitudinale en uitwendige circulaire laag (weinig
invloed)
○ adventitia of bindweefsel: lateraal en ventraal, dorsaal versmolten met vaginawand
ureters → detrusor → blaas → blaashals → (prostaat) → urethra →
urethrale sphincters → bekkenbodem
hogere en lagere urinewegen vormen een functioneel geheel (soms eenrichtingsverkeer, soms
tweerichtingsverkeer,...)
3. Anatomie en functie van bekkenbodemspieren (24/02)
vroeger hadden patiënten nog nooit gehoord van de bekkenbodemspieren
→ beenderig bekken: ilium + pubis + tuber ischiadica + sacrum + os coccyx
→ begrenzing: os pubis + tuber ischiadicus + os coccyx
→ bezenuwing: N. pudendus (bij vaginale bevalling kan hier schade optreden)
spieren in twee delen onderscheiden?
= urogenitale deel - lijn ligt tussen tuber ischiadicum - anale deel