1. Inleiding
Literatuur heeft 2 betekenissen: Titels van werken waarin je meer informatie kunt vinden en
teksten die gelezen worden omdat men ze mooi of ontroerend vindt. Die laatste staat
tegenover lectuur, wat ontspanningsliteratuur is (met andere woorden triviale literatuur).
De grens tussen lectuur en literatuur is subjectief
De eerste literaire werken kwamen uit de Griekse oudheid, voor West-Europa begon het pas
halverwege de Middeleeuwen, omdat er in de Vroege Middeleeuwen vrijwel geen teksten
werden bewaard.
Er zijn 8 tijdvakken: 16e eeuw, 17e eeuw, 18e eeuw, 19e eeuw, tijd van de vorige
eeuwwisseling, periode tussen de wereldoorlogen, ‘50s en ‘60s en de moderne tijd.
De literaire canon is het belangrijkste werk van een auteur (uit de 20e eeuw).
3. Middeleeuwen (500-1500)
De Middeleeuwen waren van 500 tot 1500. In de 3e en 4e eeuw na Christus begon het
West-Romeinse rijk in verval te raken. In het Noorden werden Germaanse koninkrijkjes
steeds sterker, uiteindelijk werd het rijk van Karel de Grote even groot als dat van het
Romeinse rijk.
Dit gebied werd bestuurd door het Feodale stelsel of Leenstelsel: De koning (Leenheer)
gaf grote delen van zijn rijk aan de leenmannen (vazallen). Die leenmannen mochten de
het gebied in de naam van de koning overheersen en mochten de opbrengst houden, als
tegenprestatie moesten ze vechten voor de koning en trouw aan hem zweren.
De Middeleeuwen onderscheidt men in 3 perioden: de Vroege-, hoge, en late
Middeleeuwen.
De Vroege Middeleeuwen (500-100): De germanen stonden boven de Romeinen, het
theocentrische cultuur (Alles draaide om God), het ridderlijke karakter (alles ging om de
kerk of om de adel)
De Hoge Middeleeuwen (1000-1300): de leenmannen kregen meer zelfstandigheid, de
eerste universiteiten en de gotische kathedralen werden gebouwd en er werd literatuur
geschreven.
De Late Middeleeuwen (1300-1500): het burgelijke, de burgers werden steeds
belangrijker, het feodale stelsel werd de nationale staat.
, 4. Beeldende kunst en muziek
De middeleeuwen zat vol met het theocentrisme, alles draaide om God en overal zat een
les in. Een voorbeeld hiervan is dat kunstenaars hun naam niet op het schilderij zetten,
omdat hun talent een gave was van God.
De oudste kathedralen werden gebouwd in de Romaanse stijl (950-1200), kenmerkend
hiervan zijn de ronde bogen, de dikke muren, kleine vensters en zware steunberen.
De kathedralen daarna werden gemaakt in de Gotische stijl (1150-1500), kenmerkend
hiervan zijn de hoge spitse bogen, de grote ramen, decoratie en de luchtigheid.
De Romaanse schilderkunst bestaat uit wandschilderingen in kerken en miniaturen
(illustraties in boeken).
De Gotische schilderkunst had een onrealistisch karakter, de perspectief en anatomie
maakten niet uit.
Eerst had de Middeleeuwen een ridderlijk karakter, alles draaide om de adel en kastelen
etc. Daarna werd het een burgerlijk karakter, de burgers lieten schilderijen van zichzelf
maken.
Muziek in de middeleeuwen was verbonden met de kerk, de officiële kerkmuziek heet het
gregoriaans. De eerste wereldlijke muziek was eenstemmig, maar had soms begeleiding
van andere instrumenten.
5. Literatuur en taal
Eerst schreef iedereen in het Latijn, niet in andere volkstalen, dat begon pas rond 1100. Eind
1300 komt de didactische literatuur (iets leren) naar voren, die niet alleen gericht was op
de adel, maar ook op de weetgierige burgers.
Middeleeuwse letterkunde was niet bedoeld om te lezen, maar om opgedragen te worden
als gedicht. Ze werden geschreven door Troubadours en werden opgedragen door
jongleurs of minstrelen.
Monniken schreven de boeken met de hand over, bij deze handschriften werd de
beginletter versierd (Initiaal). Rond 1450 werd de boekdrukkunst uitgevonden, waardoor
men goedkoop boeken kon (ver)kopen. Men kon ze nu zelf lezen en werden dus Proza.
Boeken van 1450 en 1500 heten wiegendrukken of incunabelen.
In de Middeleeuwen was er geen ABN, er was wel Diets of Middelnederlands, dat was de
overkoepelende term voor alle dialecten.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur koenbb. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.