samenvatting nodig van scheikunde? hierin staat alles voor jou op een rijtje
Tout pour ce livre (79)
École, étude et sujet
Lycée
HAVO
Scheikunde
5
Tous les documents sur ce sujet (891)
Vendeur
S'abonner
sschopman
Aperçu du contenu
Scheikunde samenvatting
H11 Kunststoffen
11.1 Additieploymerisatie
Kunststof moleculen ontstaan door kleine moleculen aan elkaar te koppelen. De kleine moleculen worden
monomeren genoemd, de lange keten een polymeer. Het monomeer geeft de kunststof zijn naam ->
bijvoorbeeld het monomeer styreen wordt dan het polymeer polystyreen genoemd. Kunststoffen die door
mensen zijn gemaakt heten synthetische polymeren, de polymeren die in de natuur voorkomen heten
natuurlijke polymeren (denk hierbij aan enzymen in je lichaam).
Het koppelen van monomeren waaruit een polymeer ontstaat heet polymerisatie. Dit gebeurt via 2
manieren;
1. Additiepolymerisatie
2. Condensatiepolymerisatie
Additiepolymerisatie
De reactie wordt opgestart door een initiator, wat vaak een peroxide is. Een peroxide kan je
weergeven met de volgende formule: 𝑅 − 𝑂 − 𝑂 − 𝑅
Door middel van uv-straling breekt de binding tussen de zuurstofatomen, allebei de
zuurstofatomen nemen daarbij 1 elektronenpaar mee, wat wordt aangeduid als volgt:
𝑅 − 𝑂 − 𝑂 − 𝑅 → 𝑅 − 𝑂̇ + 𝑂̇ − 𝑅 Deze R-O groepen zijn erg reactief en reageren snel met een
andere stof. Als zon groep met een etheenmolecuul reageert gebeurt het volgende: Zie schrift
Polyetheen en polypropeen moeten uit een soort monomeer bestaan. Andere polymeren kunnen
uit verschillende monomeren ontstaan, dit heeft copolymeer.
11.2 Condensatiepolymerisatie
Nylon is een voorbeeld van een condensatiepolymeer. Dit ontstaat wanneer monomeren aan elkaar
koppelen door een condensatiereactie. Dit is een reactie waarbij uit 2 moleculen een groter
molecuul wordt gevormd en er een kleiner molecuul afsplitst. Zie schrift.
Een condensatiepolymeer met esters heet een polyester, een condensatiepolymeer met een amide
heet een polyamide. De naamgeving van condensatiepolymeren en additiepolymeren gaan
hetzelfde.
Hydrolyse
Tijdens de vorming van esters of amidebindingen, ontstaat een watermolecuul (H 2O). Deze reactie
kun je dus ook laten omkeren door het polymeer met water te laten reageren, de ester of amide
bindingen worden dan verbroken en de monomeren ontstaan weer. Dit heet een hydrolysereactie.
Vaak moet in zon reactiewarmte of een katalysator toegevoegd worden. Of dit bij een polymeer kan
is bepalend voor het kunnen recyclen van een polymeer.
, 11.3 Eigenschappen
Kunststoffen hebben allemaal andere eigenschappen, wat wordt bepaald door verschillen in de
structuur van een polymeer op micro en mesoniveau. Kunststoffen die zacht worden bij
verwarming noemen we thermoplasten, oftewel plastic. Kunsten die hard blijven bij verwarming
noemen we thermoharders.
Bij thermoplasten bestaan de moleculen uit lange losse polymeerketens, die bij elkaar worden
gehouden door vanderwaalsbindingen. Hierdoor smelt een thermoplast bij verwarming. Bij een
hele hoge temperatuur zal de thermoplast ontleden, net zoals de thermoharder.
Bij thermoharders zijn de moleculen onderling verbonden door atoombindingen. Deze noem je
crosslinks. Hierdoor ontleed een thermoharder bij verwarming.
De vervormbaarheid van een kunststof is afhankelijk van een paar dingen:
Zijketens -> polymeren worden minder vervormbaar als er grotere zijketens aanzitten.
Ketenlengte -> Hoe meer monomeren er in een keten aanwezig zijn, hoe minder vervormbaar het
polymeer is. Er kunnen dus ketens van verschillende lengtes ontstaan, daarom wordt er altijd
uitgegaan van de gemiddelde ketenlengte en een gemiddelde molecuulmassa.
Weekmakers -> Kunststoffen worden vervormbaarder door het toevoegen van weekmakers. Een
weekmaker is een stof met een lage molecuulmassa. Die weekmakers gaan tussen de
polymeermoleculen zitten, waardoor de vanderwaalsbinding minder sterk wordt.
Additieven
Naast weekmakers kan je ook andere stoffen aan een polymeer toevoegen;
1. Blaasmiddelen
Deze zorgen voor een luchtige celstructuur, denk hierbij aan piepschuim. Dit wordt vooral
gebruikt voor isolatie doeleinden.
2. Vulstoffen en harders
Voor een sterkere en hardere kunststof. Roet is een vulstof die aan rubber wordt
toegevoegd voor autobanden. Een harder zorgt voor crosslinks in een polymeer, waardoor
het in een thermoharder veranderd, bijvoorbeeld zwavel. Dit kan alleen als het polymeer
nog dubbele bindingen bevat. Die extra crosslinks heten zwavelbruggen. Het vormen van
zwavelbruggen heet vulkaniseren.
3. UV-absorptiemiddelen
UV straling kan een polymeer beïnvloeden door de dubbele bindingen bros te maken.
Daarom worden UV-absorptiemiddelen toegevoegd, die het zonlicht absorberen en
omzetten in warmte.
4. Vezels
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sschopman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.