Bevat alle te kennen leerstof voor het examen wijsbegeerte. De hoofdstukken van prof Dewulf zelf en de te kennen hoofdstukken uit het boek. Ik behaalde hiermee een 17/20.
● Enkel open vragen over onderliggende motieven
→ interne of externe doelmatigheid
● Altijd persoonlijke component in antwoorden op open vragen
→ eerlijk?
● Waar staat filosoof in samenleving?
→ belang van culturele en sociale context waarin filosofie gebeurt
● Cruciaal onderscheid: beroep vs. persoonlijk object
→ beroep heeft extern doel
→ persoonlijk object gaat over een manier van leven
● Filosofie (sofia-philia)
= verlangen naar wijsheid (wijsbegeerte)
● Geen eenduidigheid over objecten en methoden voor filosofie
→ veel contrasterende visies
● Mensen zijn rationeel en willen goed denken
→ leiden nieuwe info ook uit af uit opvattingen die we al hebben
2. Ontstaan van filosofie
●
● Oorsprong in Griekse samenleving
→ kenmerken: 1. gedeelde cultuur
2. niet gecentraliseerd
3. politiek divers (democratie, dictatuur, …)
● Sofisten (5e eeuw v.C.)
= groep intellectuelen die privé-onderwijs aanbieden in spreken en retoriek
→ cultuur van beraadslaging
→ voorzien onderwijs waarin reële nood was
→ bv.: Gorgias van Leontini
→ rebel: Socrates
● Socrates (469-399 v.C.)
→ wilde het ware, het goede en het schone benaderen
→ open discussie met rede en aporia (besluiteloosheid) die streven naar eensgezindheid vs.
gesloten discussie bij sofisten voor verwerven van macht
→ opvattingen konden vals of waar zijn en handelingen goed of slecht
1
, → had veel jonge aanhangers in Athene
→ ter dood veroordeelt in Athene door oneer aan goden en kritiek op democratie
→ daarna nog meer aanhangers van radicalisering (bv. Plato)
● Plato (429-347 v.C.)
→ veel filosofische dialogen uitgeschreven
→ filosofie als manier van leven vs. sofistiek als macht via het woord
→ stichtte eerste officiële school in filosofie “akademia”
→ introduceerde term filosofie
→ belangrijkste leerling: Aristoteles
3. Aristoteles (384-322 v.C)
● Invloedrijk in Europa tot in 17e eeuw
→ grondslag voor filosofisch onderwijs
→ leven in teken van waarheid
● Vormde totaalbeeld op wereld en mens
→ literatuurstudies, sociologie, psychologie, fysica, biologie en ingenieur studies
● “Alle mensen verlangen van nature om te weten”
→ hiërarchie van kennis
● Hiërarchie van kennis:
1. wetenschap / epistèmè = kennis van universele feiten
→ 1. praktische / productieve wetenschap (technè)
→ verbeteren van levensomstandigheden
2. theoretische wetenschap (filosofie)
→ inzicht
2. ervaring / empeiria = kennis van particuliere feiten
→ verbeteren van levensomstandigheden
3. waarneming → voorzien in levensonderhoud
● Wetenschap beantwoordt waarom-vragen aan hand van universele feiten
→ particuliere verklaren door universele
● Emotie van verwondering in alle vormen van kennis (vooral in inzicht)
● Filosofie enkel mogelijk als maatschappelijke structuur voor mens zorgt
● Natuurfilosofen:
→ verwondering = zoektocht naar principe achter alles
→ 1. materieel principe / arché
→ Thales van Milete over water
→ bv.: Anaximander van Milete over het onbepaalde
→ bv.: Anaximenes van Milete over lucht
2. immaterieel principe
→ bv.: Herakleitos van Ephese over universele orde (“op wie in dezelfde rivier stapt,
stroomt steeds weer ander water”)
● Filosofie als meest waardevolle vorm van leven en goddelijk leven
2
,4. René Descartes (1596-1650): zoektocht naar een methode
● Oorzaken overgang naar vroegmoderne periode:
1. crisis van geloof door vele verschillende opvattingen leidde tot spanning
2. boekdrukkunst zorgde voor radicale informatieshift
● “Vertoog over methode” (1637)
→ alle mensen hebben het vermogen tot rede: le bon sens
→ niet voldoende: geest als verdwaald in donker bos
→ rede functioneert pas goed mits een methode om deze te begeleiden
→ moeten denken als kathedraal: stevig fundament nodig (waaraan je niet kan twijfelen)
● Regels als leidraad voor verstand:
1. alleen opvattingen aanvaarden die zo helder en onderscheiden zijn dat twijfel onmogelijk is
2. splits elk vraagstuk op in zoveel mogelijk delen
3. begin bij eenvoudigste delen en ga zo stap voor stap verder
4. probeer overzicht te bewaren en sla geen stappen over
● “Cogito ergo sum”: ik denk dus ik ben
→ teken van waarheid: onmogelijk in twijfel te trekken
● Zekere inzichten over fundamentele aard van werkelijkheid:
1. denkende substantie (geest): “cogito ergo sum”
2. goddelijke substantie (god): idee van perfectie
3. uitgebreide substantie (materie): idee over externe wereld
● Nieuwe natuurfilosofie: zoektocht naar wetten van beweging van deeltjes
● Filosofie als vorm van denken
→ zoektocht naar methoden om wetenschap te begeleiden
→ geen nieuw inzicht over soort leven dat je moet leiden
→ provisoire moraal
= reeks voorlopige regels voor het handelen
● Provisoire moraal:
1. wetten en gebruiken volgen van eigen land en geloof aanhangen dat je als kind meekreeg
2. vastberaden handelingen uitvoeren waartoe je besloten hebt
3. niets verlangen dat je niet kan bereiken
● Ontstaan moderne wetenschap na Descartes
→ verlichtinsgideaal:
vooruitgang op politiek, sociaal, cultureel en ethisch vlak door wetenschappelijke kennis
●
3
, 5. Kant: filosofie als kritiek
● Werken Immanuel Kant (1724-1804):
1. kritiek van zuivere rede
2. kritiek van praktische rede
3. kritiek van oordeelsvermogen
● Cruciaal onderscheid:
1. zuivere filosofie
= kennis verworven op basis van reflectie
2. experimentele filosofie
= kennis verworven via zintuiglijke info
→ bv.: Newtoniaanse mechanica
→ in 18e eeuw in vraag gesteld:
dispuut over zuivere filosofie en overeenkomst in experimentele filosofie
→ Kant zegt dat doel beide waarheid vinden is maar foute kijk
● Onderscheid volgens Kant:
1. kritische filosofie
→ doel: onderzoek naar mogelijkheid ware oordelen, vooronderstellingen
→ transcendentaal onderzoek
2. experimentele filosofie
→ doel: waarheid
● Verlichting (1784)
= uittreden mens uit zijn zelf verschuldigde onmondigheid
→ “sapere aude”: heb moed je van je eigen verstand te bedienen”
→ houding die mens aanneemt
● Onmondigheid
= onvermogen zich van eigen verstand te bedienen zonder leiding ander verstand te volgen
→ zelf oorzaak door besluiteloosheid en gebrek aan moed zonder leiding anderen
6. Essentie
●
●
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ifcdm. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.