Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Sociologische benaderingswijzen €7,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Sociologische benaderingswijzen

 5 fois vendu

Een samenvatting van het vak Sociologische benaderingswijzen gedoceerd door Mieke Van Houtte. Samenvatting van de lessen, powerpoints en papers.

Aperçu 4 sur 63  pages

  • 12 mai 2022
  • 63
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (5)
avatar-seller
zoeampe
Samenvatting sociologische benaderingswijzen



1. Inleiding

Elke benaderingswijze heeft een eigen manier om naar de werkelijkheid te kijken. Centraal staan de
voornaamste perspectieven / visies / richtingen binnen de sociologie.

 De benaderingen werken niet concurrentieel, maar eerder aanvullend en de
indeling is vooral analytisch.
 Paradigma = verklaringsmodel. Bv.: structureel functionalisme is een
inhoudelijke richting die vast samenhangt met een methodologische richting

We kunnen 2 soorten richtingen onderscheiden:

1) Inhoudelijke richtingen: wat?
A. Structuralisme
B. Interactionele richting
C. Sociologie van het sociaal handelen
D. Symbolisch interactionisme

 Binnen deze inhoudelijke richtingen kunnen we nog 2 onderscheidingen
maken:
 Structuur/cultuur
 Niveau:
o Micro= Micro: werkelijkheid bestudeerd vanuit concrete relaties en
interacties. Bv.: relaties tussen naties (maakt niet uit of het individuen,
belang van relaties zelf)
o Macro= werkelijkheid als een complex geheel van relaties die voortvloeien
uit een vervlechting van relaties. Relaties als groter geheel.




 Drie criteria:
o Voluntarisme = de actoren creëren zelf de sociale werkelijkheid en
geven zelf betekenis aan de maatschappelijke werkelijkheid. Actor en
zijn beweegredenen staan centraal.
o Reductionisme = complexe entiteiten moeten steeds herleid worden tot
meer fundamentele entiteiten. Je gaat de maatschappelijke
werkelijkheid herleiden tot de som van de delen.
o Nominalisme = wat je niet concreet kan waarnemen bestaat enkel in
naam omdat het niet concreet waarneembaar is. Iets wat de actor niet
kan waarnemen kan geen invloed uitoefenen op de actor. Bv.: invloed
van leerlingencompositie op punten.

, 2) Methodologische richtingen: hoe?

A. Positivisme
B. Verstehende sociologie
C. Functionalisme



1.1. Historisch kader: ontstaan sociologie als wetenschap

De sociologie nam de natuurwetenschappen als grote voorbeeld voor de eigen wetenschap. Daarom
gingen de eerste sociologen positivistisch te werk.

Eind 19de eeuw:

 De menswetenschap ging zich onderscheiden van de natuurwetenschappen
 Er ontstond een methodologisch dualisme = stelt dat het nodig is om een ander methode te
gebruiken, dan de methoden van de natuurwetenschappen, om het handelen van de mens te
analyseren.
 Er ontstond een methodenstrijd tussen kwantitatieve en kwalitatieve onderzoekers.


Door de invloed van de tijdsgeest en de technologische vooruitgang zijn nieuwe benaderingswijzen
ontstaan. ‘Oude’ benaderingswijzen kregen een nieuwe impuls. Elke benaderingswijze kende reeds
hoogte- en dieptepunten.

, 2. Structuralisme

Het structuralisme ziet de maatschappelijke werkelijkheid als een zelfstandige entiteit. De som is
meer dan de delen. Het structuralisme gaat er dus van uit dat er grotere entiteiten zijn en is dus
niet reductionistisch. Centraal staan de externe aspecten en de structurele factoren



Basisveronderstellingen van het structuralisme:

1) Personen die deel uitmaken van eenzelfde sociale eenheid en/of beïnvloed worden door
dezelfde structurele kenmerken zullen waarschijnlijk een min of meer gelijkaardig
gedragspatroon vertonen.
2) De structurele deelcomponenten van een sociale eenheid houden in min of meerdere mate
verband met elkaar: ze zijn afhankelijk van elkaar of kunnen elkaar beïnvloeden.



2.1. Sociale feiten volgens Durkheim

Voor Durkheim zijn structurele factoren hetzelfde als sociale feiten. Durkheim wou duidelijk maken
wat men moet bestuderen om de maatschappij te begrijpen. Men wilde de sociologie meer een
meer afbakenen, duidelijk onderscheiden van enerzijds de psychologie en anderzijds de filosofie.

Een sociaal feit is volgens Durkheim een waarneembaar sociaal verschijnsel dat extern is aan het
individu. Sociale feiten mogen dan ook alleen vanuit andere sociale feiten worden verklaard en niet
vanuit het individu.4 kenmerken van sociale feiten:

1) Extern aan het individu: factoren die volledig losstaan van individuele biologische en
psychologische kenmerken.
2) Dwingende kracht: we zijn automatisch onderhevig aan de kracht van sociale feiten (vaak
onbewust).
3) Collectief: het object moet vatbaar zijn voor sociologische analyse. Bv.: kleding bestuderen
volgens de mode (we dragen het allemaal).
4) Dingen: dingen moeten empirisch observeerbaar zijn.



Soorten sociale feiten:

1) Materiële sociale feiten
A. Samenleving: insitituties
B. Structurele componenten
C. Morfologische componenten

, 2) Non-materiële sociale feiten
A. Moraliteit: Durkheim maakte zich bijzonder druk om de teloorgang van de normen en
waarden in de Franse samenleving en hechtte daarom veel belang aan moraliteit.
B. Collectief bewustzijn
C. Collectieve representaties
D. Courants sociaux: bepaalde gemoedgesteldheden in de samenleving, een algemene
sfeer.

Een sociaal feit is een aggregaat van individuele feiten (bv.: zelfdoding)

Materiële feiten  non-materiële feiten  gedrag



2.2. Le suicide

Durkheim bestudeerde zelfdoding om aan te tonen dat sociologen ook effectief empirisch te werk
kunnen gaan. Zelfdoding komt meer voor bij bepaalde groepen in bepaalde arrondissementen (toen
in Frankrijk). Het hele idee is dat sociale feiten moeten verklaard worden door sociale feiten
(groepsverschillen in zelfdoding). Dat is hier dus duidelijk een toepassing van. Het is niet toevallig dat
hij deze topic koos. Aan het einde van de negentiende eeuw was dit een belangrijk thema.

Het zelfdodingscijfer binnen een gebaald gebied / groep wordt gezien als een sociaal feit. Wat is de
verklaring voor verschil in zelfdoding tussen groepen/ regio’s.

Tarde (imitatietheorie): ‘verschillende gedragingen tussen de klassen’: bepaalde gedragingen van de
hogere klassen na verloop van tijd werden overgenomen door de lagere klassen (ook hier wordt naar
kleding verwezen). Het voorbeeld bij uitstek is de jeans broek.

Durkheim verwerpt de biologische en de psychologische verklaringen en ook de imitatietheorieën.
Durkheim bekritiseerde de imitatietheorieën omwille van de volgende 3 punten:

 Imitatie-effecten zijn zeer lokaal: ze kunnen nooit een invloed hebben op het nationale
zelfdodingscijfer.
 Bespoediging: mensen die namens iemand anders zelfmoord plegen, waren eigenlijk al van
plan om zelfmoord te plegen.
 Philips onderzoekt dit aan de hand van de analyse van krantenartikels: hij wil
bevestiging vinden voor imitatietheorieën door aan te tonen dat aantal
zelfdodingen toeneemt nadat zelfdodingsverhaal is gepubliceerd in kranten.
Conclusie: publicatie zelfdoding heeft wel degelijk effect, dus gaat in tegen
Durkheim. Phillips maakte gebruik van de maandelijkse zelfdodingscijfers en
schakelde later over naar dagelijkse zelfdodingscijfers. Deze zijn namelijk veel
preciezer om tot de constatatie te komen dat er wel degelijk sprake is van
imitatie (loste het punt van kritiek in). Hij bevestigde de imitatietheorieën en
schoof verklaringen voren:
o Misclassificatie
o Antwoord op verlies dierbare
o Gemeenschappelijke determinant
 Wasserman focuste op economische factoren en nuanceerde Philips’
onderzoek door onderscheidingen te maken in soorten zelfdoding:

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur zoeampe. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

75282 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€7,49  5x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté