Een volledige samenvatting van de hoofdstukken 2 Transport en 3 Gaswisseling van Biologie voor Jou, vwo 6. Hier en daar kunnen persoonlijke notities staan, deze hebben geen toevoeging aan de samenvatting. De informatie is een samenvatting van de volledige tekst en is uitgebreid met antwoorden op vr...
HOOFDSTUK 2 TRANSPORT
BASISSTOF 1
Open/gesloten
Geleedpotigen = open circulatiesysteem (open bloedsomloop) / buisvormig hart
(lichaamsvloeistoffen niet gescheiden)
Andere diersoorten (bv. gewervelde dieren) = bloedsomloop (gesloten transportsysteem met bloed
gescheiden van andere vloeistoffen)
Voordeel gesloten bloedsomloop t.o.v. open circulatiesysteem = hogere druk dus, effectiever en kan
over grotere afstanden plaatsvinden
Bloedsomloop (dubbel/enkelvoudig)
Vissen hebben een enkelvoudige bloedsomloop: per omloop stroomt het bloed één keer door het
hart
Organen -> boezem (bloed verzamelt zich hier, = atrium) -> kamer (ventrikel) -> kieuwen
Mens (hart twee gescheiden helften: rechterhart-en linkerharthelft)
Rechterharthelft (zuurstofarm bloed) -> beide longen -> linkerharthelft = kleine bloedsomloop
Bloed neemt zuurstof op en geeft koolstofdioxide af
Linkerharthelft pompt bloed door lichaam, door alle organen en weer terug naar de rechterharthelft
(grote bloedsomloop)
Grote bloedsomloop = zuurstof en voedingsstoffen worden afgegeven aan cellen en koolstofdioxide
en afvalstoffen uit cellen opgenomen
Per omloop stroomt het bloed twee keer door het hart = dubbele bloedsomloop (kan hogere druk
bereiken)
Dubbele bloedsomloop = kleine EN grote bloedsomloop
Bloedsomloop zorgt voor homeostase (dynamisch evenwicht in het interne milieu), door in het bloed
opgeloste stoffen door het lichaam te transporteren en door de warmte die vrijkomt bij dissimilatie
te verdelen over het lichaam
Als een warmbloedig dier heb je veel zuurstof nodig om je lichaamstemperatuur op pijl te houden,
die zuurstof is nodig om energie te maken.
De linkerkamer bouwt meer druk op, omdat het bloed het hele lichaam doormoet en is ook
gespierder
Slagaders gaan altijd van het hart af!
Alle slagaders bevatten zuurstofrijk bloed, behalve de longslagader
Alle aders hebben zuurstofarm bloed, behalve de longader
Bloedsomloop gewervelde dieren
Amfibieën hebben een eenkamerhart (deel bloed naar longen/huid, daar wordt zuurstof opgenomen
in bloed (kleine bloedsomloop); rest van bloed gaat via aorta naar lichaam (grote bloedsomloop))
Hart van reptielen is grotendeels gescheiden door een tussenschot;
Zoogdieren/vogels hebben overal een tussenschot tussen de kamers (volledig gescheiden
bloedsomloop)
Embryonale bloedsomloop
Zowel zuurstofarm als gemengd bloed
Zuurstofarm bloed gaat direct van de rechterharthelft via de foramen ovale (ovale venster) naar de
linkerharthelft, want de longen zijn nog niet functioneel
Verbinding aorta en longslagader (ductus Botalli / arteriosis), zuurstofarm bloed gaat van de
longslagader naar de aorta
Bij open blijven van ductus Botalli: het bloed zal door de rechterkamer door de longen gepompt
worden en vervolgens naar de linkerharthelft. Bij het open blijven van de ductus Botalli zal door het
,verschil in bloeddruk een deel van het zuurstofrijke bloed dat naar de aorta is gepompt weer terug
gaan naar de longslagader (er gaat meer bloed van de aorta naar de longslagader dan omgekeerd). Er
zal dus meer bloed naar de longen gaan dan normaal en minder zuurstofrijk bloed naar de organen.
Bij open blijven van foramen ovale: een groot deel van het zuurstofarme bloed zal via het ovale
venster de linkerharthelft ingaan en zich vermengen met het zuurstofrijke bloed dat vanuit de longen
komt. Hierdoor zal het zuurstofgehalte van het bloed dat naar de aorta stroomt lager zijn dan
wanneer het foramen ovale na de geboorte verdwijnt.
BASISSTOF 2 Het hart
Bouw van het hart
Bloedvaten over het hart
Kransslagaders (aftakkingen van de aorta) voorzien het hartspierweefsel van zuurstof en
voedingsstoffen
Kransaders voeren koolstofdioxide en afvalstoffen af (monden rechtstreeks uit in de
rechterboezem)
Bloed komt het hart binnen via de bovenste en onderste holle ader (monden uit in de
rechterboezem)
Boezems en kamers zijn gescheiden door hartkleppen.
Aan het begin van de longslagader en van de aorta zitten halvemaanvormige klepjes. Deze zorgen
ervoor dat wanneer het bloed van de juiste kan komt de vliesjes tegen de wand worden geduwd en
er zo doorheen kan. Als het bloed van de verkeerde kant stroomt, vullen de vliesjes zich met bloed en
klappen van de wand af tegen elkaar en zo kan het bloed niet terugstromen.
Werking van het hart
Samentrekking van hartspierweefsel (systole)
Hartslag begint als atria zijn volgestroomd met bloed (uit holle aders en longaders)
Systole vindt in beide harthelften tegelijk plaats, bloed stroomt hierdoor de ventrikels in.
In de kamers vindt op de moment diastole plaats.
Ontspanning van hartspierweefsel (diastole)
Kamers stromen vol met bloed, systole van ventrikels vindt plaats
Druk in de ventrikels stijgt, daardoor slaan de hartkleppen dicht en verhinderen dat het bloed
terugstroomt de boezems in.
Hartkleppen zijn door pezen verbonden met spieren (in de hartwand), hiermee wordt voorkomen dat
de hartkleppen 'doorslaan' naar de boezems
Tijdens de systole van de kamers vindt de diastole van de atria plaats.
Als de druk hoger is in de ventrikels dan in de aorta en longslagader, worden de halvemaanvormige
kleppen opengedrukt.
Het bloed wordt tegelijkertijd in de aorta en longslagader gepompt.
Hartpauze
Zowel atria als ventrikels zijn ontspannen
Halvemaanvormige kleppen zijn gesloten en verhinderen dat het bloed terugstroomt
Het bloed komt weer aan bij de atria en stroomt gedeeltelijk door naar de ventrikels
Standen halvemaanvormige kleppen: BINAS 84D1
Bij elke hartslag zijn twee harttonen de horen: BINAS 84D3
Begin samentrekking ventrikels zorgt voor dichtslaan van hartkleppen, dit geeft een doffe harttoon
Einde samentrekking ventrikels zorgt voor dichtslaan halvemaanvormige kleppen, dit geeft een
heldere harttoon
Kleppen sluiten niet goed? -> er is hartruis te horen
Hartruis kan ook andere oorzaken hebben bijvoorbeeld een gaatje in de wand tussen de atria en de
ventrikels
, Hartslagfrequentie
Sinusknoop kan zelf elektrische pulsen geven (snelheid: hartslagfrequentie/hartritme) (ongeveer 60
per minuut, bij inspanning gaat de frequentie omhoog, nodig om bloeddruk op peil te houden)
Hartinfarct = bloedpropje verstopt een kransslagader, waardoor het hartspierweefsel geen bloed en
dus geen zuurstof meer, waardoor het afsterft.
Impulsen (depolarisatie/systole van de boezems) -> samentrekken van de atria (boezems) ->
impulsen worden even opgehouden door de atrium-ventrikelknoop (vanuit de AV-knoop loopt de
bundel van His door de harttussenwand in de richting van de punt van beide kamers -> impulsen
worden van onderste punt van het hart naar boven toe geleidt (depolarisatie/systole van kamers) ->
samentrekken van ventrikels (kamers)
Inspanning: frequentie van sinusknoop gaat omhoog. Is aangesloten op zenuwstelsel en via het
(para)sympatisch zenuwstelsel en die geeft aan of de hartslag omhoog moet, of juist omlaag
Direct na de systole van de atria begint de systole van de ventrikels.
Impulsen worden via de Bundel van His door de harttussenwand naar de onderste punt van het hart
geleid.
Via de Bundel van His worden impulsen verder geleid naar het spierweefsel (in beide kamers) en de
systole van de ventrikels begint vanuit onder en zet zich naar boven toe voort.
Impulsgeleiding wordt gemeten in een ECG.
Bloeddruk wordt geregeld door negatieve terugkoppeling.
Wand halsslagaders/aorta liggen zintuigcellen (sensor): nemen bloeddruk waar en geven dit door aan
de hersenstam
Onder normwaarde? -> hersenstam (regelcentrum) voor stijging van hartritme
Gestegen tot boven de normwaarde? -> gladspierweefsel (door vasodilatatie wordt bloedvat wijder,
bloeddruk gaat omlaag) en hart (stuurt signaal naar sinusknoop) (effector) hartritme daalt weer
Bij hevige emotie zorgen adrenaline (bijniermerg) en hersenstam (via grote hersenen) voor verhoging
hartritme
Oorzaak hartritmestoornissen: vorming/geleiding impulsen
Risico op hartstilstand -> ondersteuning door pacemaker (herstelt normale ritme met elektrische
impulsen)
Hoe kleiner het dier, des te groter is de hartslagfrequentie
De intensiteit van de dissimilatie is bij kleine dieren groter. Kleine dieren hebben bijvoorbeeld meer
energie nodig om warm te blijven door de kleinere verhouding tussen lichaamsvolume en
lichaamsoppervlak.
Bij kleinere dieren is de intensiteit van de dissimilatie groter en ze moeten meer moeite doen om
warm te blijven (door kleine verhouding lichaamsvolume en lichaamsoppervlak), dus moet er meer
bloed rondgaan om van zuurstof te voorzien.
Bij volwassenen per hartslag in rust ongeveer 70 t/m 100 mL bloed in de aorta gepompt (slagvolume)
Slagvolume afhankelijk van hoeveelheid bloed vanuit holle aders in het rechteratrium.
Grote inspanning -> slagvolume kan wel tot 2 keer zo groot worden.
HMV (hartminuutvolume) = HF (hartslagfrequentie) x SV (slagvolume)
Je hebt ongeveer 5 L bloed
BASISSTOF 3 Het bloedvatenstelsel
Drie typen bloedvaten
Hart pompt bloed in slagaders (arteriën)
Arteriën:
Dik, stevig en elastisch (buitenste laag = bindweefsel)
Dikke laag glad spierweefsel
Binnenkant dekweefsel (endotheel, één cellaag dik, zie BINAS 84C2)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur breukerslotte. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.