Geestelijke gezondheidszorg:
Hfst 2 – Visie op afwijkend gedrag, denkmodellen over
verpleegkunde en behandelmethoden:
Ontstaan pathologie:
• Nature – nurture debat
• Aanhangers nature (biologische stuk) → oorzaak ligt in hersenen, genetica,
neurotransmitters → dit gaat men medicamenteus aanpakken
• Aanhangers nurture → oorzaak ligt in omgeving, opvoeding → hier wordt een
systeemgerichte benadering toegepast
• Invloed op de behandeling, symptomen en ziektebeelden
• Stoornissen worden veroorzaakt door een complexiteit aan factoren en die zijn vaak
biologische, psychologisch en sociaal van aard
Het biologisch perspectief:
Genetica:
• Genetica (DNA) heeft een invloed op afwijkend gedrag (bv. Schizofrenie, huntington, …)
• Genetische factoren scheppen een aanleg dat een bepaald gedrag of stoornis zich zal
ontwikkelen (dus bio-psycho-sociaal model als verklaring bv. iemands temperament,
iemands coping gedrag, iemands trauma’s, gebruikt iemand drugs, of heeft iemand een
scheiding meegemaakt
• Bij Huntington is de kans op erfelijkheid veel groter
Balkmetafoor:
• Psychiatrische ziekte wordt veroorzaakt door een genetische kwetsbaarheid in
combinatie met stressoren (psychologisch en sociaal)
• Mogelijke stressoren zijn → drugsgebruik, trauma’s uit verleden, ontslag op werk,
relatiebreuk, …
• Ondersteuning (medicamenteus, sociaal netwerk, therapie, dagstructuur, …) kan
ziektebeeld bepalen in goede zin
• Ondersteuning is individueel bepalend
• De balkmetafoor kan je invullen op maat van de patiënt door te kijken wat de stressoren
van die patiënt zijn en zijn steunpilaren
Geestelijke gezondheidszorg – Hfst 2: Visie op afwijkend gedrag, denkmodellen over
verpleegkunde en behandelmethoden
1
, Het zenuwstelsel → ook een biologische factor:
Onderdelen zijn te kennen:
De werking van de neuronen:
• Antipsychotica zorgen ervoor dat dopamine dat zich in de synaptische spleet bevindt niet
snel wordt opgenomen door het volgende ontvangende neuron door de dendrieten van
het volgende neuron
• SSRI’s (= antidepressiva) → die zorgen ervoor dat serotonine langer blijft hangen in de
synaptische spleet waardoor het langer zijn werk kan doen
• Mensen met een depressie hebben een tekort aan serotonine
Geestelijke gezondheidszorg – Hfst 2: Visie op afwijkend gedrag, denkmodellen over
verpleegkunde en behandelmethoden
2