ONDERZOEK
Les 1: Inleiding en soorten surveys
Inleiding
Longitudinaal
= met een bepaald interval gaat herhalen
Vb: jaarlijks, elke 3 maanden
Voordeel: scores kan vergelijken, evoluties bekijken
Cross-sectioneel/ ad hoc studies
= éénmalig uitgevoerd, momentopnames
Vergelijking maken tussen ≠ groepen (users vs. non-users, man vs. vrouw, ≠ leeftijden)
Vb: productlancering (of mensen interesse hebben in je product), verpakking
In survey gedrag meten (heeft iemand Netflix of niet, heeft iemand tablet of niet, …) of feitelijke info
meten (hoe vaak ga je naar de bioscoop/ fitness, welk merk auto heeft u, …), ook meningen/ opinies/
… meten.
A/B-testing
= 2 (of meer) condities met elkaar vergelijken (vb: knop op website andere naam geven en
vergelijken)
Experimentele settings of causaal onderzoek
Kwantitatief onderzoek
- Markt, context, patronen, … in kaart brengen
- Hypotheses (= verwachtingen) testen
- Beschrijvend onderzoek
o Surveys, inhoudsanalyses, …
Cross-sectioneel (momentopname)
Longitudinaal (herhaaldelijk, bv: digimeter, politieke peilingen, …)
- Causaal onderzoek
o Experimenteel onderzoek: A/B-testing
Waar op letten bij kwantitatief onderzoek
- Standaardisering (iedere deelnemer dezelfde vragen, woordkeuze, keuzeopties, …)
- Eenvoudig uitvoerbaar
- Mogelijkheid om het ‘onzichtbare’ op het spoor te komen
- Verschillen tussen subgroepen ontdekken
- Statistisch te analyseren
Soorten surveys
- Gesloten vragen
- Schaalvragen (mening uitdrukken op een schaal van 0 tot 10)
- Open vragen (moet je beperkt houden)
1
,Doel surveys
- Achteraf geldige & betrouwbare uitspraken over:
o Voorkomen van verschijnselen (vb: hoeveel mensen hebben abonnement op Netflix)
o Samenhang van verschijnselen (vb: verschil man – vrouw in mediagebruik)
- Kenmerken
o Doorgaans op één moment (wordt éénmalig uitgevoerd)
o Bij veel respondenten (aantal 100en, 1000en)
o Gestandaardiseerde vragen stellen (iedereen exact dezelfde vraag, zelfde
verwoording, zelfde antwoordopties, … ‘standaard hetzelfde voor elke deelnemer’)
o Groot aantal eigenschappen meten (vb 30 vragen in één schaalvraag)
o Statistische werking (achteraf adhv statistieken)
3 belangrijke aspecten
- Welk soort survey kies ik?
- Hoe stel ik de juiste vragen?
- Hoe bereik ik de juiste respondenten? (steekproeftrekking)
Soorten surveys
- Face-to-face survey
Werkt met enquêteurs
- Telefonische survey
- Schriftelijke survey
Zelfstandig invullen
- Online survey
- Variaties in:
o Computerondersteund
CAPI: Computer Assistant Personal Interview
CATI: Computer Assistant Telefonic Interview
Face-to-face survey
Persoonlijk afnemen; bijvoorbeeld thuis, in een winkelcentrum, op een evenement, …
Gestandaardiseerde vragenlijst met enquêteur
Belangrijk als enquêteur
- Structuur goed kennen
- Inleiding: reden, wie, waarover, waarom
- ‘Band leggen’
- Vragen exact stellen
- Antwoord letterlijk opschrijven/ registreren
- Duidelijke instructies
- Probing: ‘doorvragen’ om volledigere antwoorden te krijgen (vb: antwoord herhalen, ‘hmm’,
‘Welke merken van auto’s kent u? Ken u enkel deze of kent u er nog?
- Prompting: bv: kaartjes voorleggen (vb: lijstje van mogelijke ontbijtgranen voorleggen)
- Afsluiten: bedanken
Voordelen:
- Feedback (vb: ‘Er zijn nog maar 2 vragen hoor’, ‘Snap je de vraag niet goed?’)
- Vertrouwensband: voelt persoonlijker aan
- ‘Kwaliteitscontrole’ (controle over geslacht, als iemand vraag niet snapt hierop inspelen)
- Aanpassingsvermogen (als vragen te moeilijk zijn, beetje aanpassen)
2
, Nadelen:
- Mensen maken fouten (enquêteur per ongeluk fout invullen)
- Traag (bvb 1 survey/ 15min)
- Hoge kosten (tijd, geld, organisatie)
- Angst voor beoordeling enquêteur => sociaal wenselijke antwoorden
Inter- en intra-interviewer:
- Inter (tussen ≠ enquêteurs onderling): geslacht, voorkomen, leeftijd enquêteur, intonatie
vraag anders stellen
- Intra (binnen éénzelfde enquêteur): slecht vastleggen van antwoorden (vb: door
vermoeidheid, onoplettendheid, …)
Telefonische survey
Voordelen:
- Relatief goedkoop (vb: geen verplaatsingen, automatisch volgende bellen)
- Snel gegevens
- Minder invloed door kenmerken enquêteur
Nadelen:
- Mag niet te lang zijn
- Eenvoudige en beperkte vragen en antwoordmog. (zodat survey niet te lang is)
- Lagere respons (veel respondenten zeggen dat ze geen tijd hebben, of ze haken tussendoor
af omdat te lang is)
- Bepaalde groepen (bv: armen, slechthorenden) minder bereikbaar
- Respondent niet kunnen observeren (weet niet of ze twijfelt, …)
- Geen visuele hulpmiddelen gebruiken
Evolutie: Computer assisted (CATI)
Voordelen
- Onmiddelijk antwoorden invoeren
- Sneller verwerken
- ‘Springen’ in vragenlijst
- Zo fouten vermijden
Schriftelijke survey
Respondent vult survey zelf in
o Via post of op locatie respondent zelf laten invullen (vb: klascontext)
Voordelen:
- Goedkoper
- Sneller, mindere complexe organisatie
- Geen enquêteur-effecten of enquêteur-variatie
- Gemakkelijk voor respondent
Nadelen:
- Geen toelichting mogelijk
- Niet kunnen doorvragen
- Belangrijk vragenlijst op te bouwen en formuleren (dat iedereen vragen op dezelfde manier
begrijpt)
- Open vragen beperkt houden (handschrift moeilijk te lezen)
3