I. De Europese ruimte
Structuur van dit college
Welke thema’s worden behandeld in Europees recht II?
• Basisbegrippen in de Europese ruimte en het materiële EU-recht
• Welke zijn de bronnen van dit recht?
• De inhoud van de colleges
Praktische afspraken
• Organisatie colleges en lesmethode
• Evaluatie (examen + paper)
Inhoud cursus: het materiële EU-recht
• Dit heeft betrekking op de inhoudelijke kant van het EU-recht: het beleid dat de EU voert op
verschillende bevoegdheidsdomeinen. Wat ten uitvoering wordt gelegd in de wetgeving, is
enorm ruim maar toch goed overzicht proberen te geven.
• Programmatorisch karakter van het EU-recht: verwezenlijking van algemene waarden en
concrete doelstellingen (vervat bv. in art. 2 en 3 VEU, maar ook vele andere artikelen). Als je de
verdragen leest dan zie je dat heel wat van die artikel eigenlijk een doel weergeven. Zeggen dat
de lidstaten het overeengekomen zijn om iets op een bepaalde manier te gaan behandelen.
Bijvoorbeeld een goed milieubeleid te behandelen, een interne markt uitbouwen. Zijn
algemene afspraken die de lidstaten in de verdragen hebben ingeschreven en die dan ten
uitvoering moeten worden gelegd door afgeleid recht. Het verband tussen het institutioneel
recht waar het gaat om de hardware (hoe de EU functioneert) en hier ga je kijken naar de
software, wat komt daar eigenlijk uit en waar is de EU op actief.
• Verschil met Europees recht I (institutioneel recht)
De doelstellingen
1
,In lid 2 zie je meer het programmatorische, de doelstelling die heel ruim kan zijn en die veel facetten
kan bevatten. Het is natuurlijk zo dat de EU een samenwerkingsverband is tussen 27 lidstaten. Je moet
met die 27 lidstaten en compromis vinden en dat is ook zo voor verdragen geweest waardoor er heel
veel wordt ingepast en het blijft ook ruim en moet politiek nog worden uitgevoerd, wat je dan juist doet
en waar je de klemtoon zal leggen. Zie HvJ, HvJ wordt op deze manier heel belangrijk want die algemene
doelstellingen geven richting aan maar laten ook veel ruimte en daar moet je ook wel gaan afwegen en
daar speelt het HvJ zijn rol.
Lid 3, je ziet steeds het politieke compromis terug waar iedereen zich wel in kan vinden. Soms zijn die
doelstelling zelfs inherent tegenstrijdig of moet je gaan schipperen tussen de doelstellingen om alles
toch wat met elkaar te proberen te verzoenen. Dat zie je ook terugkomen in EU-wetgeving dat het
resultaat is van compromissen tussen lidstaten.
Lid 4, is belangrijk want op deze manier vormt dit een verplichting. Je moet natuurlijk om de euro te
hebben, moet je aan bepaalde economische criteria voldoen, je krijgt niet zomaar die euro als lidstaat
van de EU maar anderzijds is het ook wel zo dat het een verplichting is, zodra je aan de criteria voldoet
dan moet je ook de euro invoeren. Ook buitenlands beleid heb je waarden en beginselen waar de unie
zich aan moet houden. De unie zit in een karkas waar dus eigenlijk bepaalde dingen worden bepaald en
vastgelegd in de verdragen waar de unie niet van kan afwijken. De unie heeft zich een heel duidelijk
kompas gegeven met bepaalde waarden, met bepaalde beginselen en doelstellingen, duidelijke
afspraken tussen lidstaten en daar gaat men naartoe werken.
Het doel is de totstandbrenging van een « Europese Ruimte »
• Het materiële Unierecht strekt ertoe één Europese Ruimte tot stand te brengen, verwar het
niet met de Europese Economische ruimte want dit is een structuur die zich rond de EU bevindt
en waar maar enkele staten lid van staan maar hier gaat het om het begrip van de Europese
Ruimte die men in de verdragen terugvindt.
• Hoe? Door het wegnemen van juridische, economische en andere belemmeringen tussen
lidstaten (de binnengrenzen) “interne markt” + één buitengrens. Landen heffen alle
belemmeringen en grenzen intern op.
• Door één juridische ruimte te creëren (“ruimte van vrijheid, veiligheid en recht”). Als je
economisch samenwerkt, dan is het logisch dat je ook de juridische ruimte daarboven creëert
want als je vrij verkeer van personen hebt dan heb je natuurlijk ook vrij verkeer van criminaliteit
en dan is het ook goed dat je ervoor zorgt dat politiediensten kunnen samenwerken, dat
vonnissen en arresten ook in andere landen worden uitgevoerd, uitlevering etc. Is een logisch
gevolg geweest van economische samenwerking.
• Door een gezamenlijk beleid te voeren op gebieden waarvoor de EU bevoegd is (douane,
handel, landbouw en visserij, …). Dan geef je de bevoegdheid aan de EU.
• Door gezamenlijke waarden en rechtsstatelijke principes te huldigen.
2
, • Waarom is dit relevant? Die ruimte van vrijheid, veiligheid en recht die veronderstelt
dat je wederzijds vertrouwen hebt. Bijvoorbeeld om een vonnis of een arrest van een
rechter van Letland te laten uitvoeren in België daarvoor wordt verondersteld dat de
Belgische instanties vertrouwen hebben in het werk van de Letse rechters, als dit
vertrouwen er niet is dan kun je geen ruimte van vrijheid, veiligheid en recht hebben.
Daarom moeten er bepaalde principes zijn met name dan over de onafhankelijkheid
van nationale rechters en als je die principes niet respecteert is er een probleem in de
Europese ruimte want dan is er geen mogelijkheid meer om het wederzijds vertrouwen
tot stand te brengen en dan heb je ook het probleem dat de burgers en bedrijven niet
in dezelfde situaties zitten want je kan wel bepaalde rechten hebben onder het
Europees recht in België maar niet in Letland (gaat hier eigenlijk over landen zoals
Polen en Hongarije).
Geen binnengrenzen
• Art 1 VEU ‘een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa’. Dat was bijvoorbeeld
iets waar de Britten enorm veel problemen mee gehad hebben. Waren vooral pro economische
samenwerking maar dat steeds hechtere verbond waarbij er wordt gestreefd naar meer
samenwerking op andere vlakken dat zagen de Britten niet zitten omdat ze niet wisten waar
dit zou eindigen. Dit heeft uiteindelijk geleidt tot de Brexit.
• Overgang van natiestaat naar EU: nieuw paradigma waar je voor de WO2 zat in het paradigma
van de natiestaten die hun soevereiniteit gaan afbakenen. Na WO2 zie je dat de EU een groot
deel van die nationale soevereiniteit heeft overgenomen. Dat is natuurlijk een heel grote stap
geweest.
• Traditioneel: grens is territoriale afbakening van rechtsorde en waarden
• Grote evolutie op relatief korte tijd: groeipijnen (zeker in crisiscontext: eurocrisis, migratie,
Brexit, Covid-19, Oekraïne). We hebben een hele reeks crisissen gehad de laatste jaren.
• Bijkomend element: globalisering en klimaat.
• EU heeft altijd crisissen gekend, de laatste jaren toch ook wel een pak + bijkomend
element: globalisering (waar de wereld nog veranderd en de economische
grootmachten zoals China nr. 1 wordt op afzienbare tijd) en klimaat. Dus we zitten hier
in een heel bijzondere context. Waar je enerzijds kan zeggen dat de EU heel wat
problemen heeft, maar anderzijds moet je zeggen dat de EU altijd problemen heeft
gehad en sterker is geworden door die crisissen omdat de uitdagingen dermate groot
zijn geworden dat die EU het enige antwoord bijna is dat die LS’en hebben om daar
een oplossing op te bieden, krachten gaan bundelen. Dat wil niet zeggen dat alles
perfect is in de EU, we zullen hier ook kritisch over zijn in de cursus. EU is een heel
grote, logge structuur met 27 LS’en dus verschillende gevoeligheden. Grote tegen de
kleine. Dus je moet toch wel een beter inzicht hierin hebben en kritisch reflecteren.
Interne markt
• Sinds 1957 (EEG-Verdrag) ‘gemeenschappelijke markt’
• Europese akte (1987) – agenda 1992. Sprak nog altijd van de gemeenschappelijke markt. Hier
werd vastgesteld dat de gemeenschappelijke markt bestond sinds 1957 maar dat die nog
steeds niet tot stand was gekomen omdat het moeilijker was dan gedacht. Er waren heel veel
regels en bepaalde gewoonten en afspraken die nationaal bestonden die de totstandkoming
3
, van de gemeenschappelijke markt onmogelijk hadden gemaakt. Daarom kwam het dat de
commissie Delors, zei dat ze de laatste obstakels gingen bekijken en er een agenda van maken
om het tegen 1992 helemaal weg te werken. Is heel succesvolle periode geweest van de
Europese samenwerking. Grotendeels is de interne markt in 1992 tot stand gekomen.
• Interne markt (term sinds verdrag van Lissabon, 2009).
• Zie art. 26(2) VWEU: die 4 vrijheden, daar zullen we de cursus mee beginnen. Inhoudelijk gaan
we kijken naar het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal.
Een gemeenschappelijke buitengrens met derde landen en een eengemaakte interne juridische
ruimte
• Regels inzake handel en douanerechten, maar ook immigratie, asiel en strijd tegen
criminaliteit/politie- en rechterlijke samenwerking.
Interne markt en mededinging
• Maar ook meer: mededingingsregels voor ondernemingen (zie art 101-102 VWEU en
steunmaatregelen (art 107-109 VWEU). Stel nu voor dat je staten hebt die massaal hun eigen
bedrijven gaan steunen? Dan heb je natuurlijk weer grenzen die gecreëerd worden, daarom
heb je heel het systeem van mededingingsregels en regels inzake staatsteun. Het kunnen
natuurlijk ook private afspraken zijn, ondernemingen die onderling afspraken maken.
• Raakvlakken? Mededingingsregels zijn noodzakelijk als ondersteuning om de vrije concurrentie
te garanderen en de interne markt te vrijwaren. Recente ontwikkeling is gaan kijken naar de
fiscaliteit.
• Fiscaliteit? Bij fiscaliteit geef je geen staatsteun zoals Ierland aan Apple maar waar er gezegd
wordt dat je grote belastingvoordelen zou krijgen of geen belastingen moet betalen. Zie bv
Commissie - Apple/Ierland (14 miljard euro). Apple heeft gelijk gekregen in eerste instantie
maar beroepsprocedure.
• Ook verband met klimaatbeleid (bv. staatssteunregels EU), zie link met mededingingsbeleid
want de staatsteunregels van de EU worden dan opzijgezet om een klimaatbeleid te voeren
want hiervoor heb je grote staatsinvesteringen voor nodig. Hier moet er dan weer gesleuteld
worden aan de staatsteun regels. Ook al zijn het verschillende domeinen van het EU, toch komt
4