Interview
Biologie - Biologische evolutie van organismen.
- Cours
- Biologie
- Établissement
- 3rd Degree
Interview van 6 pagina's voor het vak Biologie aan de 3rd degree (**6e middelbaar)
[Montrer plus]
Vendeur
S'abonner
Aperçu du contenu
BiologieBiologische evolutie van organismen.
evolutietheorieën
Het xisme:
-> George Cuvrier
-> Is een niet-religieus
-> Creationisme: religieus
Alle soorten zouden onveranderlijk zijn. De soorten zijn constant en gecreëerd
door bovennatuurlijke kracht of bewustzijn
-> Wordt verwezen naar de schepping.
-> Catastrofen - theorieën zoals de zondvloed die overbodige soorten deed
verdwijnen.
Het Lamarckisme:
-> Jean-Baptiste de Lamarck.
-> Verschillen tussen de gewervelde en de ongewervelde dieren.
-> Het bestaan van vele overgangsvormen en tussenvormen.
-> Hierdoor werd er een stabiliteit van de soorten sterk.
1: Het al of niet gebruiken van bepaalde kenmerken zorgt ervoor dat ze verder
ontwikkeld worden of juist verloren raken.
2: Kenmerken van voorouders worden doorgegeven aan het nageslacht.
-> veranderingen in het milieu, veranderden de behoeften en gedrag van de soorten.
Tot gevolg veranderde het orgaangebruik, dit kan lijden tot een geleidelijke
verandering van het orgaan en het ras van de individu.
WET 1: Bij elk dier dat zijn ontwikkelingsgrens niet overschrijdt, leidt een frequenter
en standvastig gebruik van een orgaan geleidelijk aan tot een sterker, beter
ontwikkeld en vergroot orgaan. Het niet-gebruiken van een orgaan leidt tot
een verzwakt en minder ontwikkeld orgaan, tot het uiteindelijk verdwijnt.
WET 2: De kenmerken verworven door individuen onder invloed van het leefmilieu
waar zijn ras gedurende lange tijd verbleef (dus door het al of niet gebruiken
van organen), worden bij de voortplanting doorgegeven aan het nageslacht.
-> vb: de lange nek van de giraf.
-> vb: het feit dan een mol blind is.
fi
, tegenargumenten:
-> De eerste wet lijkt in de meeste gevallen nog wel op te gaan, maar dit soort
veranderingen zijn nooit erfelijk.
-> Ook spreekt Lamarck alleen over veranderingen in gunstige zin, terwijl er ook
veranderingen kunnen ontstaan die niet zo gunstig zijn.
-> Zijn theorieën bieden ook geen enkele verklaring voor het ontstaan van nieuwe
organen.
Het Darwinisme
-> Charles Darwin
-> Alfred Russel Wallace
theorieën:
-> Binnen 1 soort zijn er variaties als gevolg van het milieu, voeding, ..
-> Door geslachtelijke voortplanting zijn geen 2 individuen identiek.
-> Twee ouders produceren meer nakomelingen dan strikt noodzakelijk om de
populatie constant te houden. Nochtans is de grootte van de populatie
nagenoeg constant. Hieruit volgt de selectie: STRUGGLE FOR LIFE.
-> Bepaalde variaties zijn gunstiger dan andere en hebben meer overlevingskansen.
Hieruit volgt de selectie SURVIVAL OF THE FITTEST.
tegenargumenten:
-> De modi caties waar Darwin over spreekt zijn opnieuw niet erfelijk.
-> het is niet altijd de sterkste die overleeft, meestal speelt toeval een grote rol.
-> Selectie streeft naar de middenmaat, de meeste afwijkingen worden weg
geselecteerd.
-> Selectie is dus kwantitatief (uitgedrukt in getallen) en niet kwalitatief.
De synthetische theorie:
-> verzameling van ideeën
-> steunt idee van genetische variabiliteit en selectie.
-> Kruisingen en genetische recombinaties in opeenvolgende generaties zorgen voor
individuele verschillen die aan het nageslacht worden overgedragen. Ook
overkruising zorgt voor nieuwe combinaties van genen.
-> Mutaties kunnen zowel positieve als negatieve eigenschappen opleveren en zijn
erfelijk. Het aantal nakomelingen met deze nieuwe genen is wel belangrijk want
slecht de gencombinatie met de meeste nakomelingen heet kans op overleven en
verder evolueren
-> Isolatie, zowel geogra sch als ecologisch spelen een rol.
-> Tot slot spelen ook toevallige gebeurtenissen zoals natuurrampen een rol.
fi fi
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur studentLT. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
Peut-on faire confiance à Stuvia ?
4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)
67232 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours
Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans