Syndromen die aanleiding kunnen geven tot de ontwikkeling van
een verstandelijke beperking
Terminologie vanuit een internationaal perspectief
Frankrijk: handicap mental of déficience intellectuelle
Verenigd Koninkrijk: learning disabilities (niet verwarren met leerstoornis)
Verenigde Staten en Canada:
Intellectual disablities
Intellectual and developmental disabilities voorkeur
Intellectual and developmental disorder
Paradigmaverschuiving 1876: Association of Medical Officers of American
e Institutions for Idiotic and Feebleminded Persons
Edward Seguin = 1 oprichter in 1876
1906: American Association fot the Study of the
vereniging oprichten die zich toeleggen op Feebleminded
ondersteuning van mensen met verstandelijke
1933: American Association on Mental Deficiency (AAMD)
beperking
leerling van Itard = beïnvloedt door voorganger 1987: American Association on Mental Retardation (AAMR)
Nieuwe definitie: 2007: American Association on Intellectual and
Developmental Disabilities (AAIDD)
Verstandelijke beperking verwijst naar
functioneringsproblemen die worden gekenmerkt door significante beperkingen in zowel intellectuele functioneren
als in adaptieve gedrag zoals tot uitdrukking komt in conceptuele, sociale en praktische vaardigheden.
Functioneringsproblemen ontstaan voor leeftijd van 18 jaar
DSM-5 Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen verstandelijke beperking
= 3 criteria:
Deficiënties in intellectuele functies = redeneren, problemen oplossen, plannen, abstract denken, …
bevestigd worden door zowel klinische beoordeling als geïndividualiseerde, gestandaardiseerde
intelligentietest
Deficiënties in adaptieve functioneren die ertoe leiden dat betrokkene niet kan voldoen aan ontwikkelings-
en sociaal-culturele standaarden van persoonlijke onafhankelijkheid en sociale verantwoordelijkheid. Zonder
blijvende ondersteuning beperken deficiënties in aanpassingsvermogen het functioneren in 1/meer aspecten
van dagelijks leven, waaronder communicatie, deelname aan sociale leven, …
Deficiënties in verstandelijke functies en aanpassingsvermogen beginnen gedurende ontwikkelingsperiode
Paradigmaverschuiving:
Nadruk op IQ scores verschuift naar sociale ondersteuningsnoden
Ernst van beperking hangt af van niveau van ondersteuningsnoden zoals gemeten door criteria op verschillende
functionele domeinen van adaptief gedrag
conceptueel (= adaptief gedrag), sociaal en praktisch
Model verstandelijke beperking (AAIDD)
Context = macro = wordt vaak vergeten, hoe gaat cliënt om met
samenleving
Participatie, interactie en sociale rollen = agency :
Self determination = wat kan ik zelf bepalen
, Meaning = wat kan ik zelf betekenen
Action = hebben anderen nodig om doelen te bereiken
Essentieel stappenplan in functie van
Quality of Life
1. Beeldvorming van persoon en zijn/haar contexten via
sterkte-zwakte analyse mbt 5 verschillende dimensies
2. Stellen van diagnose – label ‘verstandelijke beperking’
3. Opstellen en uitwerken van persoonlijk
ondersteuningsplan
(stap 4) 3 stappen systematisch doen in functie van QoL
Syndromen
Down Syndroom en Fragiel-X zijn vaak voorkomend
Down Syndroom
Prevalentie 1/1000
op 30-jarige leeftijd
hoe ouder, hoe meer kans op kind met down syndroom
niet enkel leeftijd van vrouw belangrijk, ook mannen kunnen fouten in genen creëren
Meest voorkomend syndroom
o 99% = trisomie 21 = 3 chromosomen op 21
o 4% = translocatie = chromosoom 21 gaat koppelen aan chromosoom 14
o 1% = mosaïc = fout in bepaald gen, niet in alle cellen = milde vorm van down syndroom
Matig tot ernstig verstandelijke beperking
Veelvoud van bijkomende fysieke problemen en risico op somatische aandoeningen
o Fysieke problemen = oorontstekingen, oogproblemen, luchtwegen met veel slijm, cardiovasculaire
problemen, dikke tong, plat achterhoofd, …
Verstoorde spraakontwikkeling, in bijzonder taalexpressie
o Spraakontwikkeling heeft te maken met ogen, vaak hoorapparaat nodig
o Taalexpressie door te dikke tong is vermoeiend en extra inspanning
Adaptief gedrag soms hoger dan cognitieve mogelijkheden
Sociaal, goed gestemd gedrag daardoor kans op overschatting + risico op geestelijke gezondheidsproblemen
Muziekgeörienteerd
Hyperactief, agressief en impulsief
Op kinderleeftijd linken met ADHD, ODD (=oppositioneel opstandig gedrag, ruzie maken) en CD (=conduct
disorder, overschrijdend gedrag)
Later in tijd Alzheimerdementie en depressie
Fragiel-X Syndroom (Martin-Bell Syndroom)
Mutatie van gen verandert ontwikkeling hersenen met fysiek, cognitief en neuro-psychiatrisch fenotype als gevolg
Prevalentie 1/1200 bij jongens, 1/2000-2500 bij meisjes
Kan ook 1/4000 bij jongens en 1/6000 bij meisjes
Verstandelijke beperking (100% jongens, 60% meisjes)