Gedrag en maatschappij
H1: Homo sapiens, een veelzijdig studieonderwerp
1. Inleidende vaststellingen
• Toekomst ≠ wit blad -> padafh: vooruit met wat we vandaag hebben
Slechte situ: natuurrampen tgv oa ontbossing, verbranding fossiele brandstoffen
=> Menselijke impact: klimaatverandering + verlies biodiversiteit
=> voedt uitbraak invasieve soorten: bv. sprinkhanenplaag, Sars-cov2
• Nieuwe varianten Covid: wij even snel aanpassen als virus muteert?
Red queen strategy: ‘altijd lopen om op zelfde plek blijven’ (Alice in Wonderland)
=> vooruit? Continu aanpassen aan omgeving
• Grootste probleem: groeiende wereldbevolking
19e eeuw: industriële revolutie: vooruitgang heeft prijskaartje
Isaac Asimov:
- Als kennis problemen k veroorzaken, n dr onwetendheid opl’
-‘Meest trieste aspect huidige leven is dat wet sneller kennis opdoet dan maats wijsheid’
DUS kennis/maats op elkaar afstemmen om n in 2e puntje
Wij sneller veranderen dan bv. virus
=> nood mentaliteitsverandering mbv sociale wet: samenwerking
• Pandemie veroorzaakt sociaal dilemma
= tssn persoonlijk voordeel/collectief belang. Teveel mensen uit eigen belang? Iedereen verliest
- nooit eigen voordeel én gem welvaart realiseren
- Bv. carpooling, groepswerken, covid-maatregels
=> ook democratie = sociaal dilemma
o Wetten via vertegenwoordiging vd maats
o Onvoldoende deelname publiek debat -> ondermijnt voordelen democratie dr
machtsmisbruik enkelen
o Durven vragen stellen, mr n alles kwestie vrije mening (egoïstisch/n rationeel)
o K n bestaan z burgerzin: rationeel, obv gegronde feiten standpunt innemen (fact checking)
2. Het vak zelf
• Inleiding gedragswet. = studie ver drijfveren/factoren die gedrag beïnvloeden, vaak sociaal
geconstrueerd
• Inleiding maatswet. = samenlevingskunde = studie sociaal handelen mensen binnen maats
patronen/structuren
Deel 1: Gedrag
‘We are a social beast occupying a cognitive niche’ – social, mr ook (bewust) denkend
Grote hersenen -> complex gedrag: nuttig aanpassen aan nieuwe omgeving
Wie is de Homo Sapiens?
o Paradoxaal: Paradox: intelligent, zelfzuchtig, strategisch <-> social, hulpvaardig, meevoelend
Combi sociaal zijn + verstand -> enorme capaciteit samenwerking
<-> mieren/bijen: wij n voorgeprogrammeerd, mr bewuste keuze
o Onevenbaar succes in biomassa, creativiteit, mr ook destructie, geweld, …
o Grote ecologische voetafdruk: capaciteit wereld aanpassen nr eigen zin, grootste uitdaging
Gedragswet.: huwelijk rationalisme (theorievorming) + empirie (dataverzameling)
Theorie vormen ahv data -> hieruit hypotheses afleiden
,Oorsprong: interesse bewustzijn, 2 manieren onderzoeken
o Structuralisme (Wundt)
- Experimentele analyse onderdelen bewustzijn
- Systematische, obj observaties bewuste ervaringen
o Functionalisme. (James)
- Onderzoek functie bewustzijn, alleen zin in geheel (n ontleedbaar)
- Invloed Darwinisme: overlevingswaarde
=> conflict => °ver wet benaderingen
Behaviourisme (Skinner) - Psychodynamica (Freud) - Humanisme (Rogers) +
Observeerbare gedrag Onbewuste drijveren gedrag Mensen zijn veranderbaar
Alles aangeleerd, vrije wil = Theorieen n falsifieerbaar, n te Zelfrealisatie
illusie ontkennen (n wet correct)
Moderne benaderingen
o Biologisch: vooruitgang medische tech -> gedrag verklaren ahv genetische/neurologische
processen
o Cognitief: bredere hernieuwde interesse bewustzijn
Hoe info vergaard/opgeslagen/verwerkt? Taal/geheugen?
o Evolutionair: gedrag heeft erfenis
Evolutie dr selectie: universele tendensen, assumpties uit verleden (dus n te testen)
o Socio-cultureel: invloed huidige context
Gedrag afh v socio-culturele context
Wrm gedragswet vr economen: begrijpen hoe in elkaar zitten
1. Begrip eco anomalieen: verouderd beeld homo economicus (iedereen handelt in eigen
belang)
- Afkeer onrechtvaardigheid <-> alleen als in zijn nadeel
- Vertrouwen <-> anderen ook in eigen belang dus geven vertrouwen nooit terug
- Belang verhalen/normen
2. Gedrag en bedrijfskunde: mensen = belangrijkste kapitaal organisatie, organisatie mr zo goed
als werknemers DUS wat nodig om optimaal werken?
=> verwachtingen: omgeving waarin aanmoedigingen
3. Goede theorie = domein-overschrijdend -> toepmog diverse gebieden
Voorbeeld: belang controlegevoel
- Controleverlies
o Medisch: aangeleerde hulpeloosheid: vroeger veel oncontroleerbare stressors -> w passief
Experiment: ontw ratten tumoren dr stress -> hoe deze verlichten?
Tumorgroei elektrische schokken + controle < schokken z controle
o Maats: passievere houding dak-/werklozen, argwaan tov vaccins, …
- Controlegevoel:
o Medisch: minder gezondheidsproblemen
o Eco: productievere staff, succesvollere CEO’s, …
Wat er gebeurd in leven toeschrijven aan jezelf = interne locus v controle
<-> aan lot/anderen = externe
,H2: wetenschappelijke methode
1. Doelstellingen
• Wetenschappelijke methode?
• Praktische stappen?
• Beschrijvend vs experimenteel onderzoek
• Evalueren onderzoek
• Belang statistiek
2. Inleiding
Uitgangspunt wet.: bestaan algemene wetmatigheden via objectieve methode achterhaald
Beantwoordbare bevragen bv. bestaat God niet, associeren met iets meetbaar
<-> Angst: gevoel rationaliseren bv. meten spierspanning, adrenaline, …
Belang: tggaan circulatie pseudo-wet. info bv. dieetboeken, one-size fits all k n
! Kwalijk als zo wijd verspreid -> id weg van echte wet kennis
=> °volkswijsheden: kennis/voortgang ondermijnen bv. slaap vr middernacht telt dubbel
Artikel geven aan peer-review artikel -> gelezen dr ‘collega’s’ -> kritische opm -> aanpassen/
optimaliseren
3. Eigenschappen wetenschappen
Psychologie: zoeken wetmatigheden als verklaring gedrag
o Domeinoverschrijdend
o Voorspellingswaarde: bep algemene wetmatigheden natuur, in deze situ meerderheid zo
reageren
Iedereen <-> generaliseerbaar, vr iedereen behalve …
GN speculatieve verklaringen vr hic et nunc gedrag
4. Theorievorming
Wet. theorie = denkkader dr empirische data gestaafd en voorlopig n tggesproken
-> hypothesen + voorspellingen
Wet. stelling moet:
o Operationeel: verwijzen nr iets concreet, meetbaar
o Systematisch: bij elk subject steekrpoef op zelfde manier te werk bv. vragenlijst
+ empirisch: zichtbaar, meetbaar = data
+ repliceerbaar vastgesteld: andere onderzoeker zelfde resultaten zelfde experiment onder zelfde
omstandigheden, onderzoeker n relevant
o Faslifieerbaar: 1 juist antwoord, veel foute -> fouten wegstrepen, uiteindelijk juiste over
- Karl Popper
- Psychoanalyse Freud: n falsifieerbaar! Problemen verklaren ahv gebeurtenissen verleden
Bv. verlatingsangst dr afwezige ouders als peuter MR k nooit ontkracht w want volwassene weet dit
n meer
- Peer review: opsporen fouten
=> elke wet theorie verondersteld kans fout -> fouten opsoren -> theorie verfijnen
=> verklaringen voorlopig waar
o Raakpunten met andere stellingen: wet vooruitgang traag/incrementeel
- Principe raakpunten: nieuwe theorie altijd in verband met oude, compatibel aan eerder gevonden
feiten
- Hypothesen evalueren: welke is meest wss ahv vorig onderzoek -> eerst onderzoeken
o Principe spaarzaamheid: afspraak tssn wetenschappers
=> keuze minst complexe verklaring
, 5. Praktische stappen
5.1 Soorten onderzoek:
• Inductie: theorie obv empirische observaties
- Gebruik zintuigen
- Nooit 100% zeker, tenzij àlle ver gevallen geobserveerd
Bv. Darwin: best mogelijke veralgmening specifieke observaties -> later bevestigd dr deductie
• Deductie: hypothesen toesten aan empirische data -> theorie bevestigen/aanvullen
- Redeneringsvermogen: specifieke regel uit algemene
- Nood vertrek basisuitspraken/regels
- Systematisch stappenplan
=> Stappenplan: variabele = element waarover hypothese formuleren bv. leeftijd, reactie …
1. Theorie: verklarend netwerk ideeen
2. Hypothese : specifieke voorspelling
3. Empirisch onderzoek: systematisch data verzamelen -> hypothese toetsen
- Welke methode?
- Operationeren data: wat nu juist meten -> contacteren proefpersonen
4. Evalueren data: statistiscge analyse waar mogelijk, betrouwbaarheidsniveau 95%
-> Bevestigen hypothese -> verfijnen theorie
<-> N bevestigen -> andere emprisch onderzoek -> hypothese vernietigen
5. Rapporteren data/conclusie: laatste evaluatie andere onderzoekers
5.2 Beschrijvend vs experimenteel
• Beschrijvend: observaties, case studies, correlaties
Bv. wnnr gedragen mensen zich zo? Medische geschiedenis subject? Mogelijk gedrag dr bevragen
hypothetische situ’s: hoe reageren op …
• Experimenteel
Bv. Effect iets observeren
Correlaties: beschrijvend onderzoek, ahv vragenlijsten -> correlatie berekenen 2 variabelen
o Coeff. -1 tot 1 => + of –
o Hoe sterker correlatie, hoe dichter bij (-)1
o 0: gn verband
o Impliceert gn causaliteit!! Wat oorzaak, wat gevolg? Derde variabele?
Bv. + verband geluk en altruisme (onbaatzuchtigheid)
5.2.1 Experimenteel onderzoek
Hoe verandert Y (afh variabele) ifv X (onafh variabele)?
Vaststellen oorzaak/effect relaties -> vgl experimentel, gemanipuleerde groep vs controle groep
=> manipuleren onafh groep
Bespreking experiment Baumeister: causaal verband sociaal zijn (oorzaak) en intelligentie (gevolg)?
Hypothese: gevoel uitsluiting tast denkvermogen aan
Vroeger: uitgesloten -> alleen eten zoeken, beschermen, … nood intelligentie
Nood experiment!
- Tg proefpersonen: onderzoek intelligentie –
persoonlijkheid -> resultaten n beïnvloeden
- Willekeurige indeling: andere variabelen
willekeurig verdeeld, dus gn ver
- Gemanipuleerde feedback vragenlijsten obv groep,
n antwoord
- 2e controlegroep: alg – gevoel of sociale uitsluiting
effect op intelligentie?