,Taalvariatie: individuele taalvariatie en situationele factoren...........................................................3
I. Stilistische variatie..........................................................................................................................4
II. Inleiding........................................................................................................................................4
III. Situering.......................................................................................................................................4
IV. Wat is stijl?...................................................................................................................................5
V. Terminologische verschuiving rond “stijl”.....................................................................................5
I. De notie “register”..........................................................................................................................5
II. Stilistische variatie bij William LABOV...........................................................................................6
III. De Martha’s Vineyard studie van Labov (1963)............................................................................7
IV. De Lower East Side studie van Labov (1966).................................................................................9
V. Modellen en methodologische begrippen...................................................................................11
I. Audience design...........................................................................................................................11
II. Het model van Bell (1984)...........................................................................................................11
III. Bell’s definitie van “stijl” en stilistische variatie..........................................................................13
IV. Accommodation en attunement.................................................................................................14
V. Convergentie en divergentie.......................................................................................................14
VI. Misaccommodation: overaccommodation en underaccommodation.........................................16
VII. Speaker design..........................................................................................................................16
VIII. Attitudes..................................................................................................................................16
IX. Back to Boston............................................................................................................................18
X. Multiple social identities.............................................................................................................19
XI. Speaker design als identity stylisation........................................................................................21
XII. Extreme voorbeelden van stilistische variatie...........................................................................21
XIII. Begrippenlijst...........................................................................................................................22
2
, Meertaligheid, meerstemmigheid
Taalvariatie: individuele taalvariatie en situationele factoren
In dit deel hebben we het over de meest recente evolutie binnen de sociolinguïstiek, die zich situeert
op het niveau van het “existentiële perspectief” (cf. ook oktoberdeel): “dat van de individuele
taalgebruiker in zijn of haar situationele context”.
Die “situationele context” is van groot belang om variatie in taalgebruik van individuele
sprekers te kunnen verklaren.
Bv. boze mensen spreken op een gelijkaardige manier, maar met flink wat individuele variatie.
De variatie binnen de situationele contexten van individuele sprekers is te verklaren vanuit:
- emotionele opwellingen (boosheid, angst, ...)
- factoren die we zelf in de hand houden:
- “mobiliteit”
verhoogd aantal verplaatsingen van sprekers tussen verschillende regio’s, landen,
continenten laat sporen na in het taalgebruik van een individu:
bv. via een verhoogde meertaligheid en code-mixing, maar een verbeterde toegang
tot standaardtaal zorgt voor een grotere taalvaardigheid, en dus ook een grotere
wendbaarheid in die (standaard)taal; en daardoor meer kans om op te vallen met
specifiek taalgebruik
“opvallen met taal”
- imitatoren kopiëren de “stijl” van een bekend individu om komische effecten te creëren
- acteurs: verschillende “stijlen” of “typetjes” ten tonele voeren
Taal functioneert hier “indexicaal”: het taalgebruik indexeert of verwijst naar de
specifieke sociale context waarin die taal gebruikt wordt.
Bv. West-Vlaams: “mo vint toch”
- een gewoon lexicaal-semantische betekenis: [“maar jongen toch”]
- verwijzen naar de West-Vlaamse context of achtergrond van één van de sprekers of
betrokkenen bij het gesprek.
dan komt er een extra laag bovenop de letterlijke betekenis van de woorden, en
kunnen die dan gebruikt worden om een spreker te kenschetsen, of belachelijk te
maken, of voor bredere komische doeleinden worden ingezet.
Die extra indexicale laag is ook contextspecifiek: die zal in Vlaanderen voor
“mo vint toch” wel tamelijk goed werken, maar het is bijna zeker dat dit soort
laag helemaal niet opgepikt wordt in Groningen - waar men allicht ook al zal
vallen over de precieze semantico-lexicale betekenis ervan.
De studie van deze situationele of “diafasische” variatie binnen de sociolinguïstiek meer gericht
op een volledigere contextualisering van sprekers en hun eigen persoonlijke geschiedenis
sprekers krijgen meer “agency” of zelfbeschikkingsrecht om ook zelf keuzes te maken.
De shift in de aandacht voor talige normen naar taalkeuzes (verklaard vanuit individuele
en contextgebonden kenmerken) conceptuele verschuivingen in verband met taalbeleid,
talige competentie of taalvaardigheidsniveaus
de talige kenmerken van de individuele spreker kunnen nu beter in kaart gebracht
worden, en veel minder worden ondergebracht in grote groepen die op een
geaggregeerd niveau (groepsniveau) functioneren.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur brittreynders00. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.