Samenvatting Economie Levensloop Hoofdstuk 1 t/m 7 van de methode lweo. Deze samenvatting is uitgebreid en duidelijk over dit hoofdstuk. De samenvatting is goedgekeurd door mijn docent. Voor deze toets had ik een 8,3.
Consumptie = aangeschaft door eindgebruiker (consument).
Investeren = kapitaalgoederen aanschaffen om mee te verdienen.
Koopkracht/reële loon = wat je van je geld kunt kopen.
Schaarste
- Absolute schaarste (gebrek aan iets)
- Relatieve schaarste (vraagt om een offer)
Vrije goederen = krijg je gratis.
Schaarse goederen = moet je voor betalen.
Opofferingskosten (opportunity costs) = waarde van wat we opofferen.
Budgetlijn
Verandering een van de prijzen verandering helling budgetlijn
Verandering van budget verschuiving budgetlijn.
Veranderende voorkeur geen invloed op ligging budgetlijn.
Speltheorieën
Beslissingen waarvan de gevolgen mede worden bepaald door de beslissingen van andere partijen vormen
het onderwerp van de speltheorie.
Spelers = nemen de beslissingen. Handelen rationeel en streven naar zo hoog mogelijke uitbetaling.
Coöperatief spel = spelers werken samen.
Niet-coöperatief = spelers beconcurreren elkaar.
Symmetrische informatie = de spelers weten evenveel van elkaar.
Evenwicht = voorspelling van de uitkomst van het spel
Strategieën:
Dominante strategie = de strategie die het meeste oplevert, ongeacht de strategie van de ander
Gedomineerde strategie = de strategie die in alle gevallen het minste oplevert (opdr. 1.29)
Uitbetaling = verwachte opbrengst van een strategie
Uitbetalingsmatrix/opbrengstenmatrix/resultatenmatrix = tabel waarin opbrengst van elke strategie is
weergegeven.
Nash-evenwicht = spelers kunnen hun opbrengst niet verbeteren door alleen zelf strategie te veranderen.
Prisoner’s dilemma = situatie waarbij twee spelers dominante strategie hebben, maar waarbij het Nash-
evenwicht voor beide spelers ongunstig is.
De prikkel om voor je eigenbelang te kiezen en je niet aan de afspraak te houden is nog steeds aanwezig,
omdat je de ander niet vertrouwt.
Tit-for-tat = strategie waarin de een precies hetzelfde doet als de ander.
In een gevangen dilemma kan een coöperatieve opstelling ook ontstaan als de spelers worden gebonden
aan een afspraak. De straf op het schenden van de afspraak weegt zwaarder dan een paar jaar
gevangenisstraf meer.
, Bindende afspraak = de straf op het schenden van de afspraak weegt zwaarder dan een paar jaar
gevangenisstraf meer. De afspraak is nu bindend, omdat beiden er belang bij hebben zich aan de
afspraak te houden.
Free-ridergedrag/meeliftersgedrag = profiteren van anderen.
Veelpersoonsdilemma = een soort prisoner’s dilemma voor meer dan 2 personen.
Hoofdstuk 2 Jeugd
Inkomensafhankelijk = hoogte subsidie of bijdrage is afhankelijk van hoogte inkomen.
Kinderbijslag = bijdrage overheid voor ouders van kinderen tot 18 jaar. Wordt elk kwartaal betaald, niet
inkomensafhankelijk.
Stroomgrootheid = als je iets over een bepaalde periode meet. Zonder de informatie over de periode
waarover deze grootheid gaat, is de grootheid nog onvolledig.
Voorraadgrootheid = wordt gemeten op een bepaald moment. Hiermee kun je de voorraad op een nieuw
moment bepalen.
Lorenzcurve/Lorenz kromme = hiermee kun je zien hoe inkomens verdeeld zijn over personen.
Horizontale as: cumulatief percentage personen
Verticale as: cumulatief percentage van inkomen
Cumuleren = de percentages optellen.
Gini-coëfficiënt = oppervlakte tussen Lorenz curve en de diagonaal gedeeld door de totale oppervlakte van
de grafiek onder de diagonaal. A/A+B. Altijd waarde tussen 0 en 1.
Oppervlakte tussen diagonale lijn en Lorenz curve = A
Oppervlakte onder Lorenz curve = B
Herverdeling inkomens:
1. Iedereen draagt hetzelfde bedrag bij.
2. Iedereen betaalt zelfde percentage van het inkomen.
3. Percentage dat iemand betaalt, stijgt naarmate inkomen hoger is.
Besteedbaar inkomen = wat overblijft van inkomen en naar ieders keuze besteed kan worden.
Nivellering = als de relatieve of procentuele inkomensverschillen als gevolg van herverdeling kleiner
worden.
Denivellering = Als relatieve of procentuele inkomensverschillen groter worden.
Nivellering houdt dus in dat verhouding tussen hoge en lage inkomens kleiner wordt en gunstiger uitvalt
voor de lage inkomens.
Degressief stelsel = belastingstelsel waarbij belastingheffing procentueel daalt wanneer inkomen stijgt
(relatief minder belasting betalen als je meer verdient).
Proportioneel stelsel = stelsel waarbij in verhouding door iedereen evenveel belasting wordt betaald.
Progressief belastingstelsel = belastingstelsel waarbij hogere inkomens relatief meer belasting betalen dan
lagere inkomens.
Kwintielen = indeling van personen in groepen van 20%. Hele groep in 5 gelijke delen verdeeld.
Decielen = indeling personen in groepen 10%. Hele groep in 10 gelijke delen verdeeld.
Percentielen = hele groep in 100 gelijke delen. Ieder percentiel heeft de grootte van een procent van de
hele groep.
Op grond van verschuiving van Lorenz curve of verandering Gini-coëfficiënt kun je niet concluderen of
inkomensverdeling rechtvaardiger of minder rechtvaardig is geworden. Je kunt wel constateren of
inkomensverdeling schever (ongelijker) of minder scheef (gelijker) is geworden.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jasmijnjeulink. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.