Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
College aantekeningen Recht En Onderneming (1202TEWVSG) €6,49   Ajouter au panier

Notes de cours

College aantekeningen Recht En Onderneming (1202TEWVSG)

 0 vue  0 fois vendu

Dit document behandelt het deel over het boek 'Ondernemingsrecht in hoofdlijnen'. Alles wat het eerste jaar aan bod komt van het boek, is behandeld. ! Niet heel het boek is hierin verwerkt, alleen de delen die in het eerste jaar HI, TEW en SEW worden behandeld !

Aperçu 4 sur 31  pages

  • 25 mai 2022
  • 31
  • 2021/2022
  • Notes de cours
  • Hendrik van hees
  • Toutes les classes
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (6)
avatar-seller
nelecaers
Ondernemingsrecht in hoofdlijnen
1) Er is een onderscheid tussen twee periodes

- Periode tot 1 november 2018: handels- en economisch recht

Handelsrecht: hetzelfde als burgerlijk recht, maar voor handelaren. Het burgerlijk recht overspant
ons bestaan. Het handelsrecht bestaat uit de geboorte van de handelaar, van wanneer u een
handelaar bent, wat de verplichtingen van de handelaar zijn, …

Het overlijden in het burgerlijk recht is dus het faillissement in het handelsrecht.

Economisch recht: regels over hoe u zich op de markt moet gedragen (bepalen van solden, prijzen, …
onder bepaalde voorwaarden).

- Periode vanaf 1 november 2018: ondernemingsrecht

Het ondernemingsrecht omvat twee takken:

- Het economisch recht

Dit valt uiteen in twee delen: privaat economisch recht en publiek economisch recht.

Privaat: ondernemingsrecht in de enge zin, alles wat voordien onder het handelsrecht viel.

Publiek: bracht men vroeger onder in het economisch recht, dit is voor de overheid een sturend
recht. Hoe u op de markt moet gedragen.
De overheid probeert te sturen op structureel vlak (regels voorzien) en op conjunctureel vlak
(bijvoorbeeld ene prijsbeleid).

- Het vennootschapsrecht



1) Bronnen ondernemingsrecht



- Wetboek economisch recht (WER)

Zo goed als al onze economische wetgeving is hierin samengebracht. Het WER bestaat uit
verschillende boeken (boek I tot boek XX) en ieder boek behandelt een verschillende materie.

Boek XX: insolventie

Ieder boek begint bij een nieuwe nummering.

Artikel III.1  eerste artikel boek III



- Internationaal recht
- Europees recht
- Bijzondere wetgeving (federale wetgeving, decreten, ordonnanties, …)
- Gebruiken



1

, 2) Wat gaan we zien?

Hoofdstuk 1: betrekking op de vragen: ‘Wie is een onderneming?’, ‘Wat zijn de verplichtingen’ en
‘Wat is het verschil tussen burgerlijk en ondernemingsrecht?’.

Hoofdstuk 3: technieken om handle te drijven

Hoofdstuk 9: faillissementsrecht

Hoofdstuk 5: waardepapieren



Hoofstuk 1: begrippen en algemene regelen

1) Het begrip “onderneming” is vanaf 1 november 2018 de sleutel tot het ondernemingsrecht.

Wie is onderneming?

Artikel I, 1: elk van de volgende organisaties:

- ieder natuurlijke persoon (fysieke personen, mensen van vlees en bloed) die zelfstandig (u
oefent het uit voor uw eigen rekening) een beroepsactiviteit (er moet sprake zijn van een
economische activiteit, maar er moet ook duurzaamheid inzitten  hier moet een zekere
regelmaat, frequentie, organisatie inzitten) uitvoert
Dit kan ook als bij-activiteit.
- iedere rechtspersoon: het recht erkent u en het staat u toe een entiteit op te richten los van
de oprichters en die dezelfde kenmerken hebben als u (naam, adres, nationaliteit, handels
bekwaam).
Voorbeelden rechtspersonen: naamloze vennootschap, vzw, …
Hier kijkt men niet naar de activiteit. Ook vrije beroepen (tandartsen, dokters, architecten, …)
zijn ondernemingen.
- Iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid.
Feitelijke verenigingen, organisaties van mensen waar men geen juridische vorm aan geeft.

- Uitsluitingen:
Organisaties zonder rechtspersoonlijkheid (sportclub, jeugdbeweging) als ze geen
uitkeringsoog hebben, ze doen geen uitkeringen aan de (bestuur)leden.
Overheidsdiensten die geen goederen en diensten aanbieden. (zoals rsz)
De federale staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies, de gemeenten, de
OCMW ’s, …

Dit is de huidige definitie van het begrip onderneming, zo zullen we het ook verder hanteren. In
sommige onderdelen van het ondernemingsrecht gebruikt men een ander ondernemingsbegrip.

Inzake faillissementen maakt men de definitie van ondernemingen iets minder ruim.




2) Het begrip “handelszaak” of “handelsfonds”

2

, Iedere onderneming heeft een handelszaak of -fonds (betekent hetzelfde). Er is geen definitie van dit
begrip.

Een handelszaak is een geheel van middelen waarmee een onderneming drie dingen doet:

- De onderneming voeren
- Klanten aantrekken
- Klanten behouden

De handelszaak wordt opgesteld in een omschrijving.

Als u niets voorziet en u verkoopt uw handelszaak, is er een oude wet uit 1919 die recentelijk
afgeschaft is. De wet zei dat er zaken zijn die nooit tot een handelszaak behoren: onroerend goed,
cash geld en schulden die men heeft (die zijn altijd persoonlijk).
Klanten op zich maken geen deel uit van uw handelszaak. Ze komen en gaan, u hebt er geen vat op.
In die wet van 1919 staat dat het cliënteel ook dele uitmaakt van een handelszaak: het zijn niet
zozeer de klanten die ervan deel uit maken, maar wel het niet-concurrentiebeding (als u uw
handelszaak verkoopt, mag u niet onmiddellijk de klanten afwerven van de nieuw eigenaar). In de
praktijk bepaalt men dit uitdrukkelijk.



3) Verschilpunten tussen het burgerlijk en het ondernemingsrecht

Er zijn twee belangrijke verschilpunten:

- Bewijsvoering
- Bevoegde rechtbanken



a) Bewijsregels:

Ondernemingsrecht: bewijs dat u voert tegen een onderneming (het doet er niet toe of het door een
andere onderneming is of door een niet-onderneming is gebeurt)

Grote verschil: in het OR is het veel makkelijker om iets te bewijzen.

Burgerlijk recht Ondernemingsrecht
- €3500 - Men werkt niet met een grens.
Onder: bewijzen met alle mogelijke bewijsmiddelen - U mag altijd bewijzen via alle bewijsmiddelen.
(geschrift, eed, bekentenis, getuigen en vermoedens) - Als u een onderhandse akte opstelt en het is een
wederkerige overeenkomst, dan moet u het niet in
Boven: bewijzen met geschrift verschillende originelen opstellen.
authentieke akte: authentieke vermeldingen en niet- - Als een onderhandse of niet-authentieke akte is
authentieke vermeldingen (die kan u altijd proberen te opgesteld, kan u de inhoud ervan weerleggen via alle
weerleggen via een ander geschrift) mogelijke bewijsmiddelen.
onderhandse akte: wederkerige overeenkomst (u moet - Datum: de datum die op een overeenkomst staat is
zoveel originelen opstellen als er partijen zijn met de juiste datum
onderscheiden belang, in een origineel moet u ook altijd het - U mag bijkomende bewijsmiddelen gebruiken
aantal originelen vermelden dat zijn opgesteld) (u kan dit (factuur, boekhouding)
altijd proberen te weerleggen via een geschrift)


De factuur als bewijsmiddel in het ondernemingsrecht.

3

, Een factuur:

- Is een vaststelling van een schuldvordering in geld.
- Het voorwerp van de transactie wordt hier altijd duidelijk gemaakt.

Verplichting tot het uitgeven van een factuur komt niet uit het ondernemingsrecht, maar uit de BTW
wetgeving.

De vermeldingen die op een factuur moeten staan zijn niet wettelijk bepaald, we weten ongeveer
wel wat erop moet staan uit samenstelling van verschillende wetten:

- Het woord factuur (een factuur kan ook een factuur zijn zonder het woord factuur)
- Schuldenaar
- Schuldeiser
- Datum uitreiking factuur (belangrijk voor faillissement)
- Factuurnummer
- Het voorwerp van de transactie
- Het bedrag dat betaald moet worden
- Het bedrag aan btw
- Plaats van uitgifte
- Ondernemingsnummer
- Rekeningnummer

Bewijskracht van een factuur:

De factuur wordt uitgeschreven door een onderneming. Wat kan u bewijzen met een factuur? Een
onderneming die een factuur uitschrijft moet beseffen dat die altijd als volwaardig bewijsmiddel kan
gebruikt worden tegen hem door (niet-)ondernemingen. Andersom kan de onderneming die
uitschrijft die factuur niet gebruiken tegen niet-ondernemingen, maar wel tegen een andere
ondernemingen als die die factuur heeft aanvaard (twee vormen: stilzwijgende aanvaarding: het niet
protesteren van een factuur; of een uitdrukkelijke aanvaarding).

Twee situaties van de algemene voorwaarden op een factuur (achterkant factuur):

- Algemene voorwaarden zijn een herhaling van voorwaarden die u vroeger al had
geaccepteerd.
- Algemene voorwaarden komen voor de eerste keer op een factuur  als u de factuur
aanvaard, wordt u ook geacht de algemene voorwaarden te aanvaarden.



Niet-onderneming: een onderneming kan nooit een factuur tegen u kunnen gebruiken als niet-
onderneming. Maar ook voor niet-ondernemingen geldt dat als u een factuur krijgt waarmee u niet
akkoord bent, u (onmiddellijk) de factuur moet protesteren, omdat het een element kan zijn tegen
de bewijsvoering.

Betalingstermijn van facturen: ondernemingen gaan vaak failliet omdat klanten facturen te laat
betalen. Men heeft een wet ingevoerd (2002) ‘betalingsachterstand handelstransacties’ die zegt dat
als je transacties heb tussen twee ondernemingen of tussen ondernemingen en de overheid dan
gaan we voor de betaling van de facturen een eenheidstermijn opstellen (30 dagen). Volgens de wet
kan u ervan afwijken, als u de datum verlengd zit daar wel ene grens aan (overheid max 60 dagen) (2
ondernemingen kennelijke ontbinding termijn).


4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nelecaers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

62890 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49
  • (0)
  Ajouter