Hoofdstuk 1: Inleiding
Over vroeger en nu…: over maatschappelijke veranderingen,
opvoedingsonzekerheid en de behoefte aan opvoedingsondersteuning
Sinds jaren 90 zinvolheid van en behoefte aan opvoedingsondersteuning op verschillende terreinen van
samenleving steeds meer erkend
meer aandacht in praktijk, beleid en theorievorming
Ouders laten zich in pedagogisch denken en handelen steeds meer inspireren door inzichten van ‘deskundigen’
Beleidsmatig opvoedingsondersteuning steeds meer belangrijk instrument voor preventie van psychosociale en
maatschappelijke problemen
realisatie kinderrechten, kwaliteit van leven en welzijn van gezinnen
Internationaal Verdrag voor Rechten van Kind (IVRK)
De huizen van het kind: opvoedingsondersteuning in Vlaanderen
2001 = 1e decreet inzake opvoedingsondersteuning
éénmalige opleidings-, vormings- of trainingsreeksen gesubsidieerd
2007 = 2e decreet inzake opvoedingsondersteuning
laagdrempelige gelaagde ondersteuning van opvoedingsverantwoordelijken bij opvoeding van kinderen
zowel perspectief van opvoedingsverrijking als perspectief van preventie
Opvoedingswinkel = samenwerkingsverbanden van partners die verschillende functies rond
opvoedingsondersteuning realiseren en daarbij ook 1 of meerdere loketten aanbieden
Theorie en praktijk: over de keuze van evidence based methodieken in
Vlaanderen
Basis van programma’s opvoedingsondersteuning liggen theoretische modellen
Belsky, Bakker, Bronfenbrenner en Slot en Spanjaard
‘It takes a village to raise a child’. Over opvoedingsondersteuning in de buurt,
het netwerk, de gemeenschap
Op terrein van opvoedingsondersteuning 3-tal ideeën die ingang vinden
1. Ontmoetingsplaatsen gedachtengoed Francoise Dolto of Spazio Insieme = vrije confrontatie
in ontmoeting met andere ouders dat confrontatie kan plaatsvinden, verbondenheid ontstaat
2. Geweldloos verzet Omar Haim = vorming van netwerk, zoeken van steun
3. Pedagogische civil society Micha De Winter = ‘it takes a village to raise a child’
deel van buurtomgeving speelt informele rol en kan spelen in opvoeding en socialisatie van kinderen
,Hoofdstuk 2: legitimering van opvoedingsondersteuning (OO)
Legitimering = wettelijk
waarom is opvoedingsondersteuning belangrijk?
Historische context
Vroeger
4 brede periodes die samen verschuivende perspectieven op gezin en opvoeding aantonen
volgen elkaar niet strikt op, maar voegen eerder nieuwe elementen toe
De liberale nachtwakersstaat (19e eeuw)
= moralistische periode morele en religieuze beweegredenen
= overheid investeert in veiligheid (politie, …) maar moeit zich niet verder met opvoeding
Norm = patriarchale/burgerlijke gezin
= vader op hoofdstand, getrouwd, veel kinderen, moeder zorgde voor opvoeding
Massale kindersterfte in arbeidsgezinnen moeders werden beschuldigd hun opvoedkundige taken te
verwaarlozen en kindersterfte en sociale onrust in hand te werken
● Feminisering van opvoedingstaken = volledige opvoeding voor de moeder
● Decontextualisering (= alles wordt uit de context getrokken. Kindersterfte kwam niet door slechte opvoeding,
maar door context) en culpabilisering van moeders (= moeders krijgen schuld als fout loopt met opvoeding)
● Filantropie = focus op moeder- en kinderzorg (melkkeuken (=bacteriën uit melk halen door te koken, was vaak
geen goede hygiëne vroeger), bewaarscholen, …)
Gerationaliseerde overheidsinmenging
= overheid begint in te mengen in opvoeding
= opkomst wetenschap werd gebruikt als basis voor opvoeding
Tweede helft 19e eeuw
● Eugenetica en statistiek als legitimering voor preventie
● Institutionalisering (overheid zorgt voor opvoeding als preventie (instituties)) en pedagogisering
Kinderwetten: 1901 verbod op kinderarbeid, 1914 leerplicht, …)
● Kinderen als kapitaal = toekomst
● Ouders = verantwoordelijk (kind en maatschappij) als kind niet goed doet, blijft schuld van ouders
Sociaal-democratische welvaartstaat
Jaren 60 = meer welvaart (televisie, auto, sparen, …)
● Welvaart en sociale zekerheid
● Van Welvaart naar welzijn overheid gaat investeren in welzijn van mensen (geestelijke gezondheidszorg, …)
● “Verzorgingsstaat” en “Interventiestaat” overheid investeert meer
● Detraditionalisering (= weggaan van tradities) en morele vrijheid
gezin kreeg ‘maakbaar’ karakter = grotere vrijheid, maar ook verantwoordelijkheid en
keuzeverantwoordelijkheid
andere gezinsvormen mogelijk (trouwen niet verplicht, homohuwelijk, …)
opkomst anticonceptie
,● Herculpabalisering van ouders als iets misloopt met kind, nog steeds schuld van ouders
Opkomst van neo-liberalisme
= verschuiving in relatie tussen ouders en overheid
● 1980, economische crisis verminderde overheidsinkomsten sociale systeem van verzorgingsstaat werd
onbetaalbaar
Van verzorgingsstaat naar sociale investeringsstaat = maximale sociale bescherming van burgers ingeruild
voor activerend discours en sterkere nadruk op preventie
● Terug naar de nachtwakersstaat? Arbeidmarkt en sociale orde geld van overheid is op, focus terug op
veiligheid
● 21ste eeuw: responsabilisering v. ouders (verantwoordelijk)
“Ouders vormen om hun kinderen succesvol op te voeden” “Geloof in maakbaarheid”
En nu?
Constructie van gezin heeft enorme veranderingen ondergaan
beïnvloedende factoren = economische, wetenschappelijke, sociale en politieke domeinen
Naast veranderingen, ook terugkerend:
● Ouders = steeds unieke en centrale opvoedingsverantwoordelijken
● Individualisering van sociale problemen (maatschappij) teruggebracht naar individuele problemen ouders
Vandaag ?
● Veel aandacht voor opvoedingsondersteuning
● Decreet opvoedingsondersteuning 2007 = ouders hebben recht op OO
gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid, maar er wordt nog steeds vaak naar ouders gekeken
Aandacht voor opvoedingsonzekerheid
Ouders geven aan vaak twijfels, vragen en onzekerheden te hebben
opvoeding is moeilijk en complex geworden
Tendensen
Verdwijnen/verdunning van sociale netwerken toegenomen mobiliteit bij individuen
families en gezinnen gaan verder uit elkaar wonen dan vroeger
wel informele sociale netwerken
Detraditionalisering grote variëteit gezinsvormen, diverse opvattingen over opvoeding
van bevelshuishouding (ouders beslissen, kinderen volgen) naar onderhandeling (meer autoritatief)
weggaan van tradities zorgen voor onzekerheid
ouders kunnen niet meer steunen op traditie van vaste normen en waarden
Groeiend bewustzijn opvoedingstaak gemoderniseerd ouderschap
opkomst anticonceptie = ouderschap is bewuste keuze
ouders hechten veel waarde aan kwaliteit van ontwikkelingsomgeving van kinderen = behoefte aan informatie en
, kwaliteitsvolle instituties erg groot
opkomst (ontwikkelings)psychologie = belang dat maatschappij gehecht wordt aan rol van oude
Evolutie: meer openheid en doorbreken taboe = naar buiten treden met opvoedingsvragen en –onzekerheid
Opvoedingsonzekerheid, een probleem?
Ouders definiëren opvoedingsonzekerheid niet als probleem
uiting van hun intentie om zo goed mogelijke opvoeding van hun kinderen te verzekeren
Neemt niet weg dat ouders weldegelijk steun verdienen bij opvoedingstaak
opvoeding = socialisatieproces dat niet alleen plaatsgrijpt in wisselwerking tussen ouders en kinderen, maar ook
buiten context van gezin
Opvoedingsondersteuning is gedeelde verantwoordelijkheid tussen private en publieke terrein
Het spanningsveld tussen opvoedingsonzekerheid en preventie
Ouders verdienen steun bij opvoeding opvoeding = ouder + kind + context
Historisch = opvoedingstekort compenseren actueel = IVRK = verdrag rechten van het kind
Belang van gedeelde verantwoordelijkheid = optimaliseren van contact en socialisatiemilieu
milieu moet optimaal zijn zodat kinderen normen en waarden kunnen overnemen van de maatschappij
2 groepen argumenten voor legitimering OO:
● Empowerment: opvoedingsondersteuning als antwoord opvragen en noden van ouders
gericht op versterken van competenties van ouders
vertrekken vanuit opvoedingsvragen, bekommernissen en behoeften van ouders zelf
● Preventie: opvoedingsondersteuning ter preventie van gedragsproblemen bij kinderen en jongeren
decreet opvoedingsondersteuning
opvoedings- en omgevingsfactoren waarvan invloed kan uitoefenen op gedrag van kind
Opvoedingsondersteuning = koepelbegrip = verzamelnaam voor allerlei vormen van ondersteuning bij opvoeding
Meeste professionals = opvoedingsondersteuning als preventie
weinig problematische situaties niet escaleren, helpt instroom in hulpverlening voorkomen
Jongerenwelzijn Oost-Vlaanderen = opvoedingsondersteuning zoveel mogelijk deproblematiseren en willen praktijk
duidelijk gescheiden houden van zowel hulpverlening als preventie
Opvoedingsondersteuning als basisrecht van elke ouder = pleiten voor structurele inbedding van OO in
maatschappelijke dienstverlening
Hoofdstuk 3: Wat is opvoedingsondersteuning?
Definitie
3 definities van Vandemeulebroecke
De definities van Vandemeulebroecke (2002)
Opvoedingsondersteuning
= op intentionele wijze steun bieden aan ouders (c.q. ouderfiguren) bij hun opdracht en taak als opvoeders
niet enkel betrokken biologische ouders, maar ook niet-professionele ouderfiguren (stiefouders, pleegouders, …)
niet tot professionele opvoeders (onthaalouders, leerkrachten, …)
= verzamelnaam voor activiteiten, voorzieningen en maatregelen die opvoedingsproces in gezinsverband willen
ondersteunen. Men kan hierbij verschillende functies voorop stellen
= geheel van maatregelen, voorzieningen en structuren en activiteiten die erop gericht zijn mogelijkheden van
primaire opvoedingsmilieu aan te spreken, te verrijken en/of te optimaliseren teneinde kinderen en jeugdigen