Resume
Samenvatting bedrijfsmanagement
- Cours
- Operationeel management
- Établissement
- Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Uitgebreide samenvatting
[Montrer plus]
Vendeur
S'abonner
Aperçu du contenu
Examenvoorbreiding : BedrijfsmanagementBasisconcepten :
MANAGER = een persoon die sturing geeft aan processen, mensen en middelen om een bepaald doel te bereiken.
Management (als proces) = het optimaal doen samenwerken van mensen en middelen om een bepaald doel te
bereiken. (= kern van organiseren)
Organisatiekunde/bedrijfskunde = de wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van gedrag van en in
organisaties/bedrijven en de wijze waarop organisaties bestuurd kunnen worden.
Waarom bestaan bedrijven ? :
Een organisatie ontstaat vaak uit het feit dat het organisatiedoel beter bereikt wordt wanneer meerdere mensen
met elkaar samenwerken dan wanneer individuen het proberen.
Mogelijkheden van een organisatie :
1) Eigen winkel, eigen infrastructuur, eigen werknemers.
2) Geen vaste winkel, geen vaste infrastructuur, geen vaste werknemers.
The Gig-economy = is een vrijemarktsysteem waarin tijdelijke
posities gebruikelijk zijn en organisaties onafhankelijke werknemers
inhuren voor kortetermijnverplichtingen.
Gig = “job” → Op korte termijn.
Neo klassieke economie :
Neo klassieke theorie veronderstelt perfect competitieve markten :
Onderliggende assumpties van perfect competitieve markten:
o Kosteloze transacties vanwege efficiëntie:
• Veel verkopers (aanbieders) en kopers (vragers),
• Perfecte informatie tussen beide partijen (bijv. technologie/tweedehands auto’s/...)
• Rationaliteit = handelen op basis van de oorzaak.
o Dit resulteert in de perfecte coördinatie van vraag en aanbod (‘the invisible hand’) en leidt tot de
‘correcte’ (schaduw) prijs.
• In een perfect competitieve wereld, moeten bedrijven niet onderzocht worden.
Verschillende markt imperfecties:
- Klein aantal kopers en verkopers.
- Missende markten.
- Inter-temporele onzekerheid.
- Informatie assymetrie.
,- Overheidsinterventie.
Transactiekosten = zijn kosten die verbonden zijn aan iedere transactie die een persoon of bedrijf doet. Dit kan een
transactie zijn binnen een bedrijf of een transactie met een externe partij.
Afhankelijk van die transactiekosten zal je beslissen hoe je deze organiseert. :
Wanneer het goedkoper is om een externe partij te betrekken dan zal hij de markt gebruiken.
Zoek en informatiekosten = Tijdskosten die je maakt om een product te vinden dat het best voldoet aan de eigen
behoefte. Met deze tijdskosten kan je verschillende aanbieders met elkaar vergelijken. Als het product van groot
belang is dan kan je kosten maken om adviseurs in te huren die voor u zullen besluiten. (Reiskosten die je maakt om
het product te bezichtigen.)
Contract en onderhandelingskosten = Tijdskosten die je maakt om te onderhandelen over de contractvoorwaarden
en om het contract effectief op te stellen. (Notariskosten of advocatenkosten)
Controle en nalevingskosten = De kosten die gemaakt worden om naleving van de overeenkomst te waarborgen.
(Personeelskosten voor naleving te controleren / juridische kosten).
→ (Geen one for all one’s for all beslissing : Je kan niet altijd alles zelf regelen. )
Transactiekost theorie :
Transactie-eigenschappen:
Product/dienst-specificiteit → Hoe specialer uw product of service is hoe groter de kans dat het product zal
internaliseren.
Product/dienst-specificiteit hoog = product of service is moeilijk te vinden op de markt.
- Fysisch
- Geografisch beperkt (Vb. Product is enkel te vinden in China / bepaalde grondstoffen/ … )
- Menselijk (Vb. Een idee of familierecept)
,- Merknaam (Vb. kan niet zomaar een productnaam of merknaam van een ander bedrijf gebruiken.)
Onzekerheid op de markt (China verbiedt om rare Metals te verkopen aan andere landen.)
→ Gevolg : Je zal een mijn moeten overkopen om aan de grondstoffen te komen.
Frequentie (Hoe vaak je iets doet binnen een bepaalde periode)
In grote bedrijven wordt er veel gebruik gemaakt van samenwerking tussen verschillende partijen op de markt, om
tot een afgewerkt product te komen. Netwerk van bedrijven om iets te realiseren.
De twee uiteinden :
- Spotmarkt : Grondstoffen en onafgewerkte producten.
- Hybride markten : Samenwerking met andere bedrijven of organisaties.
- Geïntegreerd : Finale eindproduct wordt gerealiseerd.
Gedragskarakteristieken → Mensen leveren mogelijks een andere dienst dan ze beloofd hebben.
- Opportunistisch gedrag (opportunism) :
Ergens voor gaan zonder rekening te houden met gevoelens van anderen of de consequenties. Als iemand
opportunistisch is gaat het die persoon alleen om de omstandigheden van dat moment en om er zelf beter van te
worden en een hoger doel te bereiken.
(Vb. : Contract met Chinese ondernemer voor een bepaald product, als je het product ontvangt kom je erachter dat
het producten niet volgens de besproken kwaliteiten zijn geleverd.)
- Begrensde rationaliteit (bounded rationality) :
is het idee dat individuen die geconfronteerd worden met beslissingen, binnen bepaalde grenzen moeten werken
om die beslissingen te nemen.
(Vb. ondernemer gaat onderaannemer aannemen om het product te produceren, maar deze onderaannemer heeft
ander kwaliteitsnormen.)
- Begrensde betrouwbaarheid (bounded reliability) :
Door veranderde omstandigheden gaat een ondernemer zijn gedrag aanpassen, waardoor het product niet voldoet
aan de afspraken. (prijzen veranderen / vraag daalt / … )
Wat bepaalt het bestaan, de grenzen en de interne organisatie van bedrijven? :
Ronald Coase (1910-2013) : (Nobelprijs in 1991)
#1: “The Nature of the Firm” (1937) → Het prijsmechanisme gebruiken om middelen toe te wijzen is niet kosteloos.
De markt in het Neo klassieke denken bestaat niet, er zijn weldegelijk kosten verbonden aan het prijsmechanisme.
(Vb. Gebrek aan informatie/opportunisme/…)
Markt:
- Allocatie van middelen door het prijsmechanisme.
Wanneer de markt niet functioneert zal iemand een Bedrijf (hiërarchie) oprichten, met als doel om de markt over
te nemen. :
, - Allocatie van middelen door interne bedrijfsbeslissing.
#2 : “The Nature of the Firm” (1937) →De transactiekosten van het prijsmechanisme
verklaart het bestaan van bedrijven alsook de grens tussen markten en bedrijven
De transactiekosten bepalen wat we zelf zullen doen en wat we via de markt zullen doen of
organiseren.
De kosten variëren en de Boundry of the Firm hangt af van deze transactiekosten.
Model van Management en Organisatie :
Transactiekenmerken :
Hoe speciaal is een bepaald goed of product ? (Vb.
Grondstoffen of brood)
Thin markets = Als er een tekortkoming is in markt
en als deze niet zo functioneert als in de Neo
klassieke theorie.
(Te weinig vraag of aanbod in een bepaalde markt)
Onzekerheid in de markt :
- Informatie asymmetrie : (Vb. Als iemand in zijn vrije tijd een nieuwe telefoon ontwikkelt zullen mensen niet bereid
zijn om hiervoor te betalen, omdat ze niet weten of het werkt.)
- Kosten voor het meten van output en gedrag : Hebben mensen gedaan wat ze beloofd of gezegd hebben en is de
kwaliteit geleverd als afgesproken ?
- Onzekerheid in de omgeving : De kans dat je in een meer ontwikkelde economie slecht behandelt wordt of dat het
contract niet wordt nageleefd is kleiner dan in een land of omgeving waar er minder controle is.
(Vb. Contract in België wordt gecheckt door de overheid en als het niet wordt nageleefd kan je de partij aanklagen.
In minder ontwikkelde landen wordt dit minder gecontroleerd en zal je het zelf moeten oplossen.)
- Frequentie : Hoe vaker een ondernemer iets zelf doet kan ervoor zorgen dat de ondernemer het zelf zal doen, ipv
als je iets voor de eerste keer doet dan zal u liever geld besteden aan iemand die meer ervaring heeft.
Organisaties, bedrijven of ondernemingen? :
Strategie :
De strategie en de doelen van een organisatie vormen het uitgangspunt voor de invulling van de overige
aandachtsgebieden.
Management :
Het management is verantwoordelijk voor de strategie van de organisatie, het uitvoeren daarvan en het behalen
van de doelen.
Structuur :
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nkuyck. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €13,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
Peut-on faire confiance à Stuvia ?
4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)
56326 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours
Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans