Arbeidsarbeidsovereenkomstenrecht
Paragraaf 1.3 Elementen arbeidsarbeidsovereenkomst
Artikel 7:610 BW stelt waaraan een arbeidsarbeidsovereenkomst moet voldoen. Een
werknemer verbindt zich om arbeid te verrichten, de werkgever verbindt zich loon te
betalen en de werknemer verricht arbeid in dienst van de werkgever.1 Het moet dan gaan
om arbeid gedurende een zekere tijd, maar er geldt geen minimumduur om van een
arbeidsarbeidsovereenkomst te spreken, maar het kan wel een element zijn dat van belang
is bij het beoordelen of sprake is van een arbeidsarbeidsovereenkomst.
Arbeid in de zin van dit artikel wordt ruim opgevat. De aard van de bezigheid doet hier niet
toe. Het louter aanwezig zijn op de werkvloer wordt gezien als arbeid. Arbeid moet wel van
waarde zijn voor de wederpartij, maar er geldt geen eis over bijdrage aan de persoonlijke
ontwikkeling. Leerarbeidsovereenkomst en stagearbeidsovereenkomst zijn op grond hiervan
wel uitgezonderd van de arbeidsarbeidsovereenkomsten, maar dit is dus uitzondering op de
hoofdregel dat het geen eis is. Beslissend is of het verrichten van de werkzaamheden in
mate in het belang is voor de gevolgde opleiding. Enkel de arbeidsovereenkomst die ten
grondslag ligt is onvoldoende. Als het niet bijdraagt aan de opleiding, kan alsnog gesproken
worden van een arbeidsarbeidsovereenkomst, maar dit moet niet te snel aangenomen
worden. Doel van de leer- of stagearbeidsovereenkomst is dat de leerling geleidelijk meer
productieve arbeid gaat verrichten, dit is dus niet snel een stilzwijgende omzetting naar
arbeidsarbeidsovereenkomst. Au pair werk wordt wel gezien als arbeid conform
arbeidsarbeidsovereenkomst, ook al gaat het om kennismaken met taal en cultuur van een
ander land.
Arbeid moet door de werknemer zelf verricht worden, wordt het uitbesteed? Dan is er geen
sprake van een arbeidsarbeidsovereenkomst. Met toestemming van de werkgever kan dit
wel, wordt gesteld door artikel 7:659 BW. Maar dat arbeid door de werknemer zelf verricht
moet worden, zonder uitbesteding, impliceert dat enkel een natuurlijke persoon werknemer
kan zijn.
Onder loon wordt verstaan een door de werkgever verschuldigde contraprestatie voor de
arbeid, anders dan een pensioenrecht. Kost en inwoning, vrije woning, onderricht en
verstrekking in natura in andere vorm worden ook gezien als loon in de zin van het artikel,
indien het verschaffen hiervan rechtstreeks uit de arbeidsarbeidsovereenkomst voortvloeit
en de tegenprestatie voor arbeid vormt. Artikel 7:617 BW geeft een opsomming van
geaccepteerde loonvormen, maar daarnaast zijn ook andere vormen geaccepteerd. Een
voldoening die niet als tegenprestatie van arbeid bedoeld is, is dus geen loon. Dit geldt ook
voor toegekende vergoeding voor onkosten, voor zover reëel (anders verkapt loon).
Werkgever die het loon betaald hoeft niet persé een bepaalde werkgever te zijn. In
concernverhoudingen kan dit namelijk verschillen. Beslissend hierin is of de werkgever zich
tot de prestatie heeft verplicht. (Fooi is geen loon in de zin van dit artikel)
‘’In dienst van’’ gaat eigenlijk gewoon over de gezagsverhouding. Dat er instructies gegeven
kunnen worden.2 Die gezagsverhouding hoeft geen betrekking te hebben op de inhoud van
de arbeid. Hierin kan grote vrijheid bestaan. Het moet er om gaan dat de werkgever
,bevoegd is die instructies te geven ter bevordering van de goede orde binnen het bedrijf.
Enkel vastgelegde arbeidstijden is niet voldoende. Er is minimaal als vereiste dat er
zeggenschap is over de wijze waarop binnen de arbeidstijden werkzaamheden verricht
worden.
De bovenstaande drie elementen moeten in de arbeidsovereenkomst staan wil gesproken
worden van een arbeidsarbeidsovereenkomst. Ontbreekt het loonelement of de
aanwijzingsbevoegdheid dan zal gesproken worden van een arbeidsovereenkomst van
opdracht. Bij een arbeidsovereenkomst van opdracht kan ook sprake zijn van de drie
elementen uit artikel 7:610 BW, zie artikel 7:402 BW. Hoe sterker en veelomvattender de
aanwijzingsbevoegdheid is, der te eerder wordt gesproken van een
arbeidsarbeidsovereenkomst. Partijen die een arbeidsovereenkomst sluiten, die strekt tot het
verrichten van werk tegen betaling, kunnen de arbeidsovereenkomst op verschillende
manieren vorm geven. Het gaat om hetgeen zij voor ogen hadden bij het sluiten van de
arbeidsovereenkomst en de feitelijke uitvoering daarvan.3 Aan de hand van de bedoeling
van partijen en de feitelijke uitvoering moet dus besloten worden of sprake is van een
arbeidsarbeidsovereenkomst, arbeidsovereenkomst van opdracht of een andere in de wet
geregelde bijzondere arbeidsovereenkomst. Kwalificatie van de arbeidsovereenkomst is
hiermee niet hetzelfde als de vraag welke rechten en plichten zijn overeengekomen. De
naam van de arbeidsovereenkomst, zoals vastgelegd, is bij de kwalificatie niet beslissend. 4
Bij de kwalificatie is niet één kenmerk beslissend, er moet gekeken worden naar de
rechtsgevolgen en de rechtsverhouding. Er moet dus gekeken worden naar alle aspecten
van de rechtsverhouding in onderlinge samenhang.
ZZP? Belangrijke indicatoren: investeringen doen, lopen van ondernemersrisico, werken
voor verschillende opdrachtgevers, vrijheid van arbeid verrichten, ontbreken zeggenschap
etc. Verder kan van betekenis zijn of de werkzaamheden behoren tot gewone bedrijfsarbeid.
Volgens HR Groen/Schroevers moet rekening gehouden worden met de maatschappelijke
positie van degene die zich aan de arbeid verbinden. Hoe zelfstandiger de zogenaamde
werknemer is, hoe aannemelijker de kans dat er geen sprake is van een
arbeidsarbeidsovereenkomst.
Artikel 7:610a BW kan een rol spelen wanneer niet duidelijk is hoe een
arbeidsovereenkomst moet worden gekwalificeerd. Het gaat om het rechtsvermoeden. Het
bepaalt dat hij die:
- Ten behoeve van een ander;
- Tegen beloning door die ander;
- Gedurende drie opeenvolgende maand, wekelijks dan wel gedurende ten minste
twintig uur per maand arbeid verricht
Vermoed wordt dat dit gedaan wordt met een arbeidsarbeidsovereenkomst ten grondslag,
een bewijsvermoeden. De eisende partij kan dit stellen en bewijzen. De wederpartij kan
tegenbewijs leveren om dit vermoeden onderuit te halen. Tegenbewijs wat het bewijs
ontkracht, wordt niet snel aangenomen aangezien degene die bewijst vaak een zwakkere
partij is. Tegenbewijs kan dus niet te snel aangenomen worden. Artikel 7:610a BW is er niet
,voor wanneer geen onduidelijkheid bestaat over de aard van de relatie. Dus wanneer dit
helemaal duidelijk is, kan dit niet met een beroep op dit artikel ontkracht worden. Het artikel
is ook niet gericht tot de flexibele arbeid. En het werkt alleen tussen werkgever en
werknemer. Een derde kan hier geen beroep op doen.
Komt aan het licht dat hetgeen is vastgelegd géén arbeidsarbeidsovereenkomst is, dan
verzet de rechtszekerheid zich tegen het aannemen van een geruisloze omzetting. Er mag
dus niet zomaar een verandering plaatsvinden in de toepasselijke rechtsregels. Dit kan
overigens anders zijn in bijzondere situatie, maar uitgangspunt is dat dit niet zomaar kan. Dit
geldt wanneer oorspronkelijk de partijen in feitelijke verhouding tot elkaar staan.
Paragraaf 1.8.5 Platformarbeid
Van platformarbeid wordt gesproken wanneer met behulp van digitale middelen gebruikers
en aanbieders van bepaalde diensten aan elkaar worden gekoppeld, dan wel producten
worden verkocht die vervolgens met inzet van arbeidskrachten worden geleverd. Er is dan
vaak sprake van drie partijen: de platformbeheerder, de dienstverrichter/arbeidskracht en de
gebruiker/klant. Soms zijn er dan nog andere partijen bij betrokken, maar dit zijn de basis
partijen.
Platformarbeid kent verschillende vormen in verschijning. 5 Het kan een online prikbord zijn
waarbij de klant dus echt zelf bepaald met wie hij wel en niet in contact wil komen.
Platformbeheerders staan hierbij echt buiten beeld, de rol is geheel faciliterend. De
arbeidsovereenkomst tussen de verrichter en de klant is een arbeidsovereenkomst van
opdracht of arbeidsovereenkomst tot aanneming van werk. Is beoogd tussen hen een
arbeidsarbeidsovereenkomst tot stand te brengen en vervult het platform hierbij een actieve
rol, dan kan sprake zijn van arbeidsbemiddeling conform artikel 1 lid 1 aanhef b en sub b
Waadi. De platformbeheerder mag in dat geval geen tegenprestatie van de arbeidskracht
vragen, artikel 3 Waadi.
Een andere vorm is de situatie waarbij platformbeheerders zelf arbeidskrachten inzetten om
een met behulp van digitale tool diensten te verrichten of aangeboden producten te leveren.
Is er dan sprake van een arbeidsarbeidsovereenkomst tussen het platform en de kracht? Is
de arbeidskracht niet gehouden elk werkaanbod te accepteren, dan kan er sprake zijn van
een voorarbeidsovereenkomst op basis waarvan steeds arbeidsarbeidsovereenkomsten
voor bepaalde tijd ontstaan. Wordt de werker door de beheerder van het platform tegen
vergoeding beschikbaar gesteld aan derde om onder dienst leiding en toezicht werkzaam te
zijn dan is er veelal sprake van een uitzendarbeidsovereenkomst zoals bedoelt in artikel
7:690 e.v. BW
Paragraaf 1.9.1 Ambtenaren
Tot 1 januari 2020 waren ambtenaren niet werkzaam op basis van een
arbeidsovereenkomst met de overheid, maar op grond van een eenzijdige publiekrechtelijke
aanstelling. De Wnra heeft hier een wijziging in teweeg gebracht. Er is van rechtswege een
omzetting geweest van aanstelling naar tweezijdige arbeidsarbeidsovereenkomst. Dit is niet
voor iedereen van toepassing, zoals politieambtenaren, defensiepersoneel, rechters en
leden van het OM. Zij behouden hun publiekrechtelijke aanstelling.
5
HR Deliveroo
, Wel worden alle arbeidsrechtelijke relaties beheerst door titel 7.10 BW. Enige grote wijziging
is dat niet meer de bestuursrechter bevoegd is te beslissen over geschillen in zaken
betreffende ambtenaren, maar dat de kantonrechter in eerste aanleg bevoegd is (voor hen
die nu werken met arbeidsarbeidsovereenkomst als grondslag). Rechtspositie van
ambtenaren blijft wel afwijken van de normale burgerlijke arbeidsarbeidsovereenkomsten.
Artikel 3:14 BW: een overheidswerkgever moet bij de uitoefening van de
arbeidsarbeidsovereenkomst de beginselen van behoorlijk bestuur in acht nemen. Er zijn
ook bijzondere wettelijke regels tot stand gebracht ter borging van de integriteit en regulering
van de uitoefening van grondrechten (zie artikel 6 t/m 11 Ambtenarenwet 2017).
Paragraaf 1.10 Aanneming van werk
Hier bindt ook de ene partij voor de andere partij tegen betaling door het verrichten van
arbeid. Het gaat dan om aanneming van werk en de opdracht. Aanneming van werk is een
arbeidsovereenkomst, waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens de andere partij, de
opdrachtgever, verbindt om buiten dienstbetrekking tegen een bepaalde prijs in geld een
bepaald werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren: artikel 7:750 BW.
Het moet gaan om bewerking of vervaardiging van stoffelijke voorwerpen zoals in de bouw,
wassen/stomen van kleding, repareren gebruiksvoorwerpen etc. De
arbeidsarbeidsovereenkomst wordt hier nadrukkelijk uitgesloten.
Paragraaf 1.11 Opdracht
Arbeidsovereenkomst van opdracht wordt gedefinieerd als arbeidsovereenkomst waarbij de
ene partij, de opdrachtnemer, zich jegens de andere partij verbindt anders dan op grond van
een arbeidsarbeidsovereenkomst werkzaamheden te verrichten die in iets anders bestaan
dan het tot stand brengen van een werk van stoffelijke aard, het bewaren van zaken, het
uitgeven van werken of het vervoeren/doen vervoeren van personen of zaken: artikel 7:400
BW. Hieronder vallen de beoefenaren van vrije beroepen zoals de arts, de advocaat etc. Er
kan slechts sprake zijn van een arbeidsovereenkomst van opdracht indien het contract niet
als een andere benoemde arbeidsovereenkomst tot het verrichten van arbeid kan worden
aangemerkt, het is dus een restcategorie.
Paragraaf 1.7 Bepaalde en onbepaalde tijd
Een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd kan eenzijdig, door ieder van de partijen
worden beëindigd door deze gewoonweg op te zeggen. Bepaalde tijd
arbeidsovereenkomsten worden aangegaan voor …. een bepaalde tijd. Dit kan jaren, maand
of weken zijn. Deze termijn wordt duidelijk in de arbeidsovereenkomst vastgelegd. Vereist is
dat het moet gaan om een toekomstige, objectief bepaalbare, zekere gebeurtenis. Is aan het
eind van een bepaalde tijd een nadere verklaring vereist, dan is er geen sprake van een
arbeidsarbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
De bepaalde tijd arbeidsovereenkomsten eindigen van rechtswegen na verloop van de
vastgestelde periode, artikel 7:667 lid 1 BW. Opzeggen van de arbeidsovereenkomst na
deze tijd is alleen vereist wanneer dit schriftelijk is vastgelegd, anders is dit dus niet vereist
en verloopt de arbeidsovereenkomst van rechtswege, artikel 7:667 lid 2 BW. Het kan gaan
om een tijdelijke arbeidsovereenkomst die tussentijds niet opgezegd kan worden, mits
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur melissamolenschot. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.