Ontwikkelingspsychologie
DEEL 2 – DEEL 7
JULIE CORSTIENS
,Deel 2: de babytijd
Hoofdstuk 6: cognitieve ontwikkeling in de babytijd
1. Cognitieve ontwikkeling volgens Piaget
1.1 belangrijke elementen van Piagets theorie
'iedereen wordt geboren met twee tendensen'
1) iedereen wordt geboren met een tendens tot adaptatie
-> vanaf babytijd zo goed mogelijk aanpassen aan omgeving om goed te kunnen functioneren
2) tendens tot organisatie
Doel? streven naar equilibrium of evenwicht
!onevenwicht: op momenten dat we uitgedaagd worden => streven naar evenwicht
Als evenwicht bereikt -> kwalitatief hoger functioneren
1.1.1 Tendens tot adaptatie
Adaptatie = eigenschap om zich aan te passen aan omgeving
Schema's = bouwstenen
Schema's groeien door 2 processen
!Examenvraag!
1) assimilatie
= eigen schema's oproepen om nieuwe info in te plaatsen
= proces waarmee mensen ervaringen interpreteren ahv huidige cognitieve ontwikkelingsstadium en
denkwijze
!lukt niet altijd: nog geen bestaand schema, ...
Vb. Dier dat je nog nooit gezien hebt niet kunnen koppelen aan hond, kat, …
2) accommodatie
= ontwikkelen van een nieuw schema
= proces waarmee mensen bestaande manieren van denken gaan uitbreiden als reactie op nieuwe
stimuli
Vb. Ouders leggen uit 'olifant is dier met slurf en grote oren' -> kind ontwikkelt nieuw schema
Adaptatie ~ organisatie
Vb. Leren autorijden, oog-handcoördinatie -> worden automatische processen
1.1.2 equilibrium of evenwicht
Voortdurend streven naar evenwicht
-> ontwikkeling = opeenvolgend evenwicht – onevenwicht
Evenwicht tss cognitieve structuren & eisen omgeving
Dmv complementaire processen van assimilatie, accommodatie en interactie adaptatie &
organisatie
Ideaal: bereiken evenwicht
,-> zintuigelijke input gevolgd door motorische handelingen -> zien effect van handeling => iets bij
leren
=> actie = kennis
Vb. Dingen in mond steken
2) cognitieve schema's (>2j)
≠ zintuigelijke
= ontwikkelen zintuigelijke schema's dmv denken & maken van mentale representaties
Vb. Jongens dragen broek en hebben kort haar -> classificatie
!cognitieve schema's zijn afgeleid uit sensorimotorische schema's dmv internalisarie
Vb. Moet voorwerp niet meer rijpe, … maar cognitieve schema's die voorwerp herkennen want
informatie is geïnternaliseerd
-> elke omgeving/voorwerp heeft affordances (actiemogelijkheden) => zorgen voor verruiming
kennis
=> complexer worden van cognitieve schema's
!examenvraag!
4 stadia
1e stadia: sensomotorische stadia (0-24m)
Cognitieve ontwikkeling (0-2j) = gevolg van motorische activiteit als reactie op zintuigelijke
stimulatie
!open examenvraag: geven van begrip 'wat zijn secundaire circulaire reacties' -> wie is auteur?
Leeftijd? + uitleggen!
6 substadia
1e substadia: eenvoudige reflexen 0-1m
o aangeboren reflexen vb. Zuigreflex (assimilatie) -> overschakelen op flesjes
(accommodatie)
o bouwstenen voor latere meer doelgerichte handelingen
~ automatisch
!afwezigheid reflexen -> nefast voor ontwikkeling
2e substadia: eerste gewoonten & primaire circulaire reacties (1-4m)
o Handelingen worden herhaald + gericht op eigen lichaam
Vb. Duimzuigen: aangenaam -> circulaire reactie
o ontstaan primaire schema's
o Verbeterde oog-handcoördinatie
Vb. Zien speelgoed en raken het aan
3e substadia: secundaire circulaire reacties (4-8m)
o Handelingen worden herhaald + richten op omgeving
o Semi-intentionaliteit: toeval
Vb. Baby zit ziet dat lepel op grond is gevallen -> lepel opnieuw op grond gooien
o Oog-handcoördinatie = volledig
o Vocalisatie vb. Bababa -> levert effect op vb. Mama lacht => herhalen
o Klanken proberen te imiteren
4e substadia: coördinatie van secundaire circulaire reacties (8-12m)
o intentioneel/doelgerichter gedrag
Vb. Als ik aan touwtje trek komt speelgoed naar mij
o Anticiperen op toekomstige omstandigheden
Vb. Als ik dit doe gaat dat gebeuren
o Beginnende object permanentie
= inzicht dat een voorwerp niet weg is maar dat je het gwn niet meer kunt zien
2
, vb. Beertje onder dekentje, maar is er nog vb. mama en papa komen terug als ze mij afzetten bij
crèche maar ik zie ze nu niet meer
Experiment:
Baby's van 6m (3e substadia) -> geen objectpermanentie - baby's moesten kijken - driehoek
verdween achter scherm A – schrijf verdwijnt achter scherm B – 1e conditie: voorwerpen zijn
omgewisseld - langere kijktijd als niets achter beide schermen – onthouden dat twee vw zijn
5e substadia: tertiaire circulaire reacties (12-18m)
o Herhaling + gericht op omgeving + variatie
o Volledige objectpermanentie
-> maken geen fouten meer
Vb. Knikker rolt onder kast -> achter kast kijken
6e substadia: begin vh denken (18-24m)
o Synoniem: verinnerlijkte tertiaire circulaire reacties
o Symbolisch denken -> niet meer experimenten om bepaald beeld te vormen
Vb. In hoofd inschatten: als ik dat doe wat gaat er dan gebeuren
o Beter begrijpen van oorzaak-gevolg
o 'doen alsof'
Vb. Doen alsof ze in een bus zitten
o Imiteren
Vb. Babypop eten geven zoals mama broertje eten geeft
!ookal gebeurd dat op dat moment niet
2e stadia: preoperationeel stadium (2-7j)
= verinnelijking denken
!veel denkfouten
3e stadia: concreet operationeel stadium (7-12j)
= afhankelijk van concreet materiaal …
4e stadia: formeel operationeel stadium (>12j)
= denken wordt abstracter
(Sociaal regelen = ziet hoe moeder het doet)
Kritiek: grote lijnen kloppen, maar leeftijden kloppen niet altijd
REDEN: leeftijden waarin bepaalde vaardigheden zicht ontwikkelen onderschat
!Examen: voorbeeld baby die iets aan het doen is. Welk stadia past hierbij?!
1.1.4 meningen over Piaget
+ grote theorieën die een overzicht geven van begin tot adolescentie
+ in grote lijnen blijven theorieën jaren later overeind
-cognitieve ontwikkeling met 4 stadia is discontinu -> waar? -> ontwikkeling gaat meer in golven
-onderzoek gedaan naar kinderen in zijn omgeving -> theorieën wel door te trekken naar andere
landen/culturen?
Vb. Afrika: kinderen veel zelfstandiger -> invloed op cognitieve ontwikkeling
-te veel belang gehecht aan motorische activiteiten
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur juliecorstiens1510. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.