Ontwikkelingspsychologie
Fase 1, semester 2
Inleiding:
- 2 delen: 5 studiepunten
o 12 basislessen
o 6 specialisatielessen
Leerstof en cursusmateriaal:
- Pp + eigen nota’s + leerstof via blended learning + handboek + extra cursusteksten op canvas
Algemene doelstellingen:
- Om te weten wanneer gedrag ‘fout’ gaat, moet je eerst inzicht krijgen in de normale
ontwikkeling van gedrag
- Gedrag interpreteren vanuit verschillende theorieën
- Inzicht krijgen in de menselijke ontwikkeling binnen de verschillende levensfasen
Handboek zeer belangrijk! Na les nota’s aanvullen met handboek!
De ontwikkeling van het kind
1. Een inleiding in de ontwikkeling van het kind
1.1. Een oriëntatie op de ontwikkelingspsychologie
Definitie:
Ontwikkelingspsychologie/ levenslooppsychologie = wetenschappelijke studie naar patronen van
groei, verandering en stabiliteit van conceptie (zwangerschap) tot de ouderdom, maar met accent op
de jaren tot de volwassenheid, waarin veranderingen elkaar het snelst opvolgen
Ontwikkeling = genese, ontvouwen
- Lichamelijke groei en veranderingen in de psyche van individuele personen die worden
beïnvloed door de ontwikkeling van de samenleving
Ontwikkeling = groei, toename, stabiliteit, voortgang & teruggang, afbraak, aftakeling
Ontwikkeling:
- Continu proces in de tijd
- Niet omkeerbaar
- Van globaal naar gedifferentieerd (verfijnder)
Aanverwante begrippen:
- Groei: bv. lengtegroei
- Rijping: bv rijping van de sluitspier die nodig is bij de zindelijkheidstraining van een peuter
- Leren: bv. ouders die een kindje leren fietsen
,1.1.1 reikwijdte van het vakgebied
Thematische gebieden:
- fysieke ontwikkeling
o studie naar de invloed van het lichaam op het gedrag
o bv. effecten van het seksuele rijpingsproces tijdens de adolescentie op gedrag
- Cognitieve ontwikkeling
o Studie naar de invloed van het lichaam op het gedrag
o Bv. invloed van veranderingen in intellectuele vermogens op gedrag
- Sociale ontwikkeling
o Studie naar interacties van mensen en hoe hun sociale relaties in de loop van hun
leven groeien, veranderen en stabiel blijven
o Hoe speelt de impact van de ander in de verschillende levensfasen?
o Bv. evolutie van vriendschappen in de kindertijd
- Persoonlijkheidsontwikkeling
o Studie naar stabiliteit en veranderingen in eigenschappen die personen van elkaar
onderscheiden
o Bv. bezit een mens gedurende zijn leven stabiele karaktereigenschappen?
Leeftijdsgroepen en individuele verschillen:
- Prenatale periode (conceptie – geboorte)
- Babytijd (0-1 jaar)
- Peutertijd (1-3 jaar)
- Kleutertijd (3-6 jaar)
- Lagere school (6-12 jaar)
- Adolescentie (12-20 jaar)
- Volwassenheid (20-60 jaar)
- Oudere volwassenheid of ouderdom ( > 60 jaar)
- Soms duidelijke grenzen, soms artificieel
o Grote individuele verschillen
o Ontwikkelingspsychologie: gemiddelden!
Ontwikkelingspsychologie
- Algemene veranderingen en gedragsreorganisaties die iedereen doormaakt bij het ouder
worden
- Ontwikkeling als een normatief gegeven
Maar ook aandacht voor:
Individuele ontwikkeling = individuele variatie rond het normatieve verloop van de ontwikkeling
- Variatie wordt groter/ kleiner naarmate kind ouder wordt?
o Variatie wordt groter omdat hoe ouder je wordt hoe meer je blootstaat aan
omgevingsinvloeden
▪ Verruiming sociaal netwerk
▪ Normatieve gebeurtenissen
▪ Cohorten
,1.1.2. invloeden op de ontwikkeling: ontwikkelen in een sociale wereld
Cohort = een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek is geboren
- Leden van zelfde cohort delen aantal omgevingsfactoren (bv. economische toestand,
epidemieën, oorlogen,…)
- Wordt gebruikt om onderzoek te doen in ontwikkelingspsychologie omdat ze een aantal
omgevingsfactoren delen
Momenteel Z-generatie → kinderen die al opgegroeid zijn met technologie als wifi,…
Normatieve gebeurtenissen = gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep
op dezelfde manier voltrekken (bv. start van coronacrisis)
- Ontwikkeling van mensen wordt bepaalt door normatieve en niet-normatieve
gebeurtenissen
Verschillende soorten invloeden op de ontwikkeling:
3 verschillende soorten normatieve beïnvloeding:
1. Normatieve historisch bepaalde invloeden (ook wel cohorteffecten)
- bv. corona, 9/11, atoombom, rampen
2. leeftijdsgebonden invloeden
biologische en omgevingsinvloeden gelijk voor mensen in bepaalde leeftijdsgroep, ‘ongeacht’
wanneer of waar ze opgroeien
- bv. menopauze, start schoolcarrière
3. normatieve sociaal-cultureel bepaalde invloeden
- bv. etnische afkomst, sociale klasse, subcultuur, geloof,…
1 niet normatieve gebeurtenis:
4. niet-normatieve gebeurtenissen
atypische gebeurtenissen op tijdstippen dat dit meeste anderen uit die groep niet overkomt
- bv. studeren met achtergrond (zeer) lage SES, Barack Obama
Jezelf even testen…
Elke persoon krijgt in zijn leven te maken met gemeenschappelijke invloeden en met unieke niet-
normatieve gebeurtenissen
- enkele voorbeelden van historische invloeden zijn:
o oorlogen, economische groei en crisis, technologische ontwikkelingen
- enkele voorbeelden van leeftijdsgebonden invloeden zijn:
o voor het eerst naar school gaan, puberteit bereiken,…
- enkele voorbeelden van sociaal-culturele invloeden zijn:
o etnische afkomst, sociale klasse en lidmaatschap van een cultuur
- enkele voorbeelden van niet-normatieve invloeden zijn:
o je ouders verliezen door bv. een ongeval, landelijke wedstrijd winnen,…
, 1.2.3. vraagstukken bij thema’s van de ontwikkelingspsychologie
1. continue versus discontinue verandering
- continue verandering = geleidelijke kwantitatieve ontwikkeling, waarbij prestaties op een
bepaald niveau voortvloeien uit op de vorige niveaus
o geleidelijke, kwantitatieve verbetering
o onderliggende processen blijven gehele levensduur gelijk
o bv. lengtegroei, toename hersencapaciteit
- discontinue verandering = ontwikkeling die in aparte stappen of stadia plaatsvindt, en
waarbij elk stadium gedrag oplevert dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere
stadia
o kwalitatieve verandering
o bv. cognitieve ontwikkeling (?)
- En-en verhaal: sommige ontwikkeling meer continu, andere meer discontinu
2. Kritieke en gevoelige perioden: de invloed van de omgeving
- Kritieke periode = specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis
de grootste – en zelfs onomkeerbare – gevolgen heeft
o Onomkeerbare consequenties door aan- of afwezigheid van bepaalde
omgevingsfactoren
o Bv. prenataal: medicatiegebruik moeder → effect op ontwikkeling van het kind
(misvormingen)
o Bv. hechting in eerste levensjaren?
= Volgens oudere ontwikkelingspsychologen
- Plasticiteit = mate waarin een ontwikkelend gedrag of fysieke structuur kan worden gewijzigd
o Bv. plasticiteit hersenen
o Bv. adoptie?
= hoe we vandaag de dag denken
- Gevoelige periode = periode, meestal vroeg in het leven, waarin mensen extra gevoelig zijn
voor bepaalde omgevingsinvloeden en sterk ontvankelijk zijn voor het leren van specifieke
vaardigheden
o Periode waarin bepaalde vermogens optimaal naar voren komen
o Kinderen gevoelig voor omgevingsinvloeden
o Aan- of afwezigheid van bepaalde omgevingsfactoren hoeft niet tot onomkeerbare
consequenties te leiden
= hoe we vandaag de dag denken