Communicatie, taal en spraak
Begrippenlijst in cursus
Communicatie
- Brede term: je kan overal en continu verbaal en non- verbaal communiceren
- Tweerichtingsverkeer: wisselwerking tussen minstens 2 mensen
- Verschillende communicatievormen: gedrag en lichaamstaal, geuren, gebaren, foto’s,
pictogrammen, tekeningen en concrete voorwerpen
- Bewuste en onbewuste communicatie
o Bewust: informatieoverdracht
o Onbewust: interactie
- Actieve en passieve communicatie
o Actieve: waarbij je zelf iets meedeelt aan je omgeving
o Passieve: waarbij je begrijpt wat de omgeving je wil zeggen
- Ondersteunende communicatie OC
o Onvoorwaardelijke intentie om de ander te willen begrijpen en aan te sluiten bij diens
individuele signalen en betekenissen
o Geen vervanger van taal, maar ondersteunt de gesproken communicatie
Taal
- Onderdeel van communicatie
- Opgebouwd uit 4 modaliteiten
o Luisteren en spreken (gesproken taal) → leren we spontaan door interactie
o Lezen en schrijven (geschreven taal) → leren we niet automatisch, gaan we voor naar school
- Link met verschillende linguïstische niveaus
o Taalvorm: fonologie – syntaxis
o Taalinhoud: semantiek
o Taalgebruik: pragmatiek
Spraak
- Spreken is een onderdeel van taal
Gestoorde communicatie
- Stoornis op niveau van communicatie, taal en of spraak
- Elke stoornis beïnvloedt de communicatie
- Ook stress heeft impact op communicatie: het zorgt dat info verloren kan gaan en dat kans op
miscommunicatie stijgt. Stress kan van 2 kanten komen → als je hierover communiceert dan neem
je stress weg
85
,Fenomenologie: afasie
Betekenis van afasie
Afasie is een verworven taalstoornis, veroorzaakt door een focaal hersenletsel dat ontstaat nadat de taal
verworven is
- Taalstoornis: centrale stoornis waarbij de 4 taalmodaliteiten zijn aangetast
- Hersenletsel: letsel moet zichtbaar zijn op de beeldvorming
- Focaal: de onderzoeker koppelt de plaats van het letsel aan de symptomen die hij hoort/ ziet. Hij
krijgt inzicht in de organisatie en lokalisatie
- Impact op de communciatie, het sociaal functioneren en de levenskwaliteit van zowel de persoon
met afasie als van zijn omgeving
o Invloed op communicatieve vermogen van mensen → activiteiten
o Sociaal functioneren → participatie
▪ Afasie kan leiden tot sociaal isolement
- Naargelang de lokalisatie van het letsel zijn er bepaalde symptomen → cluster van symptomen =
syndroom
- Afasie is een probleem met het decoderen en of encoderen van taal
o Decoderen: begrijpen
o Encoderen: vanuit begrip, boodschap, concept taal kunnen uiten
ICF-MODEL
Bv: Leeftijd,
geslacht,
opleiding,
meertaligheid
Invloed op ontstaan
en in stand houden
van stoornis en
beperking
Afasie: diagnostiek HC1 deel 1
8
86
,Concrete voorbeelden:
- Stoornis: moeite met leesinhoudelijk begrip
- Activiteiten (beperking): moeite met het begrijpen van een bijsluiter
- Participatie: zelfzorg niet meer kunnen organiseren
- Stoornis: moeite met woordvinding
- Activiteiten (beperking): moeite met vragen stellen in gesprek
- Participatie: minimale betrokkenheid bij sociale gebeurtenissen
We behandelen een persoon met een stoornis en niet de stoornis zelf!
Prevalentie en incidentie
- Incidentie (= aantal nieuwe gevallen in specifieke periode)
o In Amerika jaarlijks 180.000 nieuwe PMA (NIDCD, 2015)
- Prevalentie (= totaal aantal PMA in specifieke periode)
o 110.000 Vlamingen maken een beroerte door (1,5%), waarvan 1/3 afasie (Vlaanderen met
Brussel telt 7.341.521 inwoners)
o Meer bij oudere populatie
▪ 15% van de <65-jarigen
▪ 43% van de +85-jarigen
Oorzaken
Cerebrovasculaire stoornissen
- Beroerte/ CVA/ attaque is de meest voorkomende oorzaak van afasie
o CVA is een spontane stoornis in de bloedvoorziening van de hersenen
- CVA kan 2 oorzaken hebben
o Ischemische CVA: hypoperfusie
▪ Bloedtoevoer naar de hersenen is afgesloten zodat het achterliggende
hersenweefsel minder of niet wordt doorbloedt = hypoperfusie
▪ Door embool of trombus (bloedprop) die zorgen voor verminderde doorbloeding of
afsluiting
o Hemorragische CVA
▪ Bloed kan ontsnappen uit de bloedbaan door een scheuring van een bloedvat
Traumata
- Trauma kan zorgen voor beschadiging van het zenuwstelsel
- Trauma capitis = hoofdtrauma, traumata aan het hoofd
o Letsel aan de schedel of letsel aan de hersenen
- Craniocerebraal trauma bv. na verkeersongeval of na val van hoogte
- Bv. tak op hoofd, boom, stelling, dak…
87
, Tumoren
- Tumoren zijn abnormale gezwellen en daardoor ruimte-innemende processen
- Statistieken hersentumoren België:
o Jaarlijks ongeveer 800 nieuwe patiënten met hersentumor:
▪ Mannen: n= 453
▪ Vrouwen: n= 352
▪ Meest frequent: 45-80 jaar
- Tumoren grote hersenen
- Tumoren kleine hersenen
- Tumoren hersenstam
- Onderscheid (cel typologie en gedrag van de tumor)
o Van benigne (goedaardig) naar maligne (kwaadaardig)
o Van laaggradige (I) naar hooggradige tumoren (IV)
▪ Hooggradige groeien heel snel
- Primaire hersentumoren (groeien vanuit de hersencellen, ontstaan binnen het zenuwstelsel)
o Meningeomen: 34% (goedaardig, groeien heel traag)
o Gliomen: 30 % van de PHT, waarvan 80% maligne
▪ Glioblastomen (meest kwaadaardig)
▪ Astrocytomen
▪ Lymfomen, oligodendrogliomen, ependyomen
- Secundaire tumoren of metastasen (dringen zenuwweefsel binnen na metastase vanuit andere
weefsels)
o Meest frequent bv. primaire long, borst, huidkanker
- Mensen hebben focale neurologische uitvalsverschijnselen afhankelijk van de plaats van de tumor,
de epileptische insulten en van verschijnselen ten gevolge van een verhoogde intracraniële druk
Infecties
- Verstoren de normale functies van het zenuwstelsel
- Infectie: ziekteverwekkende organismen (virussen, bacteriën) dringen het weefsel binnen en
vermenigvuldigen zich
- Gevolg: plaatselijke ontsteking van het weefsel of ziekte van het hele organisme
- Artsen classificeren infecties naargelang de plaats van de ontsteking bv. meningitis
(hersenvliesontsteking), encefalitis, hersenabces, myelitis (ruggenmergontsteking)
Intoxicaties en vitaminedeficiënties
- Drugs, alcohol, medicatie, tekort vitamine B12
- Kunnen normale werking van de hersenen verstoren
- Giftige stoffen kunnen zowel in het lichaam als buiten het lichaam geproduceerd worden
o Slecht functionerend orgaan kan giftige stoffen aanmaken
o Buiten lichaam bv. geneesmiddelen, drugs, alcohol, zware metalen, landbouwstoffen,
stoffen uit de industrie
Degeneratieve stoornissen
- Een heterogene groep
- Gemeenschappelijk kenmerk: hersencellen progressieve en irreversibele beschadigen → stoornis
wordt erger in de tijd en is onomkeerbaar
- Bv. ziekte van Alzeimer
88