Duidelijke samenvatting van Fundamenten van de Psychologie
Fundamenten van de psychologie HU
Fundamenten van de Psychologie (Brysbaert, 2014)
Tout pour ce livre (7)
École, étude et sujet
Hogeschool Utrecht (HU)
Toegepaste Psychologie
Fundamenten van de psychologie
Tous les documents sur ce sujet (1)
12
revues
Par: beaudortmond • 10 mois de cela
Par: elinewitteveen • 4 année de cela
Par: mereldezeeuw39 • 4 année de cela
Par: lise26leth • 6 année de cela
Par: tvrielink • 6 année de cela
Par: meganflight • 6 année de cela
Par: mohamedibrahim2 • 7 année de cela
Afficher plus de commentaires
Vendeur
S'abonner
nb2
Avis reçus
Aperçu du contenu
Fundamenten van de psychologie
HOOFDSTUK 1 WAT IS PSYCHOLOGIE?.................................................................2
HOOFDSTUK 3 DE WAARNEMING............................................................................7
HOOFDSTUK 4 CONDITIONERING..........................................................................12
HOOFDSTUK 5 HET GEHEUGEN.............................................................................16
HOOFDSTUK 6 MOTIVATIE......................................................................................23
HOOFDSTUK 7 INTELLIGENTIE..............................................................................31
HOOFDSTUK 8 DE PERSOONLIJKHEID.................................................................36
HOOFDSTUK 9 PSYCHOPATHOLOGIE...................................................................41
HOOFDSTUK 10 THERAPIEËN................................................................................47
Hoofdstuk 1 Wat is psychologie?
1.1 Een definitie van psychologie
,Psychologen proberen menselijk gedrag te begrijpen. Hiervoor zullen ze het gedrag op een
systematische manier observeren en kijken hoe het beïnvloed wordt door gebeurtenissen in
de omgeving.
“Psychologie is een wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij die
gedragsevidentie (aanwijzingen) gebruikt wordt om de interne processen te begrijpen die
aan dat gedrag ten grondslag liggen.”
1.2 Ontwikkelingen die de psychologie mogelijk gemaakt hebben
Rede, intuïtie en geloof
Plato (428-347 v.C.): er dient onderscheid gemaakt te worden tussen de ware, onzichtbare
wereld van onveranderlijke, ideale vormen (ziel) en de zichtbare, veranderlijke wereld
rondom ons die een onvolmaakte afspiegeling is van de ware wereld (observatie).
Aristoteles (384-322 v.C.): om echte kennis te hebben, diende men uit te gaan van
onwrikbare uitgangspunten. Die werden door de menselijke ziel intuïtief als zelfevident
herkend. Voorbeeld: voorwerpen bewogen niet spontaan horizontaal, hiervoor hebben ze
een drijvende kracht nodig. Hieruit kan volgens Aristoteles op basis van de menselijke rede
de rest afgeleid worden.
Na de val van het Romeinse Rijk was de rooms-katholieke Kerk de belangrijkste hoeder van
kennis in de westerse wereld. Plato’s wereld van onveranderlijke, ideale vormen waaruit de
ziel kwam, stemde overeen met de hemel en de demonstraties van Aristoteles konden
perfect gezien worden als goddelijke ingevingen.
De wetenschappelijke revolutie
16e-17e eeuw Europa wetenschappelijke revolutie. Ware kennis is gebaseerd op
systematische observatie en actief ingrijpen in de wereld. Factoren die een rol gespeeld
hebben bij het ontstaan van de wetenschappelijke revolutie in Europa:
– Verminderde macht van de rooms-katholieke Kerk
– Herwaardering van handel en handenarbeid
– Uitvinding van de boekdrukkunst
– Ontdekkingsreizen
– Confrontatie van de westerse wereld met de islamitische en Chinese beschavingen
– Oprichting van universiteiten
– Periode van relatieve welvaart
Copernicus (1473-1543): opperde dat de bewegingen in het heelal beter zijn te begrijpen
wanneer men uitgaat van de veronderstelling dat niet alle hemellichamen rond de aarde
draaien, maar dat de aarde rond de zon draait.
Galileo Galiliei (1564-1642): verdedigde het Copernicaanse model, door middel van de
uitvinding van de telescoop.
Newton (1643-1727): werkte Galilei’s inzichten verder uit.
Copernicaanse revolutie: het inzicht dat de aarde niet het centrum vormde van het heelal.
Diende als katalysator voor de ontwikkeling van de natuurwetenschappen
“Nieuwe kennis komt voort uit observaties en experimenten, niet uit het bestuderen van oude
meesters.”
De groeiende macht van de wetenschappen en het ontstaan van twee culturen
Omdat de wetenschappelijke benadering beter aansloot bij het minder dogmatische
protestantisme, waren de ontwikkelingen groter in landen die zich grotendeels aan de
invloed van de rooms-katholieke Kerk onttrokken hadden (Duitsland, Groot-Brittannië,
Nederland) dan in de landen die de Kerk trouw bleven (Spanje, Frankrijk, Italië). De nieuwe
2
, wetenschappelijke ontdekkingen boden belangrijke voordelen, bijv voor de handel en
oorlogsvoering, waardoor de invloed van D, GB en NL groeide.
De groeiende invloed van de wetenschappen was een doorn in het oog van het traditionele
onderwijs (geloof, Griekse en Latijnse teksten, wiskunde en kunst). Er vormden zich
gaandeweg twee aparte culturen: de klassieke, humanistische cultuur (alfawetenschappen)
en de nieuwe, natuurwetenschappelijke cultuur (bètawetenschappen), die met elkaar
wedijverden.
De evolutietheorie
Volgens deze theorie waren levende wezens het resultaat van een aanpassingsproces aan
veranderde omstandigheden. Binnen elke soort bestaan aangeboren individuele verschillen,
waardoor niet elke eigenschap bij elk lid van de soort in even grotemate aanwezig is
(genetische variatie). Eigenschappen die goed aansluiten bij de omgeving, zorgen ervoor dat
het individu goed gedijt en veel nakomelingen heeft. Eigenschappen die niet goed aansluiten
bij de omgeving, bedreigen de overlevings- en voortplantingskansen van het individu
(natuurlijke selectie).
De omgeving verandert voortdurend en telkens bieden bepaalde eignschappen meer
voordelen dan andere. Deze survival of the fittest zorgt ervoor dat dieren en planten continu
veranderen onder invloed van de lokale omgeving.
1.3 Het ontstaan van de psychologie
Ontwikkelingen binnen de filosofie
René Descartes (1596-1650) ging uit van drie principes: dualisme, rationalisme en nativisme.
Dualisme: overtuiging dat mensen uit twee onafhankelijke elementen bestaan (lichaam en
geest). De geest heeft een vrije wil (niet onderhevig aan de natuurlijke wetten) en vormt de
kern van het menselijke denken. Het lichaam is niets meer dan een omhulsel van de geest
en heeft geen enkele invloed op de geest.
Rationalisme: ware kennis is gebasseerd op de rede, die door het toepassen van logica
nieuwe informatie afleidt uit de bestaande.
Nativisme: overtuiging dat de mens aangeboren kennis heeft, die het uitgangspunt vormt van
alle andere, afgeleide kennis.
Bij deze drie overtuigingen zie je de invloed van Plato, Aristoteles en de katholieke Kerk. Een
vierde, laatste overtuiging van Descartes was nieuw en hield in dat het universum een
machine vormde die wiskundig beschreven kon worden. God had de machine gecreeerd en
in werking gesteld. Het menselijk lichaam was een onderdeel ervan en dus aan de
natuurwetten onderworpen.
John Locke (1632-1704): in Engeland groeide onvrede over het nativisme en rationalisme en
er kwam een tegenbeweging tot stand empirisme. Volgens het empirisme wordt de inhoud
van de geest niet gevormd door aangeboren ideeën en afgeleide inzichten, maar via
zintuigelijke ervaringen die met elkaar geassocieerd worden.
Psychologie als nieuwe wetenschap
Wilhelm Wundt (1832-1920): de wetenschappelijke psychologie is een alliantie tussen
enerzijds de fysiologie die ons informeert over de levensfenomenen die we met onze
zintuigen kunnen waarnemen, en anderzijds de psychologie waarbij de persoon van
binnenuit naar zichzelf kijkt. Het kijken naar eigen bewustzijn van binnenuit wordt introspectie
genoemd.
Structuralisme is een stroming in de psychologie die op basis van introspectie de structuur
van het bewustzijn probeerde te ontdekken.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nb2. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.