Samenvatting agogische vaardigheden
Agogische vaardigheden:
- Sociale agogiek = inzicht krijgen welk gedrag welk effect heeft op anderen.
- Agogiek = een sociale wetenschap. Ze bestudeert hoe mensen handelen, hoe ze veranderen. Geeft ook richtlijnen
hoe veranderingsprocessen worden beïnvloed. Het is meer dan sociaal vaardig zijn = agogisch handelen
Basisvaardigheden:
- Observeren
- Communiceren
- Luisteren
- Feedback geven
- Evalueren
Inhoud per hoofdstuk
Hoofdstuk 1: leraar - De roos van Leary (beschrijvingen van interpersoonlijk gedrag)
als opvoeder - Sociale vaardigheden bij kinderen (sociaal-emotionele ontwikkeling, hoe ondersteunen?)
- Groepsontwikkeling bij kinderen (Wat? Invloed hebben, Sociometrie)
Hoofdstuk 2: leraar - Teamontwikkeling (doelmatigheidsmodel, stappen en procedures, relaties)
als lid van een - Vergaderen (doelen, waarom, hoe, soorten vergaderingen, rollen, effecten)
schoolteam
Hoofdstuk 3: leraar - In dialoog met ouders
als partner van - De diversiteit van ouders
ouders - Samenwerken met ouders
- Gesprekken voeren met ouders
- Schriftelijk communiceren met ouders
Hoofdstuk 1) De leraar als opvoeder
→ Opdrachten uit de cursus zijn ondersteunend!
Basiscompetenties = omschrijving van kennis, vaardigheden en attitudes, waarover iedere afgestudeerde moet beschikken
om op een volwaardige manier als ‘beginnende’ leraar te kunnen functioneren.
Deel 1: De roos van leary
1) De roos van Leary
● Model om relaties tussen mensen in kaart te brengen, ontwikkeld op basis van gespreksanalyses.
● Model van persoonlijkheid (typisch interpersoonlijk gedrag) maar dan getypeerd op basis van interacties tussen
mensen. Observeer iemand in relatie tot anderen: wat zie je?....
● Gedrag roept anders gedrag op = voorspellend
● Beter inzicht in communicatie
1
, 1.1) Wederzijdse invloed
In de relatie van 2 mensen die met elkaar praten heeft het gedrag van de ene persoon, invloed op dat van de ander en
omgekeerd.
→ Deze invloed voltrekt zich in een kringloop.
→ Relatie en sfeer zijn belangrijk voor de inhoud van een gesprek.
→ De inhoud van een gesprek is niet alleen afhankelijk van relatie en sfeer, maar kan ook bepalend zijn.
→ De ontvanger wordt beïnvloed door het gedrag van zijn gesprekspartner en omgekeerd.
→ Er is wederzijdse beïnvloeding.
1.2) Wat is de roos van Leary
Interactieroos (roos van Leary) = een model voor ordening en beschrijving van interpersoonlijk gedrag, ontwikkeld op basis
van analyses van gesprekken.
→ Interactie tussen mensen.
→ Gedrag typeren en de werking van het gedrag op anderen verduidelijken .
→ Het model laat zien welk gedrag door welk gedrag wordt opgeroepen en hoe gedrag te beïnvloeden is.
→ Model van persoonlijkheid maar dan getypeerd op basis van interactie tussen mensen.
→ Gedrag roept een ander gedrag op, het is voorspellend.
→ Hierdoor krijg je beter inzicht in communicatie
Iemands persoonlijkheid kan het beste worden beschreven in termen van typisch interpersoonlijk gedrag.
→ Hoe mensen zijn, kan je zien aan de wijze waarop ze zich in de omgang met anderen gedragen.
De roos van Leary ordent interpersoonlijk gedrag op basis van 2 dimensies met elk 2 polen.
1) macht (boven-onder-polen)
2) Nabijheid (samen-tegen-polen)
Machtsdimensie ➢ Boven-onder-as
➢ In welke mate streeft de persoon er in zijn interpersoonlijk gedrag na om invloed op anderen uit te voeren.
➢ Boven-pool = boven-gedrag (de persoon overheerst de ander)
➢ Onder-pool = onder-gedrag (de persoon gedraagt zich ondergeschikt tegenover de ander)
Nabijheidsdimensie ➢ Samen-tegen-as
➢ In welke mate streeft de persoon in zijn interpersoonlijk gedrag naar nabijheid (contact, relatie, affectie, warmte)
van anderen.
➢ Boven-pool = samen gedrag is erop gericht veel contact met anderen te hebben.
➢ Tegen-pool = tegen-gedrag is erop gericht anderen tegen te werken. De persoon stelt zich in de relatie afwerend
op.
→ Deze figuur van de roos van Leary zeer goed kennen!
2
,8 Gedragscategorieen:
1) Leidend
2) Verantwoordelijk-helper
3) Volgend-meewerkend
4) Afhankelijk
5) Onzeker-teruggetrokken
6) Protesterend-opstandig
7) Agressief-offensief
8) Zelfzeker-concurrerend
De gedragscategorieen kunnen benoemd worden aan de hand van de polen waar ze het dichts bij aanleunen.
→ Elke sector krijgt een benaming, waardoor het interpersoonlijk gedrag wordt getypeerd.
→ Categorieën die dicht bij elkaar aanleunen liggen in de roos van Leary
naast elkaar.
→ Gedragingen die elkaars tegenpool vormen, liggen tegenover elkaar.
1.3) De interactierollen volgens Leary
8 Interactierollen/Gedargscategorien:
→ Op de roos van Leary staan een aantal cirkels.
→ Het verschil tussen de buitenste en binnenste cirkel heeft te maken met
de mate waarin een persoon overeenkomt met dit bepaald interactietype.
→ Hoe dichter bij het middelpunt, hoe soepeler en speelser de interactie
nog is.
Psychisch gezond functioneren = soepelheid
- Altijd boven = irritaties
- Altijd onder = mensen lopen over je heen
- Tegenhelft is ook oké, maar niet extreem
Leidend Organiseren, initiatief nemen, regels bepalen, taken toewijzen, de knoop doorhakken,
samenvatten
- Boven-samen
- Taakgericht-leidend gedrag
- Kordaat organiserende houding
- Voortdurend leidend gedrag = bemoeigedrag, autocratisch gedrag
- Leidend gedrag leidt vaak bij anderen tot volgend gedrag
Verbaal = raad geven, beïnvloeden, overtuigen, regelen, voordoen
Non-verbaal = energieke houding, naar voren zitten, luide stem
Opgeroepen reacties = gehoorzaamheid, afhankelijkheid, concurrentie
Leerkracht: leiden, duidelijk uitleggen, regels bepalen, taken toewijzen
Helpend, verantwoordelijk Steunen, aanmoedigen, verzorgen, beschermen, belonen, advies geven, aandringen op
beslissingen, voordoen en coachen
- Samen-boven
- Suggesties geven
- Zelfstandig oplossingen zoeken
- Helpend gedrag
- Overhelpend gedrag = protectionistisch gedrag of moedergedrag (werkt verstikkend, is
paternalistisch en betuttelend)
- Helpend gedrag leidt vaak bij anderen tot meewerkend gedrag
Verbaal = moed inspreken, troosten, diensten bewijzen, samenwerken, compromissen zoeken,
begrip tonen
Non-verbaal = vriendelijk kijken, veel oogcontact zoeken, aanraken, veel lachen
Opgeroepen reacties = aanpassing, aanvaarding, irritatie
Leerkracht: het kind op het goede spoor zetten, suggesties geven, het kind zelfstandig iets laten
oplossen, vriendelijk en zorgzaam, belangstelling tonen
3
, Aanpassend, steunend, Vertrouwen, aanleunen, waarderen, vergoelijken, steun zoeken en geven, tegenstellingen
meewerkend verminderen, conflicten vermijden
- Samen-onder
- Aangename groepssfeer
- Geeft veel positieve waardering
- Motiveren
- Warm en vriendelijk
- Bereid de lasten van de ander mee te dragen en hij wil dat de ander zich prettig voelt
- Overdrijven in steunend gedrag = liever-lief-gedrag
- Meewerkend gedrag leidt vaak bij anderen tot helpend gedrag
Verbaal = gelijk geven, vleien, bewonderen, goedpraten, respectvol gedrag naar leiders vertonen
Non-verbaal = beleefd kijken, veel glimlachen, ja-knikken, gedienstig zijn
Opgeroepen reacties = helpend, aanvaarding, irritatie
Leerkracht: geïnteresseerd luisteren, soepel zijn, begrip tonen, geduld hebben, nogmaals
uitleggen,...
Afhankelijk, volgend, aanhankelijk Passief, hulp van anderen verwachten, eerbiedig, zich schikken, nabootsen, geen eigen
beslissingen nemen, zwijgen, luisteren
- Onder-samen
- Ondergang
- Onafgebroken volgend gedrag vertonen = ja-knikkers, pantoffelhelden (ze voelen zich
totaal afhankelijk van wat anderen voor hen beslissen, en dat zijn ze ook)
- Volgend gedrag leidt bij anderen tot leidend gedrag
Verbaal = raad vragen, moeilijkheden voorleggen, goedkeuring vragen
Non-verbaal = zacht spreken, ineengedoken zitten, zuchten, wegkijken
Opgeroepen reacties = leidend, helpend, irritatie, afwijzing
Leerkracht: verantwoordelijkheid geven aan leerlingen, ruimte geven
Wantrouwig, teruggetrokken Onzeker of teruggetrokken zijn, gereserveerd of argwanend zijn, zich afwenden, verveeld zijn,
zich overgeven aan zelfkritiek, verlegen zijn
- Onder-tegen
- Emotionele grond om zich eventueel ergens tegen te verzetten
- Extreem teruggetrokken gedrag = een zeker masochisme of vervreemd gedrag.
Eindeloos zelfbeklag smeekt de betrokkene om aandacht
- Teruggetrokken gedrag leidt bij anderen tot concurrerend gedrag
Verbaal = zelfverwijten, zichzelf afbreken, klagen, zeuren, bijna niets zeggen
Non-verbaal = wegkijken, in elkaar gedoken zitten, triest kijken, snikken, in een hoekje zitten, star
gedrag vertonen
Opgeroepen reacties = afstand, agressie, afkeuring, hulp
Leerkracht: afwachtend zijn, onzeker zijn, zich verontschuldigen
Opstandig, rebellerend, Wantrouwen, protesteren, betwijfelen, kritiek geven, moeilijke vragen stellen, tegenstribbelen
kritisch-opbouwend - Tegen-onder
- Kritisch-opbouwend
- Aanhoudend kritisch reageren = vervalt in wantrouwend gedrag. Zo iemand gelooft
niets meer en denkt dat er achter alles iets anders zit.
- Aanvallend gedrag leidt bij anderen vaak tot opstandig gedrag
Verbaal = kritische vragen stellen, ongeloof voorwenden, cynisch doen, conflict uitlokken, de
ander afwijzen of boos maken
Non-verbaal = vinnig of boos kijken, bokkig gedrag vertonen, nee-schudden als de ander praat
Opgeroepen reacties = agressie, irritatie, autoritair gedrag, hulp
Leerkracht: corrigerend, straffend, kwaad wordend, verbieden
4