Globalisering/mondialisering = het proces waarbij de verwevenheid tussen gebieden en
samenlevingen op aarde toeneemt. Economische globalisering/internationalisering en culturele
globalisering zijn hier 2 belangrijke aspecten van.
Globalisering heeft invloed op de richting en de functie van gebieden.
Transporttechnologie = technische voorzieningen die samenhangen met vervoer van goederen en
mensen. Informatie-/communicatietechnologie = alle technieken die het mogelijk maken informatie
van het ene punt naar het andere punt te verspreiden.
We leven in het tijdperk van de 4de industriële revolutie.
Sinds 1980 zijn 3 ontwikkelingen van belang:
- Reis en vervoerstijden zijn gedaald
- Transport en communicatie zijn goedkoper geworden (vooral door capaciteit van schepen en
vliegtuigen en komst van containers.)
- Infrastructuur rond transport en dataverkeer (wegen, havens, vliegvelden en
telecommunicatie) is verbeterd.
Multinationale ondernemingen (mno’s) = een groot bedrijf met vestigingen in meerdere landen.
Gevolg = de relatieve afstand tussen gebieden neemt af.
Tijd-ruimtecompressie = het proces waarbij de relatieve afstand tussen plaatsen door de moderne
transport- en informatietechnologie daalt. Wereld wordt dus steeds kleiner global village.
1.2 economische globalisering: oorzaken
WTO = de Wereldhandelsorganisatie (world trade center). Vrijemarkteconomie = het economisch
systeem waarbij bedrijven bepalen wat waar geproduceerd wordt. De prijs komt tot stand door vraag
en aanbod. Door de vrije markt economie is liberalisering (het vrijer worden) van de wereldhandel
toegenomen. Dit heeft 2 gevolgen:
- Productie en uitwisseling van goederen en diensten krijgt een internationaal karakter.
- Gebieden raken economisch steeds sterker verbonden (gunstige ligging is belangrijke
voorwaarde)
Onder invloed van de WTO wordt de vrijehandel (handel waarbij zo weinig mogelijk
handelsbelemmeringen zoals invoerrechten bestaan) gestimuleerd. Blz. 13!
De productieketen (= de route die een product aflegt van idee of grondstof tot dienst of
eindproduct) van goederen wordt steeds meer opgedeeld en verspreid over tal van gebieden.
1.3 economische globalisering: gevolgen
Triade (triadisch netwerk) = het geheel van verbanden tussen de 3 belangrijkste economische
machtsblokken (VS, Japan, EU) in de wereld.
Mondiaal netwerk = verbinding tussen gebieden en landen op economisch, politiek, sociaal en
cultureel terrein. Het kan een netwerk zijn tussen 2 landen (transnationaal netwerk) of een
wereldwijd (mondiaal netwerk)
, Global shift = een (mogelijke) verschuiving van het economisch en politieke zwaartepunt in de
wereld, bijvoorbeeld van de landen rond de Atlantische oceaan naar gebieden ronde de grote
oceaan.
Geografische gevolgen van snelle globalisering:
- Na 1980 ontstaat er een nieuwe internationale arbeidsverdeling: de manier waarop
tegenwoordig de agrarische, industriële en dienstverlenende activiteiten in het
wereldsysteem verdeeld zijn.
- Mno’s proberen regionale en nationale markten te verroveren in de (semi)periferie
- Uitschuiven doorschuiven, de locatie van bedrijven wordt steeds sneller aangepast aan de
gewijzigde regionale of lokale situatie.
- Mno’s beperken zich steeds meer tot hun core business. Alle andere activiteiten worden
afgestoten en zo nodig ingehuurd.
- Globalisering is tot in de uithoeken van de wereld merkbaar.
- Economische globalisering leidt vaak tot grotere sociale en regionale ongelijkheden.
in rijke landen zijn het vooral de lagere inkomensgroepen die zich slachtoffer voelen van de
globalisering. Hun banen in fabrieken, kantoren en banken verdwijnen door robotisering, uitschuiven
en concurrentie uit lagelonenlanden. Tegelijkertijd krijgen ze te maken met immigranten die met hen
concurreren om banen, goedkope woningen en uitkeringen.
1.4 Globalisering: one culture?
Als je goed kijkt naar de richting van informatiestromen zie je dat deze in grote lijnen hetzelfde
patroon vertonen as handel en kapitaalstromen.
Culturele globalisering heeft 2 effecten:
1. Homogenisering: door de verwestering gaan culturen op elkaar lijken. Lingua franca = de taal
die wordt gesproken wanneer 2 mensen niet de zelfde moedertaal spreken, bijvoorbeeld
Engels.
2. Heterogenisering: door de wereldwijde migratie ontstaat vooral in grote steden als Londen,
Parijs maar ook Amsterdam een mix van westerse en niet-westerse cultuurelementen. Er
ontstaat een meg cultuur die je transnationaal kunt noemen.
1.5 Sociale globalisering: migratie
Arbeidsmigratie = het verhuizen naar een ander gebied om daar te gaan werken vooral van zuid
noord. Je hebt dan push en pull factoren. Push = gebrek aan werk. Pull = kans op beter werk.
Vanaf 1990 neemt het aantal internationale migranten. Er zijn 4 manieren waardoor deze toename
stijgt door globalisering:
De welvaartisverschillen zijn toegenomen doorglobalisering. Belangrijkste drijfveer migratie:
zoektocht naar beter bestaan.
Het demografische verschil tussen arme en rijke landen verhoogt de migratiedruk. De
westerse landen vergrijzen.
Door verbetering van transport- en communicatietechnologie zijn gebieden die vroeger
gescheiden waren tegenwoordig verbonden.
Door de deregulering vindt er een soort ontschotting plaats tussen 2 landen. Blz 21
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur annevgils. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.