Samenvatting Voeding en Diëtetiek: Samenwerkend Leren Jaar 2, Semester 4 (week 33-40)
53 vues 5 fois vendu
Cours
Microbiologie En Voedselveiligheid
Établissement
Haagse Hogeschool (HHS)
Book
Veilig voedsel
In deze samenvatting komt Samenwerkend Leren aan bod van semester 4 week 33-40 (jaar 2) van Voeding en Diëtetiek aan de Haagse Hogeschool. Besproken onderwerpen:
- Complete samenvatting boek Veilig Voedsel voor het blok thema microbiologie.
- Verschillende voedingsbodems
- Berekenen van het ki...
Leerdoelen De Mens jaar 3, periode 2 uitgewerkt
Samenvatting Food Science 2.1 - Microbiologie (stof uit het boek)
Samenvatting veilig voedsel R. Dijk en colleges microbiologie, toxicologie en voedselveiligheid
Tout pour ce livre (24)
École, étude et sujet
Haagse Hogeschool (HHS)
Voeding En Diëtetiek
Microbiologie En Voedselveiligheid
Tous les documents sur ce sujet (1)
Vendeur
S'abonner
jennifer-dejong
Avis reçus
Aperçu du contenu
TBL Week 33-40
Voedselkwaliteit- en veiligheid
Wat staat er in deze samenvatting?
Deze samenvatting dateert uit 2020 en is geüpdatet met de actuele lesstof in juni 2022.
In deze samenvatting is de literatuur en lesstof verwerkt uit het boek Veilig Voedsel (2e druk)
voor de lessen van Voeding en Diëtetiek jaar 2, semester 4. De hoofdstukken 4 t/m 8 komen
aan bod. Onderaan het bestand vind je een overzicht met de 10 belangrijkste pathogenen in
een tabel. Daarnaast wordt een deel van het boekje practicum technieken besproken, omdat
je dit ook moet kennen/kunnen voor de toets. Het gaat hierbij om:
● Verschillende voedingsbodems.
● Het bepalen van het kiemgetal.
,Voedselveiligheid en micro-organismen, H4
Met het oog op voedselveiligheid zijn er 3 groepen te onderscheiden:
- fysische gevaren = stukjes metaal, glas, plastic waarbij besmetting plaatsvindt tijdens
de oogst of verder in het productieproces
- chemische gevaren = alle chemische stoffen die in voedsel kunnen zitten (van nature
of buitenaf)
- microbiologische gevaren = bacteriën, virussen en parasieten
Soorten micro-organismen
Micro-organismen zijn zo klein dat ze met het blote oog onzichtbaar zijn. Virussen, protozoa
en wormen behoren eigenlijk niet tot micro-organismen en zijn soms wel zichtbaar.
- Bacteriën: bestaande uit schadelijke en niet schadelijke bacteriën > E. coli,
salmonella, melkzuurbacteriën
- Fungi > gisten en schimmels (broodschimmels, paddestoelen)
- Protozoa > toxoplasma
- Virussen (niet tot leven gerekend) > norovirus
- Prionen (niet tot leven gerekend) > creutzfeldt jacobs
Indeling en naamgeving
Alle levende organismen bestaan uit cellen: prokaryotisch of eukaryotisch. Alle cellen zijn
omgeven door een celmembraan, bevatten DNA en ribosomen. Het verschil is dat een
prokaryote cel geen celkern en geen organellen bevat, maar wel een celwand hebben. Van
alle levende cellen zijn alleen bacteriën prokaryoot. Protozoa, schimmels en gisten zijn
eukaryoot. Virussen vallen hier buiten, omdat zij zich niet zelfstandig kunnen voortplanten.
Micro-organismen zijn verdeeld in klassen, families, geslachten en soorten waarvoor de
binominale nomenclatuur geldt (geslachts- + soortnaam). De geslachtsnaam is met
hoofdletter en de soortnaam met een kleine letter. Alle namen worden cursief weergeven.
Voorbeeld: Bacillus cereus, onderdeel van de Bacillaceae.
Bacteriën
Bacteriën (prokaryoot, eencellig) planten zich binair
voort (ongeslachtelijk). De delingstijd is vaak 20
minuten. Er bestaan bolvormige (coc), staafvormige
en spiraalvormige bacteriën. Sommige soorten
kunnen zich voortbewegen door zweepdraden
(flagellen). Coccen leven in verschillende vormen,
die ontstaan door onvolledige deling. Staafjes
komen alleen of in ketens voor. Spiraalvormige
bacteriën (vibrio’s en spirillen) leven voornamelijk
individueel.
Je kunt ze alleen waarnemen onder een microscoop
(100x). Op grond van uiterlijke kenmerken en de
samenstelling van de celwand, worden ze ingedeeld
in twee groepen: de gramnegatieven en
, grampositieven. De gramnegatieve (roze gekleurd) hebben een dunnere celwand dan de
positieve (paars gekleurd). Enterobacteriaceae zijn allemaal staafvormig. Bacillaceae zijn
altijd grampositief (en staafvormig). Verdere indeling is op basis van biochemische
kenmerken (enzymen en zuurstofbehoefte).
Sporenvorming
Alleen Bacillaceae kunnen sporen vormen. De geslachten Bacillus en Clostridium zijn hierbij
het belangrijkst. De spore wordt gevormd in de cel (endospore) en heeft als voornaamste
doel overleven in ongunstige omstandigheden. Hierbij verandert de bacteriecel en blijft de
spore in slaapstand over, totdat de omstandigheden gunstig genoeg zijn om te ontkiemen en
uitgroeien tot een vegetatieve cel, waarna verdere groei mogelijk is.
Zuurstofbehoefte
Voor sommige celprocessen is zuurstof essentieel (21%) schimmels, vele Bacillus,
Pseudomonas en azijnzuurbacteriën. Groei stopt bij aerobe cellen zodra zuurstof afwezig is.
Voor anaerobe bacteriën is zuurstof juist giftig, Clostridia. Bij facultatief anaeroben vindt
groei plaats in beide omstandigheden (entero’s, Listeria en Staphylococcus) en je hebt
cellen die het gemakkelijkst groeien bij een verlaagde zuurstofspanning, zo’n 2-6%
(=micro-aerofiel), Campylobacter.
Pathogeniteit
Bacteriën die ziekte veroorzaken heten pathogenen. De meeste pathogenen leiden tot ziekte
als gevolg van de vorming/aanwezigheid van gifstoffen (toxinen). Er zijn twee soorten:
1. Exotoxinen = kleine eiwitten die tijdens de stofwisseling van de cel worden gevormd
en uitgescheiden in de omgeving. De inname van exotoxine kan leiden tot ziekte.
Bacteriële exotoxinen worden alleen gevormd door grampositieven.
2. Endotoxinen = maken onderdeel uit van de celwand van een bacterie en worden niet
uitgescheiden. Ziekte treedt alleen op na inname van een grote hoeveelheid levende
bacteriën. Na hechting en uitgroei reageert het lichaam op de endotoxinen in de
celwand van de bacterie.
De werking van bacteriën kan van binnen af (intrinsiek, producteigenschappen), buitenaf
(extrinsiek, zoals luchtvochtigheid of temperatuur) of impliciet (door andere
micro-organismen) zijn.
Schimmels en gisten
Het rijk der fungi omvat zes categorieën, waarvan de belangrijkste vier:
- Basidiomyceten (alle paddestoelen)
- Zygomyceten (alleen schimmels)
- Ascomyceten (de grootste klasse, schimmels en gisten)
- Deuteromyceten (gisten en schimmels)
De voortplanting vindt zowel vegetatief (ongeslachtelijk) als geslachtelijk plaats, behalve bij
Deuteromyceten, waar geen geslachtelijke voortplanting is waargenomen.
Schimmels
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jennifer-dejong. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.