- Object van de sociologie = het sociaal handelen
o Elk handelen dat gericht is op of beïnvloedt wordt door anderen
o Mensen kunnen ook wanneer ze alleen zijn sociaal handelen
§ Vb. anticiperen op het te verwachten gedrag van anderen à heeft invloed op
bepaalde dingen
- De sociologie zoekt naar vaste patronen in het sociale handelen van mensen en naar de oorzaken van
die regelmatigheden
o Door te handelen en met elkaar in interactie te gaan, hebben we bepaalde patronen in de
samenleving doen ontstaan
§ Vb. we gaan met zijn allen naar school van tweeëneenhalf jaar oud tot minstens
achttien jaar
o Al deze min of meer vaste patronen ontstaan door individuele handelingen
o De patronen in onderwijs, gezin en arbeidsmarkt noemen we instituties (zie verder)
o Waarom handelen we dan allemaal op dezelfde manier?
1.2 Socialisatie
- Nature vs. nurture; aangeboren vs. Aangeleerd
- Socialisatie
o Het proces waarin mensen leren zich sociaal te gedragen in de voor hen relevante groepen
o Start bij de geboorte
o Socialisators
§ Primaire socialisatie: aanvankelijk primaire omgeving: ouders, opvoeders,…
§ Secundaire socialisatie: later meer diverse socialiserende instanties à onderwijs,
verenigingen, …
§ Tertiaire socialisatie: massamedia
- Wat leren we?
o Kennis: feitelijke gegevens
o Maar ook opvattingen over hoe iets hoort (zie 1.3 en verder)
1.3 Waarden
- Waarden
o = Algemene, abstracte opvattingen of richtlijnen over wat goed, juist en daarom
nastrevenswaardig is. Ze drukken uit wat in een bepaalde samenleving (of groep) als
belangrijk wordt geacht.
§ Collectieve voorstellingen
§ Scheppen samenhang
§ Verschillen tussen groeperingen en samenlevingen
- Waarden zijn:
o Tijdsgebonden (veranderen doorheen de tijd)
o Plaatsgebonden (Vlaanderen vs bv China)
o Hiërarchisch (bepaalde waarden zijn belangrijker dan andere)
1
,1.4 Normen
- Normen
o = Concrete gedragsregels die aangeven hoe we ons in een bepaalde situatie moeten of niet
mogen gedragen (gedragsregels).
§ Normen zijn concreter en specifieker dan waarden
§ 1 waarde, meerdere normen
§ Maken het gedrag voorspelbaar à orde en functionele maatschappij
- Vormelijk onderscheid normen:
o Formele normen
§ Geschreven
§ Wetten
§ Inherente sancties (sancties die in de rechtsregels vervat zitten)
o Informele normen
§ Ongeschreven
§ Gewoonten, gebruiken en conventies
§ Ad hoc sancties (zijn niet op voorhand geschreven)
- Inhoudelijk onderscheid normen:
o Morele normen (goed en kwaad)
o Juridische normen (legaal en illegaal)
o Sociale normen (gepast of ongepast gedrag)
- Net als waarden zijn normen tijdsgebonden, plaatsgebonden en hiërarchisch
1.5 Internalisering
- Onze waarden en normen zijn als vanzelfsprekend
- Pas bij sociale veranderingen of botsingen tussen culturen worden we er ons van bewust
- Internalisering
o Het proces waarin je je verwacht gedrag ‘eigen maakt’ en denkt dat het uit jezelf komt zodat
je het zonder nadenken en automatisch doet
- Leven zonder geïnternaliseerd gedrag is lastig
o Hoe was het ook weer? Hoe hoort het hier eigenlijk?
- Hospitalisering
o Bijzondere vorm van socialisering
o Gedrag wordt zo erg door anderen bepaald dat ze nauwelijks nog eigen initiatief kunnen
nemen. Ze laten zich leiden.
o Bv. Gevangenis, kloosters, bejaardentehuizen, …
1.6 Rollen en rollenconflicten
- Afhankelijk van een sociale positie, zullen mensen een bepaald gedrag, bepaalde waarden en normen
verwachten.
- Sociale rol
o = Gedragingen die verwacht en uitgesloten worden op basis van de sociale positie die wij
bekleden.
2
,- Kenmerken sociale rol
o Sociale rol is verbonden aan positie en niet aan persoon
o Specifieke rolverwachtingen die aan een positie ‘vasthangen’
o Rechten en verplichtingen à voorspelbaar en
orde
o Sociale controle zorgt ervoor dat men niet ‘uit zijn rol valt’
o Bij elke positie horen uiteenlopende rollen en verwachtingen.
o Dit kan leiden tot tegenstrijdige verwachtingen of rolconflicten
- Rolconflicten
o Interne rolconflicten
§ Een conflict tussen rolverwachtingen die bij eenzelfde positie horen.
§ Voorbeeld: Iemand met een 'groen hart' is baas van een zwaar vervuilend bedrijf.
De persoon zal in dit geval een gewetensconflict hebben tussen zijn groene
gedachten en het bedrijfsbelang.
o Externe rolconflicten
§ Een conflict tussen rolverwachtingen die bij verschillende posities horen.
o Voorbeeld: morgenavond is er oudercontact terwijl er een belangrijke meeting gepland
staat. Je baas verwacht van je dat je aanwezig bent, maar de school daarentegen verwacht
dat je dit juist niet doet en op school verschijnt.
- Uitkomst rolconflict afhankelijk van
o Druk van anderen
§ Rolverwachtingen van anderen die in verschillende richtingen drukken
o Kracht van eigen verwachtingen
1.7 Kritiek op het rolbegrip
- Spelen mensen dan enkel een rol zonder eigen inbreng?
- Sociale rol ≠ toneelrol (met script en scenario)
- Uit de vele rolverwachtingen en rolconflicten kies je elke dag de ‘juiste’ rol
1.8 Institutionalisering
- Het sociaal handelen wordt ‘gestuurd’ of ‘gestructureerd’
o Het individueel handelen wordt van buitenaf vormgegeven
o Patronen die het sociaal handelen reguleren
o Institutie = een gestandaardiseerd patroon van denken en handelen in bepaalde situaties
§ Bv. Onderwijs, ouderschap, godsdienst
- Institutionalisering:
o Het proces waarmee nieuwe gedragsvormen tot instituties worden
o Het proces waarin individuele handelingen worden geobjectiveerd tot vaste min of meer
dwingende handelingspatronen.
§ De patronen lijken los van de mensen te bestaan ook al hebben de mensen ze in het
leven geroepen
§ Reïficatie
• Het verschijnsel dat sociologische begrippen worden gezien als iets wat op
zichzelf en los van mensen staat
• Mens is in staat een gecompliceerde wereld te creëren maar ziet het
resultaat van zijn werk als iets onpersoonlijks wat hem beheerst (paradox)
3
, 1.9 Sociale controle
- Op sociale acties (handelen, gedrag) komen reacties
o Goedkeurend of afkeurend
o Afhankelijk van de mate waarin we ons aan de normen houden
- Sociale controle
o Het geheel van reacties om waarden en normen te handhaven
- Positieve en negatieve sancties
o Niet enkel belonen en straffen
o Ook preken en verleiden (nudging)
- Instituties als sociale controle
- Instituties als gestolde verwachtingen over hoe het ‘vanzelfsprekend’ moet
o Als je het anders wil, is dat lastig (vb. Uber vs. taxi’s)
o Opboksen tegen de macht van de vanzelfsprekendheid
1.10 Normen handhaven en overschrijden
- Door internalisering, formele en informele controle worden normen gehandhaafd
o Als dat niet (goed) gebeurt, zullen normen afkalven en zelfs verdwijnen
- Waarom houden mensen zich aan de normen?
o Rationele-keuzetheorie
§ Mensen wegen kosten en baten af
§ Sneeuwbaleffect van ongehoorzaamheid à als een bepaald gedrag ongestraft blijft,
zullen meer en meer mensen het doen
HC2: Sociale Ongelijkheid
2.1 Inleiding
- Sociale stratificatie
o Ongelijke verdeling van hooggewaardeerde middelen, diensten en posities
o Ongelijke behandeling en waardering van personen en groepen op grond van
maatschappelijke positie en levensstijl
o Ontstaan (Blumberg)
§ Door overvloed
• Sedentaire leefwijze, niet langer delen maar per familie
§ Door schaarste
• Ongelijke toegang tot productiemiddelen
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Arthur01. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.