SAMENVATTING JUVENILE JUSTICE
AND YOUTH CRIMINOLOGY
1. Introducing the course ~ Youth, Crime and Community Reactions
1.1.Historisch perspectief
Chronocentrisme is dat men denkt voor de eerste keer met een fenomeen geconfronteerd te
worden of het voor de eerste keer te bestuderen. Maar als je kijkt naar historisch onderzoek zie
je vaak dat het bijlange niet zo is en dat het in het verleden ook al voorkwam of bestudeerd
werd.
Het concept jongeren en kindertijd is iets dat pas in de 19de eeuw naar voren kwam als een
aparte categorie. Maar het werd aan het einde van de 19de eeuw, begin 20ste eeuw, meer een
wetenschappelijke discipline. De effectieve studie van de jeugd en kindertijd als subcultuur
kwam pas in het midden van de 20ste eeuw. De studie van Stan Cohen richt zich vooral op twee
subculturen, de Mods en de Rockers. Maar er zijn veel meer subculturen, zoals punkheads,
hippies, etc.
De maatschappij kijkt op een dubbele manier naar jongeren. Aan de ene kant van de dualiteit
worden ze op een duistere manier bekeken (als onze angst). Aan de andere kant op een veel
positievere manier (als onze hoop en toekomst). We zouden het kunnen vergelijken met: Youth
at risk VS Youth as risk ( = traditioneel onderscheid). Youth at risk verwijst naar het idee dat
wanneer jongeren in aanraking komen met de wet, we hen op een meer welzijnsgerichte manier
zouden benaderen. Youth as risk daarentegen verwijst naar het feit dat we hen op een
bestraffende manier zouden benaderen. We zouden deze traditionele dualiteit ook kunnen
beschrijven als ‘welzijn en protectionisme’ VS ‘bestraffende en controlerende aanpak’. Youth
at / as risk draagt dezelfde dualiteit in zich als hoop en toekomst VS onze angst.
Links zie je een januskop. Het is een Griekse God
met twee gezichten en verwijst naar de
tentoonstelling (rechts) ‘kind in gevaar VS kind
als gevaar’. Het draagt dezelfde dualiteit in zich.
Deze tentoonstelling toont een jong kind als
onschuldig, maar met rode hoorns.
1
,We zouden eigenlijk kunnen stellen dat kinderen / adolescenten worden gezien as een oude,
‘nieuwe malaise’. Want de dualiteit is er altijd al geweest. Er is tevens een bedreiging van de
sociale / morele orde en nostalgie in de publieke veroordeling van het gedrag van jongeren.
Kunnen we de 21ste eeuw dan zien als de ‘eeuw van het kind als risico’?
1.2. Cohen’s Mods & Rockers (samenvatting tekst)
Inleiding
Het voornaamste doel van het onderzoeksproject van Stanley Cohen is de sociale reactie op
afwijkend gedrag te onderzoeken. Hierbij wordt deviantie beschouwd als een transactieproces,
het resultaat van interactie tussen de persoon die een handeling pleegt en diegenen die daarop
reageren. Het grootste deel van het onderzoek naar delinquentie heeft betrekking op de
‘delinquente trekken’. Hierbij wordt de sociale reactie op deviantie (de cruciale variabele in
deze benadering) grotendeels genegeerd in conventioneel onderzoek. Het is namelijk zo dat de
afwijkende handeling niet alleen afwijkend is op zichzelf, zij moet ook door de gemeenschap
worden gedefinieerd en behandeld.
Bijvoorbeeld, de schade aan kunstschatten door een overstroming is een probleem voor diegene
die verbonden zijn aan het behoud van deze kunstschatten. Als deze groepen niet zouden
bestaan, zou er geen probleem zijn. Op dezelfde manier is de delinquent een probleem, maar
een probleem voor iemand. Dus wanneer men stelt dat de maatschappij deviantie creëert, wordt
niet bedoeld dat er sociale factoren zijn die een individu aanzetten tot actie. Wel wordt bedoeld
dat sociale groepen deviantie creëren door regels te maken waarvan overtredingen deviantie
vormen en door deze regels dan toe te passen op bepaalde personen en hen als buitenstanders
te bestempelen. Vanuit dit perspectief is deviantie geen eigenschap van de handeling die de
persoon begaat, maar eerder een gevolg van de toepassing door anderen van regels en sancties
op een ‘overtreder’. Het is dan het publiek, niet de actor, die de cruciale variabele is.
Een effect van de reactie van de gemeenschap is dat de afwijkende persoon in zijn zelfidentiteit
wordt bevestigd. Wanneer de gemeenschap negatief reageert op iemands afwijking, heeft men
de neiging zijn situatie grotendeels in termen van die reactie te definiëren. Deze
reactiesenquentie creëert een deviantieversterkend systeem (Wilkens). De opeenvolging van
zulk systeem loopt als volgt:
2
, 1. Aanvankelijke afwijking van gewaardeerde normen, leidend tot…
2. … strafreactie van de gemeenschap. Die kan leiden tot de segregatie van groepen en
hen als afwijkend kan bestempelen.
3. Ontwikkeling van een afwijkende zelfidentiteit en bij die identiteit passend gedrag.
4. Verdere strafreactie, etc.
Studie van Cohen
Afwijkend gedrag is een brede categorie die uiteenvalt in verscheidene typen.
Jeugddelinquentie is daar één van. Maar jeugddelinquentie is eigenlijk slechts een juridische
definitie en geen gedragssyndroom. Daarom wordt in het onderzoek van Stanley Cohen
gefocust op slechts een onderdeel, namelijk ‘hooliganisme’. Het Mods en Rockers fenomeen,
in de vorm van ongeregeldheden en zogenaamde rellen in Engelse badplaatsen (zoals Clacton-
on-Sea, 1963), is een voorbeeld van dit gedrag.
In dit onderzoek werden verschillende methoden gehanteerd. Zo werd een inhoudsanalyse van
verschillende krantenknipsels uitgevoerd en vele interviews, zowel met burgers als met
belangrijke figuren zoals redacties, overheidsambtenaren, etc. Tevens werd een persoonlijke
observatie uitgevoerd van mensenmassa’s, politieoptredens en rechtszaken.
De aanvankelijke afwijking
Op Pasen 1963 gingen enkele groepen tekeer aan de badplaats Clacton-on-Sea. Een splitsing
tussen de Mods en de Rockers hing in de lucht. Het grote aantal jongeren dat zich in de straten
verdrong, het lawaai, de algemene irritatie van iedereen en het vaak paniekerige optreden van
een onvoorbereide en onderbemande politie, maakten de twee dagen rellen beangstigend. 24
jongens werden opgepakt en voor de rechtbank aangeklaagd. Allen beweerden ze dat zij
pechvogels waren en willekeurig waren uitgekozen. Maar 23 van de 24 hadden al eerdere
veroordelingen opgelopen.
Zoals wordt aangetoond in dit artikel vertonen vele aspecten van de Mods en de Rockers
parallellen met de klasse van verschijnselen die bekend staan als massawaan. Uit deze studie
blijkt dat de eerste fase een echte gebeurtenis is. De waan of hysterie ontstaat doordat de eerste
gebeurtenis zodanig wordt gerapporteerd dat een cumulatieve reeks in gang wordt gezet die
dient om de verwachtingen in te lossen die door de eerste gebeurtenissen zijn gewekt. In termen
van ons model is dit een versterkend proces.
3
,Het proces van versterking / proces van amplificatie
Een van de belangrijkste elementen in de reactie op afwijkend gedrag is de groei van een
veralgemeend geheel van overtuigingen om het gedrag te verklaren. Zodra de eerste fase van
de verslaggeving voorbij is voelt de gemeenschap de behoefte om de gebeurtenissen te
begrijpen. Dit is vooral het geval wanneer de gebeurtenis wordt gezien als een verstoring van
de goede gang van zaken. In het geval van afwijkend gedrag gaan deze veralgemeende
overtuigingen steevast gepaard met valse attributies. Allerlei eigenschappen worden aan de
afwijkende toegeschreven en, op basis van weinig of geen bewijs, ontstaat een hele reeks
misvattingen. We hebben met andere woorden de neiging om de werkelijkheid te versterken.
Een voorbeeld hiervan:
Geweld en schade – Algemeen werd aangenomen dat de Mods en de Rockers op grote schaal
schade aanrichtten en betrokken waren bij gewelddadige aanvallen op elkaar of op ‘onschuldige
vakantiegangers’. In feite was de aangerichte schade niet buitensporig. In de periode van drie
jaar waren er minder dan tien gevallen van kwaadwillige beschadiging. Bijvoorbeeld in Hastings
in augustus 1964, een van de grote evenementen, waar slechts vier aanklachten wegens
kwaadwillige beschadiging werden ingediend op een totaal van 64 arrestaties. De typische
overtreding die plaatsvond was het gebruik van bedreigend gedrag of het hinderen van de politie.
Afgezien van de overduidelijke overlast die volwassenen ondervonden van massa’s jongeren
die op de stoepen en het strand rondzwierven, werden maar weinig onschuldige vakantiegangers
het slachtoffer van geweld; het doelwit waren leden van rivaliserende groepen, of vaker nog, de
politie.
Attitudes en meningen worden vaak gevormd en versterkt door legenden en mythen. Een van
de meest voorkomende mythes over de Mods en de Rockers was die over de jongen die vertelde
dat hij zijn boete van 75 pond met een cheque zou betalen. Deze mythe werd vaak gebruikt om
het beeld te rechtvaardigen van de Mods en de Rockers als klassenloos, welgesteld en bezitters
van een scooter of motorfiets. Dit beeld van rijkdom heeft weinig feitelijke basis. De overtreders
in Clacton hadden gemiddeld 15 pond bij zich. Het klassenloze beeld is ook niet al te accuraat.
De typische Rocker was een ongeschoolde handarbeider, de typische Mod een halfgeschoolde
handarbeider.
Een gedetailleerde analyse toont aan dat een groot component van de vermeende afwijking
(Lemert) putatief is. Lemert spreekt over primaire en secundaire deviantie. Primaire deviantie
houdt in afwijkend gedrag dat als marginaal wordt beschouwd voor de identiteit van het
individu. Secundaire deviantie daarentegen is afwijkend gedrag dat wordt opgewekt door
reacties. Waarom is dergelijk geloofssysteem belangrijk? Een dubbelzinnige situatie die
voorheen werd afgedaan als een vechtpartij, wordt nu geherinterpreteerd als een botsing tussen
de Mods en de Rockers. Kleine schermutselingen en verhoogde waakzaamheid van de politie
4
,werden door de pers gemeld onder kopjes als ‘Mods and Rockers strike again’. Tevens waren
er talloze valse alarmen. Dit soort sensibilisering, waardoor niet-gebeurtenissen, gebeurtenissen
worden, is precies hetzelfde proces dat door studenten van de massawaan worden opgemerkt.
Dubbelzinnige gebeurtenissen worden geherinterpreteerd om in het geloof te passen. Dit proces
wordt alleen maar vergemakkelijkt wanneer er een samengesteld stereotype voorhanden is met
gemakkelijk herkenbare symbolen zoals kleding.
Een andere manier waarop overtuigingen een belangrijke rol spelen bij het versterken van
afwijkend gedrag is dat zij dienen om het optreden van de controleurs van de samenleving te
legitimeren. Als je te maken hebt met een groep die wreed en destructief is, dan is het
gerechtvaardigd om bestraffend op te treden. Als het bovendien gaat om een horde
scooterrijders, dan raken boetes niets aan en moet je voorstellen harder op te treden (zoals
scooters in beslag nemen, dwangarbeidskampen op te richten, etc.). Volgens de logica van hun
eigen definities moeten de controleurs de maatregelen die zij nemen en voorstellen om het
probleem aan te pakken, laten escaleren. Zo pasten de magistraten van Brighton de uiterst
dubieze praktijken toe van het in voorlopige hechtenis nemen van jongeren, waarbij borgtocht
werd geweigerd om principiële redenen. Men stelde dat indien de jongeren werden vrijgelaten
er geen recht zou worden gedaan en dat het publiek niet zou worden beschermd. Op grond van
het geringste bewijsmateriaal werd een jongen die ‘niet wilde opschuiven’ als weerspanning
aangemerkt en in voorlopige hechtenis genomen in een gevangenis voor volwassenen. Er is
geen twijfel dat arrestaties soms willekeurig en met onnodig geweld zijn verricht.
Er zijn drie soorten processen die in de reactie kunnen worden onderkend: De groei van
veralgemeende overtuigingen die een vermeend element bevatten ; De sensibilisering voor
afwijkend gedrag ; De escalatie van methoden van sociale controle. Om de effecten van de
reactie op het zelfbeeld te evalueren zouden we een longitudinaal onderzoek naar de invloed
van de reactie van de gemeenschap op het zelfbeeld van de jongeren moeten uitvoeren.
Momenteel kunnen we enkel het openlijke gedrag als afhankelijke variabele gebruiken en ervan
uitgaan dat dit gedrag strookt met het zelfbeeld van de actoren.
Het gedrag van de jongeren werd vaak gecreëerd als gevolg van de bewustmaking van de
gemeenschap. De sfeer van verwachtingen die in de badplaatsen heerste, leidde ertoe dat
incidenten uit het niets werden gecreëerd.
5
, Twee jongens stopten om te kijken naar een dronken oude zwerver die op het strand danste. Ze
begonnen centen aan zijn voeten te gooien. Binnen de 45 seconden stonden er minstens 100
mensen omheen en binnen 60 seconden was de politie er. Ik keerde de menigte de rug toe om
naar de toeschouwers op de promenade te kijken. Tegen de tijd dat ik me omdraaide leidden
twee agenten een jongen weg uit de menigte.
Dergelijke incidenten werden gecreëerd door de gevoeligheid van zowel publiek als acteurs.
De jongeren hadden het gevoel dat zij voor de tribune moesten spelen. De controleurs (politie)
creëerden deviantie, niet alleen in de zin van het provoceren van de meer labiele leden van de
menigte om hun humeur te verliezen, maar ook in de zin van Becker die de regels opstelde
waarvan de overtreding deviantie vormde. Zo werden bepaalde gebieden aangewezen als
probleemgebieden. Indien een aantal jongeren op deze plekken samenkwamen, ook als het om
legitieme redenen ging, konden ze worden verplaatst omdat het beleid dit toeliet. Als iemand
weigerde mee te gaan, kon hij worden gearresteerd.
Een ander effect van de reactie was de dramatisering van het kwaad (Tannenbaum: “The person
becomes the thing he is described as being”). Deviantie wordt met andere woorden gezien als
een product van het etiketteringsproces, criminaliteit is dan een leerproces. De reactie van de
volwassenen was namelijk niet alleen negatief, maar ook vijandig. Als je iemand op een visuele
manier kunt identificeren, is dat een element dat de dramatisering van het kwaad helpt. Je ziet
bijgevolg dat er een groeiende mythe / morele paniek is die leidt tot het proces van amplificatie.
Een andere manier waarop het conflict verhardde was tussen de twee groepen onderling.
Hoewel de Mods en de Rockers twee zeer verschillende consumptiestijlen vertegenwoordigen,
hebben zij veel gemeen. Met name hun lidmaatschap van de arbeidersklasse. De groepen waren
slechts collectiviteiten of menigtes waarbinnen af en toe wat meer gestructureerde groeperingen
bestonden op basis van territoriale loyaliteit. De voortdurende herhaling van het bendebeeld
zorgde ervoor dat deze collectiviteiten zichzelf als bendes gingen zien en zich ook zo gingen
gedragen.
De rol van de massamedia
Het beeld dat men van deviantie heeft in de massamatschappij komen meestal uit de tweede
hand. In de massamaatschappij komen beelden namelijk al verwerkt binnen. De beleidsmakers
kunnen besluiten nemen op basis van de meest grove en misleidende beelden. In het geval van
de Mods en de Rockers waren de media in hoge mate verantwoordelijk voor de vermeende
afwijking. Zo presenteert de media bijvoorbeeld de sensationele koppen, de interviews met
dramatische personages, het tweemaal melden van hetzelfde incident, etc. Een andere
6
,doeltreffende techniek van de massamedia was de misleidende nevenschikking van
krantenkoppen waarbij koppen als ‘Jongen valt dood in klif’of ‘Mod gevonden in zee’ gebruikt
werden als onderkop zonder dat het verbonden was aan de Mods en / of de Rockers. De media
lijken vooral een rol te hebben gespeeld bij het overbrengen van de stereotype en het scheppen
van de verwachting voor elke gebeurtenis dat er iets zou gaan gebeuren.
Differentiële reactie
Het is een misvatting te denken dat de massamedia een zuiver passief publiek beïnvloeden. Uit
een voorlopige analyse uit de gegevens van de steekproef uit Brighton blijken volgende
generalisaties:
1. De reactie van het grote publiek is minder intens en minder stereotiep dan de reactie die
in de massamedia wordt weergegeven.
2. De plaatselijke bewoners van de getroffen gebieden zijn strafbaarder dan bezoekers van
buiten de stad en het publiek in het algemeen.
3. Behalve in het uiterste geval van autoritarisme hangt politieke voorkeur niet samen met
attitudes ten aanzien van delinquentie.
4. De twee vaakst genoemde oorzaken van de Mods en de Rockers evenementen zijn
verveling en te veel geld.
5. Een dimensie als punitiviteit is te grof om attitudes ten aanzien van afwijkend gedrag te
meten. Bepaalde groepen, met name uit de arbeidersklasse en de hogere klasse, kan
tegelijkertijd tolerant zijn ten aanzien van het gedrag. De middenklasse maakt dit
onderscheid minder vaak.
7
, 2. Young minds, old legal problems ~ Criminal Responsibility of
Adolescents
2.1. Minimum age of criminal responsibility (MACR)
MACR, volgens de lekendefinitie, is de minimum leeftijd waarop
een kind verantwoordelijk kan worden gehouden voor een
strafbaar feit. Deze minimum leeftijd verschilt sterk per land.
Vroeger was de laagste MACR in Europa 8 jaar (Schotland),
maar dat is recent (2019) gewijzigd naar 12 jaar. Momenteel
hebben Engeland en Wales de laagste MACR met 10 jaar. De
hoogste MACR in Europa is 18 jaar. België wordt vaak
aangeduid als een land met de hoogste MACR. Noorwegen
hanteert een MACR van 15 jaar, Spanje van 16 jaar. Wanneer
gevraagd wordt wat nu echt een goede minimumleeftijd voor
strafrechtelijke verantwoordelijkheid is, is er vaak veel discussie. Men lijkt hier niet echt
eenduidigheid in te vinden.
Natuurlijk is de vraag of we algemene beginselen / internationale instrumenten hebben die
gelden / erkend worden in kader van de MACR. Wel, we hebben een brede consensus over een
MACR. Enerzijds in het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind, anderzijds in de Beijing
Rules inzake jeugdrecht. Hierin staat echter enkel dat er een MACR moet zijn, maar er is geen
consensus over welke leeftijd dat dan moet zijn (zie hieronder).
VN-Verdrag inzake de rechten van het kind – Artikel 40
1. De Staten die partij zijn erkennen het recht van ieder kind dat wordt verdacht van,
beschuldigd van of erkend als kind dat de strafwet heeft overtreden, om te worden behandeld
op een wijze die verenigbaar is met de bevordering van het gevoel van waardigheid en waarde
van het kind, die het kind meer respect bijbrengt voor de mensenrechten en de fundamentele
vrijheden van anderen en die rekening houdt met de leeftijd van het kind en de wenselijkheid
de reïntegratie van het kind te bevorderen en het kind een constructieve rol in de samenleving
te laten spelen.
2. Te dien einde, en met inachtneming van de desbetreffende bepalingen van internationale
instrumenten, zorgen de Staten die partij zijn er in het bijzonder voor dat:
a. De vaststelling van een minimumleeftijd waaronder kinderen worden geacht niet in
staat te zijn het strafrecht te overtreden.
Beijing Rules inzake jeugdrecht – Regel 4.1.
In de rechtsstelsels die het concept van de leeftijd van strafrechtelijke verantwoordelijkheid voor
minderjarigen erkennen, mag het begin van die leeftijd niet op een te laag leeftijdsniveau worden
vastgesteld, rekening houdend met de feiten van emotionele, mentale en intellectuele rijpheid.
8