Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting 4.3C Forensische Orthopedagogiek (FSWE-MO031) €5,39   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting 4.3C Forensische Orthopedagogiek (FSWE-MO031)

 24 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Samenvatting van de literatuur behorende bij het vak Forensische Orthopedagogiek. In deze samenvatting worden de boeken Handboek Forensische Orthopedagogiek en het boek Uithuisgeplaatste jeugdigen grotendeels samengevat. Ook een deel van het boek Gevoel is explosief materiaal komt terug.

Aperçu 4 sur 106  pages

  • 2 juin 2022
  • 106
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
Literatuur week 1
HANDBOEK FO H1 F ORENSISCHE ORTHOPEDAGOGIEK

Wat is forensische orthopedagogiek?
Forensische orthopedagogiek = bestuderen ontwikkeling en in stand blijven van complexe problematiek van
kinderen, jongeren en jongvolwassenen – waaronder delinquentie, ernstige internaliserende, externaliserende en
sociale problemen, naast trauma’s – en de daarmee samenhangende opvoedings- en gezinsproblemen, waaronder
kindermishandeling en -verwaarlozing.

- Problemen zodanig ernstig dat justitieel ingrijpen dreigt of reeds is ingezet
o Kan hier gaan over strafrechtelijk of civielrechtelijk ingrijpen
o Strafrechtelijk: jeugdige/jongvolwassene is in aanraking gekomen met politie vanwege een strafbaar
feit, binnen de jeugdstrafketen wordt bepaald welke strafrechtelijke interventie benodigd is om
herhaling van delinquent gedrag (recidive) te voorkomen
o Civielrechtelijk: sprake van zorgen over de ontwikkelingskansen of veiligheid van een jeugdige, gaat
om maatregelen en interventies ter bescherming van het kind of de adolescent
- Het is de specifieke civiel- of strafrechtelijke justitiële invalshoek die deze invulling van orthopedagogiek
‘forensisch’ maakt
- De forensische orthopedagogiek onderzoekt de effectiviteit van (justitiële) preventieve en curatieve
interventies onder praktijkrepresentatieve condities
- Forensische orthopedagogiek dus als interventiewetenschap met multidisciplinair karkater
- Opvoeding staat centraal
o In eerste opvoedingsmilieu: het gezin
o In tweede opvoedingsmilieu: de school
o In derde opvoedingsmilieu: het domein van leeftijdgenoten en vrije tijd
o (In vierde opvoedingsmilieu: residentiële zorg voor jeugdigen (bijv. kdv voor kinderen met vb))
- Theoretische onderbouwing vanuit bio-ecologisch ontwikkelingsmodel Bronfenbrenner (1979)
o Ontwikkeling van het kind als samenspel van aanleg (biologisch) en omgeving
o Ecologisch betekent dat meerdere (causale) invloeden worden bestudeerd
o Ontwikkeling betekent dat niet alleen het kind en zijn/haar gedrag, maar ook de sociale context en
het belang van risico- en beschermende factoren met het ouder worden veranderen
o Levensloop gaat over specifieke levensgebeurtenissen
- Focus op risico- en beschermende factoren
- Leidraad Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK), met vooral belang van vier artikelen:
o Art. 3: belangen van het kind vormen eerste overweging
o Art. 9: kind wordt niet gescheiden van ouders, tenzij bevoegde autoriteiten beslissen dat deze
scheiding noodzakelijk is in het belang van het kind
o Art. 12: kind dient gehoord te worden, wat consequenties heeft voor alle beslissingen die over het
kind genomen worden en de interventies waaraan het kind onderworpen wordt
o Art. 16: geen enkel kind mag worden onderworpen aan willekeurige of onrechtmatige inmenging in
zijn/haar privéleven, gezinsleven, woning of correspondentie
- Uitgangspunt dat het kind ‘zelf iemand wil zijn’
- Evidence-based forensische jeugdhulp en -zorg kernwaarde van forensische orthopedagogiek




1

,HANDBOEK FO H2 F ORENSISCHE ORTHOPEDAGOGIEK : EEN JURIDISCH KADER

Een juridisch kader
- Nederland heeft Europees Verdag van de Rechten van de Mens (EVRM) en Internationale Verdrag van de
Rechten van het Kind (IVRK) ondertekend en daardoor moet het de rechten van het kind waarborgen en
eerbiedigen
- Een van de belangrijkste rechten is het recht om je mening te geven bij ingrijpende beslissingen (IVRK, art.
12): participatie van kinderen in jeugdhulptraject essentieel, want dit heeft een positieve invloed op het
zelfvertrouwen (deze participatie moet wel worden vormgegeven volgens het IVRK)

Internationale visie op rechten van kinderen
- IVRK belangrijkste instrument voor bescherming kind
o Verdrag verplicht ouders te ondersteunen in de verzorging en opvoeding van hun kind
o Pas in extreme gevallen komt de mogelijkheid van een uithuisplaatsing in beeld
▪ Hier dient een strenge rechterlijke toets aan vooraf te gaan
▪ De vrijheid van kinderen mag alleen worden ontnomen, als de plaatsing in een residentiële
instelling noodzakelijk is met het doel toe te zien op hun opvoeding als uiterste maatregel en
voor de kortst mogelijke passende duur
- Ultimum remedium: wanneer ouders en kind niet instemmen met een opname in een residentiële instelling
kunnen bevoegde autoriteiten beslissen dat dit toch noodzakelijk is in het belang van de jeugdige
o Maar: eerst kijken of jongere terechtkan bij familie/vervangend gezin

Jeugdwet
- Vanaf 1 jan. 2015 geïntroduceerd in NL als vervanging voor Wet op de jeugdzorg
- Ook jeugdbescherming en jeugdreclassering als onderdeel van de Jeugdwet
- Belangrijkste verandering: jeugdzorg overgeheveld naar de gemeente, die het beleid moet voeren over het
versterken van het probleemoplossend vermogen van kinderen en hun netwerk
- De forensische zorg aan jeugdigen omvat de jeugdbescherming en -reclassering
- Gemeenten moeten ervoor zorgen dat in hun regio een toereikend aanbod is van jeugdhulp en hebben een
adviserende rol t.a.v. vragen vanuit jeugdigen, hun netwerk of professionals
o Gemeenten bepalen ook welke hulp nodig is
- Gecertificeerde instellingen zijn verantwoordelijk voor het bieden van de jeugdbescherming en -reclassering
- Raad voor de Kinderbescherming ingeschakelen wanneer kinderbeschermingsmaatregel nodig is
- Gemeente is dus verantwoordelijk voor alle aangeboden jeugdhulp en de uitvoering van de
kinderbeschermingsmaatregelen

Jeugdrecht: civiel- en strafrecht
- In het civiele kader, geregeld in het Burgerlijk Wetboek (BW) en de Jeugdwet kan de jeugdige te maken
krijgen met een uithuisplaatsing (UHP) en ondertoezichtstelling (OTS)
o Deze kunnen steeds met een jaar worden verlengd
o Bij een OTS mag een gecertificeerde instelling toezicht houden op het gezin en komt er een
gezinsvoogd
o Als er sprake is van een OTS en er is sprake van ernstige belemmering in de opvoeding en
ontwikkeling, kan een UHP worden ingezet door de rechter (ook gesloten plaatsing mogelijk)
o Er moet verantwoorde hulp worden geboden, oftewel: hulp van goed niveau die veilig, doeltreffend,
doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige
of ouder
o VBM’s kunnen worden ingezet in een gesloten jeugdhulpinstelling, maar dit kan alleen wanneer ze in
het hulpverleningsplan zijn opgenomen
o Vanuit een gesloten plaatsing wordt gewerkt aan terugplaatsing naar huis of een meer open
instelling (gebeurt met opbouw van verloven)
- In het strafrechtelijke kader kan de minderjarige worden aangehouden op grond van een verdenking van
schuld aan een strafbaar feit
2

, o Kinderen jonger dan 12 jaar kunnen niet strafrechtelijk worden vervolgd
o Als de minderjarige is aangehouden, heeft hij/zij voorafgaand aan en tijdens het verhoor recht op
overleg met een advocaat
▪ Als het onderzoek na 6 uur nog niet is afgerond, kan de minderjarige voor de duur van drie
dagen (max. eenmaal verlengd met drie dagen) in verzekering worden gesteld
o Adolescentenstrafrecht: op 1 apr. 2015 in werking getreden, flexibele toepassing van jeugd- en
volwassenenstrafrecht rond de leeftijd van 18 jaar
▪ Speciale bejegening voor jongvolwassen daders van 18-23 jaar in het strafrecht
o Het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ): voert sinds 2015 landelijk het vertrouwenswerk in
de jeugdhulp uit als wettelijke taak, op basis van de Jeugdwet en Wet maatschappelijke
ondersteuning
▪ Jeugdwet: vertrouwenspersoon als (onafhankelijke) persoon die jeugdigen, ouders of
pleegouders op hun verzoek ondersteunt in aangelegenheden die samenhangen met de
wettelijke taken en verantwoordelijkheden van het college van b en w, de
jeugdhulpaanbieder, de GI en Veilig Thuis
▪ Vertrouwenswerk als onderdeel van de (rechts)positie van cliënten in de jeugdhulp en is
daarmee onderdeel van de legitimering van overheidsingrijpen in de persoonlijke
levenssfeer

HANDBOEK FO H3 (N EURO )BIOLOGISCHE FACTOREN , ANTISOCIAAL GEDRAG EN DELINQUENTIE

Biologische markers voor delinquentie en/of agressief gedrag
- Langere tijd op zoek naar biologische eigenschappen van delinquenten:
o 4de/5de eeuw v. Chr.: Hippocrates ziet ziekte als onjuiste menging van lichaamssappen
o 2de eeuw na Chr.: Galenus beschrijft cholerisch type mens, gal overheerst, opvliegendheid
kenmerkend
o 19de/20ste eeuw: wetenschappers koppelen agressie/delinquentie aan uiterlijke kenmerken
o Jaren ’60: extra Y-chromosoom veroorzaakt agressief gedrag bij mannen
- Tegenwoordig wordt onderzoek hiernaar als onethisch beschouwd en worden simpele relaties tussen
biologische kenmerken en delinquentie verworpen
o Debat blijft gevoelig

Empirisch onderzoek
- Onderzoek vanuit neurobiologie is de huidige stand van zaken wanneer het gaat om zoeken van relaties
tussen biologische kenmerken en delinquentie/agressie
- Neurobiologen hebben aandacht voor: de hersenen, neuropsychologie, neurotransmitters, psychofysiologie
en genetica

Hersenen en antisociaal gedrag
- Binnen het hersenonderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen functie en structuur
o Functie: datgene wat specifieke hersengebieden doen tijdens het uitvoeren van een bepaalde taak
o Structuur: vorm, grootte of bouw van hersengebieden
- Er blijkt een verband te bestaan tussen antisociaal gedrag en een kleiner volume van bepaalde gebieden
voorin de hersenen, die betrokken zijn bij cognitieve functies zoals impulsbeheersing en besluitvaardigheid
o Deze kleinere hersengebieden laten verminderde activiteit zien bij personen met antisociaal gedrag
vergeleken met controlegroepen
- Kwetsbaarheid van adolescenten lijkt voor een belangrijk deel te worden verklaard door veranderingen in
sociaal-affectieve processen
- Ook een verkleining of verminderde activiteit van de amygdala zou gerelateerd zijn aan antisociaal gedrag
o Zou samenhangen met verminderd empathisch vermogen, ongevoeligheid voor angstige
gezichtsuitdrukkingen en ongevoeligheid voor negatieve prikkels
- Hersenonderzoek met behulp van fMRI’s zijn nog niet voldoende betrouwbaar in het opsporen van bio-
markers voor agressie/delinquentie
3

, Neuropsychologie en antisociaal gedrag
- In de neuropsychologie wordt de relatie bestudeerd tussen de werking van de hersenen en cognitie, emotie,
waarneming en gedrag
o O.a. aandacht voor executieve functies
- Antisociaal gedrag van jongens en meisjes op verschillende leeftijden lijkt verband te houden met tekorten
in de EF
- Geen verband tussen psychopathische trekken en scores op veelgebruikte EF-tests
- Weinig consistent bewijs

Neurotransmitters en antisociaal gedrag
- Neurotransmitters = stoffen die boodschappen tussen hersencellen doorgeven
o Bijv. serotonine, dopamine, GABA en glutamaat
- Weinig grote studies naar samenhang neurotransmitters en antisociaal gedrag
- Grote inconsistentie

Hormonen en antisociaal gedrag
- Hormonen hebben een directe invloed op het functioneren van de hersenen en dus op het gedrag
- Met name onderzoek naar relatie tussen cortisol antisociaal gedrag en testosteron
o Geen eenduidige conclusies over deze relaties
- Combinatie van laag cortisolniveau en hoog testosteronniveau geassocieerd met verhoogd risico op
agressief/antisociaal gedrag
o Verhoogd testosteronniveau op zichzelf dus waarschijnlijk niet genoeg als risicofactor voor
gewelddadig gedrag

Psychofysiologie en antisociaal gedrag
- Onderzoek gericht op relatie tussen werking centrale en autonome zs en gedrag
- Low-arousal theorie: mensen met antisociaal gedrag worden over het algemeen gekenmerkt door
verminderde activiteit van het autonome zenuwstelsel
o Zichtbaar in bijv. verlaagde hartslag in rust of verlaagde concentratie stresshormoon cortisol
- Angstloosheidhypothese: mensen met verlaagde hartslag zijn minder gevoelig voor straf en hebben
daardoor een verhoogde kans om een delict te plegen
o Significante relatie tussen verlaagde hartslag en antisociaal gedrag
o Maar: onduidelijk welk mechanisme hieraan ten grondslag ligt
- Sensationseeking-hypothese: verlaagde toestand van het zs is geen plezierige toestand, het vertonen van
antisociaal/risicovol gedrag is een manier om uit deze toestand te komen

Genen en antisociaal gedrag
- Onderzoek d.m.v. tweeling- en adoptieonderzoek
o Genetische factoren beïnvloeden ongeveer 40-65% van antisociaal gedrag
o In de loop van iemands leven wordt de invloed van deze genetische factoren geringer, vanwege de
toenemende invloed van socialisatie en andere factoren
- Gen-omgevingsinteractie dus belangrijk
- Genetische factoren spelen een rol bij agressief gedrag
o MAOA-gen: dit gen codeert voor het gen monamine oxidase A, belangrijk om de hoeveelheid
dopamine en serotonine in de hersenen te controleren, wanneer weinig activiteit zichtbaar is in dit
gen is de kans op agressief gedrag groter
o Cadherin 13: dit gen wordt in verband gebracht met drugs- en alcoholmisbruik en ADHD
- Maar: zelfs bij een hoogrisico-combinatie van beide genen zal de meerderheid nooit een misdaad begaan




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur orthopedagogiekmasterstudent48. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79976 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,39  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter