Vakstudie techniek 3
(Extra doelen)
1
,DEEL 1: SYSTEEMDENKEN: DE WOONWIJK
1. HET TECHNISCH PROCES TOEPASSEN OP WONEN.
▪ Probleemstelling: Ik wil een dak boven mijn hoofd, het warm en droog
hebben.
▪ Ontwerpen: Je gaat naar de architect en laat het huis ontwerpen.
▪ Maken: Het bouwteam is het aanspreekpunt tijdens de werken. De aannemer
bouwt uw huis.
▪ In gebruik nemen: Als het huis af is mag jij in het huis wonen.
▪ Evalueren: Jij mag één jaar lang alle gebreken (klein en groot) aangeven. De
aannemer maakt deze op zijn kosten.
2. DE VERSCHILLENDE WOONVORMEN EN WOONEVOLUTIES OVER
VERSCHILLENDE PERIODES DUIDEN EN VERSCHILLEN EN
OVEREENKOMSTEN AANGEVEN.
3. VAN EEN WONING KUNNEN AANGEVEN OF HET OM TRADITIONEEL OF
MODERN WONEN GAAT EN UITLEGGEN WAAROM
Traditioneel wonen:
▪ Leven in geborgenheid
▪ Duidelijk begrensde ruimte opvatting
▪ Stedenbouwkundig = korte termijnvisie
▪ Alles door elkaar (winkels, fabrieken, bedrijven, scholen ...)
Modern wonen:
▪ Berekend wonen, drang naar verandering
▪ Abstracte vormen, licht open, praktisch, sober
▪ Volumes kunnen ‘zweven” boven de grond
▪ Stedenbouwkundig = functies worden verzelfstandigd in
aparte zones
▪ Functionele sfeerverlichting
▪ Audiovisuele inrichting
2
,4. AANGEVEN HOE ENERGIEVERBRUIK EN NIEUWE MATERIALEN EEN INVLOED
HEBBEN OP WONEN.
▪ Onze huizen zijn energiezuiniger
▪ Meer isolatie dubbel/driedubbel glas, dak, muur
▪ Bouwblokken worden ook gelijmd
▪ Prefabricatie: voor de bouw maken
▪ Isolatiepremies
▪ Zonnepanelen
▪ Autodelen/LETS
5. UITLEGGEN IN EIGEN WOORDEN WAT RUIMTELIJKE ORDENING IS,
EVOLUTIE DUIDEN, TERM SUBURBANISATIE DUIDEN.
▪ Ruimtelijke ordening: Is het proces waarbij met een groot aantal spelregels de
leefruimte planmatig wordt benut en ingericht. Daarbij wordt rekening
gehouden met individuele en gemeenschappelijke belangen. Het zo goed
mogelijk aan elkaar aanpassen van samenleving en ruimte.
▪ Evolutie: is een geleidelijke vorming of omvorming die zich in de loop van de
jaren afspeelt.
▪ Suburbanisatie: Vanuit de stad naar het omringende platteland trekken
(wordt ook stad) <> surbanisatie
6. RSV, PRS, GRS, GEWESTPLANNEN KUNNEN HERKENNEN EN BENOEMEN
Zie andere samenvatting
7. DE VENTILATIESYSTEMEN A, B, C EN D HERKENNEN EN TOELICHTEN
(BROCHURE “HOE UW WONING GOED ISOLEREN EN VENTILEREN P.30-
P.31), (ARTIKEL ‘RADONGAS SLUIPT WONING BINNEN EN KAN LEIDEN TOT
LONGKANKER’, DE STANDAARD VR. 17 OKT. 2014, PAGINA 11)
Zie andere samenvatting
8. DE VERSCHILLENDE TEKENINGEN OP EEN BOUWPLAN BENOEMEN.
Zie andere samenvatting
9. DE VERSCHILLENDE BELEIDSNIVEAUS DUIDEN WAAROP RUIMTELIJKE
STRUCTUURPLANNEN WORDEN UITGEWERKT.
▪ Een wet wordt op federaal niveau aangenomen door het federaal parlement
en bekrachtigd en afgekondigd door de Koning.
▪ Een decreet wordt uitgevaardigd door het Vlaams parlement en door haar
regering bekrachtigd en afgekondigd.
▪ Een verordening is een door een overheid vastgesteld algemeen bindend
voorschrift of geheel van bepalingen. (Steden en gemeenten)
3
,10. BEGRIPPEN KI, LETS, RSV, PRS, GRS, COMFORTTEMPERATUUR, K-PEIL, E-
PEIL, U-WAARDE, LAMBDA-WAARDE, BEN, LEW, PH, TOELICHTEN EN
DUIDEN. (ZIE OOK DOSSIER “ISOLATIEBEGRIPPEN)
▪ KI = Kadastraal inkomen Belasting die je moet betalen indien je eigenaar
bent van een woning. Het is een soort fictieve huurprijs.
▪ LETS = Lokale Ruileconomie Een ruilkring of lokale ruileconomie is een
economie die is gebaseerd op directe of indirecte ruilhandel. In een ruilkring
ruilen de deelnemers goederen en diensten met elkaar, zonder dat daar geld
voor wordt betaald. Daarmee krijgen oude spullen vaak een nieuw leven.
▪ RSV = Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
▪ PRS = Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan
▪ GRS = Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan
▪ Comforttemperatuur = het gemiddelde van de luchttemperatuur en de
stralingstemperatuur van wanden, ramen, vloeren, kortom: van alles rondom
je. Mensen denken soms dat enkel de binnenlucht verwarmd moet worden.
▪ K-peil = Globaal isolatiepeil Wordt bepaald door de isolatie van de
verschillende bouwdelen (U-waarden) en de compactheid van de woning.
4
, ▪ E-peil = Energieprestatiepeil Hoe lager, hoe energiezuiniger. Hangt af van
warmteverliezen, zonnewinsten, soort ventilatiesysteem, rendement van
verwarmingsinstallatie…
▪ S-peil = Niet enkel isolatiepeil, maar ook luchtdichtheid, beschaduwing,
grootte, oriëntatie en het type beglazing, vermijden van oververhitting,
nuttige zonnewinsten en vormefficiëntie.
▪ EPC = Energieprestatiecertificaat Document dat aantoont hoe
energiezuinig een gebouw is, rekening houdend met de gebouwschil en de
installaties.
▪ R-waardes = warmteweerstandscoëffiiciënt van een materiaallaag Hoe
hoger R, hoe beter een materiaal isoleert.
▪ U-waardes = combineert verschillende R-waarden en bekijkt zo de isolatie van
een bepaalde constructiedeel Hoe lager de U-waarde, hoe beter een
bouwdeel geïsoleerd is.
▪ Lambda-waardes = (λ): de isolerende waarde van een materiaal Hoe
hoger de waarde is, hoe beter de warmte geleid wordt en dus hoe minder
goed het materiaal isoleert.
▪ BEN = bijna-energieneutrale woning zeer hoge energieprestatie geleverd
uit hernieuwbare bronnen.
▪ LEW = lage energiewoning globaal isolatiepeil van K30 of lager.
▪ PH = passief huis totale energievraag voor verwarming en koeling is niet
hoger dan 15kWh/m2 per jaar.
11. EEN RICHTPRIJS GEVEN VAN DE HUURPRIJS EN AANKOOPPRIJS VAN
APPARTEMENTEN EN WONINGEN IN OOST-VLAANDEREN (REGIO GENT EN
ZELZATE), EEN RICHTPRIJS GEVEN VAN DE AANKOOPPRIJS VAN
BOUWGROND IN OOST-VLAANDEREN (REGIO SINT-MARTENS-LATEM EN
ZULTE)
Gent Zelzate Sint-Martens- Zulte
Latem
Kopen app. 330 000 150 000
Huren app. 800 600
Kopen woning 400 000 350 000
Huren woning 1100 800
Kopen bouwgrond 400 000 270 000
5