Samenvatting van ''Psychiatrie - van diagnose tot behandeling'' (auteur: Ron van Deth).
Begrippenlijst Psychiatrie - Invloeden op de levensloop 2
Tout pour ce livre (48)
École, étude et sujet
Avans Hogeschool (Avans)
Social Work
Invloeden op de Levensloop 2 (WESWB2IL223)
Tous les documents sur ce sujet (13)
Vendeur
S'abonner
StudenteSocialWork
Aperçu du contenu
Hoofdstuk 1 Psychiatrie en maatschappij
1.1 Gek of ziek?
In de middeleeuwen werd opvallende gekte beschouwd als ‘straffe Gods’ of als teken van duivelse
‘bezetenheid’. Zulke mensen moesten boeten doen, in de gevangenis of op de brandstapel. Met de
toenemende invloed van geneeskunde, vanaf de 17e eeuw, sprak men van ‘krankzinnigheid’ en
‘geestesziekte’. De behandeling bestond vooral uit opsluiting in speciale gestichten, waar ze vaak
in mensonwaardige omstandigheden leefden. In de 19e eeuw verwierven de ‘zenuwziekten’ een
aparte plaats in de geneeskunde. Ze werden nu geordend volgens een eigen classificatiesysteem
en grotendeels gelijkgesteld met hersenziekten. De gestichten werden omgevormd tot
ziekenhuizen, waar de verzorging verbeterde maar de behandeling beperkt bleef.
Vanaf vorige eeuw, onder invloed van Freud en zijn psychoanalyse, werden psychische stoornissen
psychologisch verklaard en behandeld. De psychotherapie zou echter vooral van toepassing zijn op
de ‘lichtere’ stoornissen, de zogenaamde neurosen. De ‘zware’ psychiatrische patiënten verbleven
vaak levenslang in de kliniek. De ontdekking van belangrijke medicijnen tegen depressie, angst en
psychose zorgde in de jaren 60 voor een belangrijke verandering. Daarop volgde een periode van
felle kritiek vanuit de antipsychiatrie, een beweging die zich afzette tegen de medische psychiatrie.
Moderne psychiatrie : we moeten de mensen niet wegstoppen, maar beter maken.
De drie grote stromingen binnen de psychiatrie: de biologische, de psychotherapeutische en de
sociale richting.
Het begrip abnormaliteit slaat op elke afwijking ten opzichte van een norm. De beoordeling of
bepaald gedrag ‘normaal’ is, hangt af van verschillende kenmerken, tijd en plaats, waarden en
normen.
Drapetomanie: de ziekelijke neiging van slaven om weg te lopen.
Abnormaal gedrag is niet automatisch een stoornis. En niet elke stoornis heeft betrekking op een
psychische stoornis. Om te spreken van een psychische stoornis moet het gedrag een aantal
kenmerken vertonen:
- De stoornis moet ook bij andere personen als ‘storend’ zijn vastgesteld, en
- vanwege deze gelijkenis beschreven en geordend kunnen worden binnen het begrippenkader van
de psychiatrie.
Volgens deze laatste voorwaarde kan de conclusie ‘psychische stoornis’ niet door één beoordelaar
met zijn of haar persoonlijke normenstelsel worden getrokken. Andere deskundigen moeten tot
dezelfde conclusie komen. Dit noemt men het criterium van wetenschappelijke consensus. Indien
het gaat om een nieuwe stoornis, dan moet de vaststelling ook door collega-deskundigen mogelijk
zijn.
De biologische psychiatrie streeft ernaar om de organische bepaaldheid van psychische stoornissen
te achterhalen.
In dit boek wordt niet gesproken over psychische ziekten. In medische zin verwijst de term ziekte
namelijk naar een lichamelijke afwijking, aandoening of stoornis met een specifieke oorzaak, een
duidelijk verloop en aangepaste therapie. Uitgaande van deze definitie kan men in de psychiatrie
nauwelijks van ziekten spreken, met uitzondering van een beperkte groep stoornissen waarvan een
(neuro)biologische oorzaak bekend is (psychische stoornissen door misbruik van drugs en alcohol of
op grond van hersenaandoeningen).
Aan het begrip ziekte kan je ook een psychologische en sociologische inhoud geven. De beleving
van ziek-zijn: de subjectieve ervaring van onwel zijn, lijden of beperking in het lichamelijk,
psychisch, sociaal functioneren. De rol van ziek-zijn: enerzijds de behoefte aan erkenning als zieke
of patiënt en anderzijds de verwachting te zoeken naar herstel door raadpleging van een
deskundige.
Steeds vaker wordt benadrukt dat psychische problemen dimensionaal van aard zijn.
1.2 Wetenschap en praktijk
De term psychopathologie is moeilijk af te bakenen van het begrip psychiatrie. Psychopathologie is
de wetenschap of studie van het geestelijk of psychisch lijden. In de deskundige omgang met
mensen met psychische problemen speelt zowel algemene kennis als persoonlijk aanvoelen een
rol.
,Diagnose: beschrijving van karakteristieke eigenschappen, ongeacht de mogelijke verklaringen van
de stoornis.
Het medische model:
Verklaring: verkenning van factoren die de stoornis hebben veroorzaakt, uitgelokt, bevorderd of in
stand gehouden.
Prognose: een op onderzoek gebaseerde voorspelling van het mogelijke verloop van de stoornis,
enerzijds zonder therapeutische ingrijpen en anderzijds onder invloed van een behandeling.
Therapie: ontwerp en uitvoering van bepaalde interventies op grond van a, b en c met het doel de
stoornis te doen verdwijnen of minstens te verbeteren.
Preventie: ontwerp en uitvoering van een actieplan op grond van a, b, c en d, om stoornissen te
voorkomen, zo snel en effectief mogelijk te behandelen ter voorkoming van resttoestanden, of om
nadelige gevolgen te beperken.
1.3 Werkterreinen
De GGZ-voorzieningen kunnen in de volgende drie groepen worden onderscheiden:
- Ambulante of extramurale zorg
- Intramurale of klinische zorg
- Tussenvoorzieningen of vormen van semimurale zorg
- Overkoepelende GGZ-organisaties
De oude wet BOPZ Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen. Er gold een
gevaarcriterium: onvrijwillige opname was alleen mogelijk als er sprake was of kon zijn van gevaar
voor de cliënt zelf of zijn/haar omgeving. Dwangopname kon plaatsvinden via een rechterlijke
machtiging (RM). Bij spoedeisende gevallen werd een inbewaringstelling (IBS) gevraagd.
Er was veel kritiek op de BOPZ. Daarom is die vervangen door de Wet verplichte ggz. In deze wet
staat (ambulant) behandelen centraal en niet meer de gedwongen opname. De Wvggz
onderscheidt twee vormen:
- Voor mensen met een psychische stoornis die geen behandeling willen terwijl dat wel noodzakelijk
is, kan bij de rechter een zorgmachtiging worden aangevraagd.
- Mensen die acute verplichte zorg nodig hebben maar die zorg weigeren, kan de burgemeester
tijdelijk een crisismaatregel opleggen.
De Wet Zorg en Dwang regelt de gedwongen zorg bij mensen met een verstandelijke beperking en
een neurocognitieve stoornis.
TBS een andere groep die onvrijwillig kan worden opgenomen, zijn degenen die een ernstig
delict hebben begaan, maar daarvoor vanwege een psychische stoornis niet (volledig)
verantwoordelijk zijn. deze mensen zijn volgens de wet ontoerekeningsvatbaar. Om dit te bepalen
geeft de rechtbank opdracht tot een ‘gedragskundig onderzoek’ door een forensisch psychiater of
psycholoog. Soms wordt de verdachte daarvoor zes weken opgenomen in het Pieter Baan Centrum.
Op basis hiervan kan de rechter besluiten:
- Bij volledige ontoerekeningsvatbaarheid: terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging.
- Bij verminderde toerekeningsvatbaarheid tot tbs en gevangenisstraf. Dan dient de dader eerst 2/3
van zijn gevangenisstraf uit te zitten, om daarna het tbs-traject in te gaan.
TBS kan alleen worden opgelegd als er een risico bestaat op herhaling en de samenleving daardoor
gevaar loopt. Deze behandelmaatregel kan telkens met twee jaar door de rechter worden verlengd.
Het afnemende aantal tbs’ers bestaat vooral uit mannen met een persoonlijkheidsstoornis.
Onderdeel van de behandeling kan een delictpreventieplan zijn, waarin zij leren te signaleren
wanneer het mis zou kunnen lopen en wat zij dan het beste kunnen doen. Een verlofaanvraag
wordt getoetst door het Adviescollege Verloftoetsing TBS. Iemand die niet meer veilig kan
terugkeren naar de maatschappij komt uiteindelijk terecht op een langdurige forensisch-
psychiatrische zorgafdeling.
Zo’n uitgebreid netwerk aan voorzieningen kan snel onoverzichtelijk worden. Vandaar volgde er
een stelselwijziging volgens het principe van ‘stepped care’: eerst moet de lichtste effectieve
behandeling worden voorgesteld. Bij deze ingreep heeft de huisarts een belangrijkere rol gekregen.
- De basis-ggz
Hier werkt de huisarts bij lichtere psychische problematiek veelal samen met een
praktijkondersteuner huisarts GGZ. De huisarts blijft wel inhoudelijk verantwoordelijk voor de
behandeling.
- De generalistische basis-ggz
,Bij ernstiger problematiek of een stoornis volgens DSM-5 kan de huisarts de cliënt hiernaar direct
doorverwijzen.
- De specialistische ggz
De huisarts kan ook verwijzen naar deze sector, die is bedoeld voor cliënten met nog zwaardere,
complexe of acute psychische stoornissen.
- Hoog-specialistische ggz
Zo nodig kan de specialistische ggz een beroep doen op of verwijzen naar de hoog-specialistische
ggz voor zeer gespecialiseerde behandeling van specifieke problematiek.
In de laatste drie sectoren wordt de behandeling gecoördineerd door een regiebehandelaar. Voor
alle betrokkenen is deze persoon het centrale aanspreekpunt.
Er wordt steeds vaker beroep gedaan op ervaringsdeskundigen. Een zorgstandaard beschrijft
vanuit het perspectief van cliënten en hun directe omgeving per stoornis wat onder goede zorg
wordt verstaan. In de Nederlandse GGZ zijn allerlei organisaties voor cliënten en hun naasten
actief:
- LOC Zeggenschap in zorg: een landelijke cliëntenorganisatie in zorg en welzijn, waaronder de ggz.
- Mind Landelijk Platform Psychische Gezondheid: koepel van, voor en door cliënten- en
familieorganisaties in de ggz.
- Labyrint In Perspectief: vereniging die ondersteuning biedt aan familieleden van en andere
directbetrokkenen bij cliënten met psychische problematiek.
Matched care de begeleiding wordt afgestemd op de ernst van de problematiek.
Stepped care eerst de lichtste effectieve behandeling voorstellen en als dat onvoldoende helpt,
een zwaardere behandeloptie.
Hoofdstuk 2 Diagnose
2.1 Classificatie: van symptoom tot syndroom
Elke wetenschap steunt op een classificatie of systematische ordening van de verworven kennis.
Dat komt voort uit de noodzaak om vaststellingen of bevindingen nauwkeurig te omschrijven en
een plaats te geven in het geheel van reeds bekende verschijnselen of kenmerken. In de
psychiatrie betekent dit vooral het classificeren (naam geven en ordenen) van stoornissen.
We zagen hiervoor dat de psychiatrie in haar werkwijze het medische model volgt. Dit geldt ook
voor de classificatie van stoornissen. De psychische stoornissen worden geordend als syndromen.
Een syndroom is een groep of samenhangend geheel van symptomen in puur beschrijvende zin.
Deze groepering of samenhang stellen we alleen vast, zonder er een verklaring voor te geven. Een
symptoom betekent in de geneeskunde een teken van ziekte. In de psychiatrie noemen we iets een
symptoom als het verondersteld wordt een uiting, signaal of kenmerk van een psychische stoornis
of syndroom te zijn. Vaak wordt er een onderscheid gemaakt tussen hoofdsymptomen, die met
grote waarschijnlijkheid verwijzen naar een specifieke stoornis, en bijsymptomen, die het beeld van
de stoornis volledig maken, maar bijkomstig zijn.
De ordening van psychische stoornissen als syndromen berust op een categoriale classificatie: ze
worden onderverdeeld in duidelijk afgebakende klassen of categorieën op grond van een aantal
kenmerken die aanwezig moeten zijn om van een dergelijke stoornis of syndroom te mogen
spreken. In de praktijk blijken psychische stoornissen niet zo makkelijk te ordenen zijn. In de
geneeskunde betekent diagnose de nauwkeurige vaststelling, onderscheiding en omschrijving van
stoornissen. Diagnostiek is dan de werkwijze om tot een diagnose te komen. Een van de middelen
hiertoe is een classificatiesysteem (zoals DSM-5). Zo’n systeem is te vergelijken met een atlas, die
als gids of leidraad dient om een onbekend terrein overzichtelijk of toegankelijk te maken.
De overheid wilt meer marktwerking in de zorg. Om die reden werden dbc’s ingevoerd: de Diagnose
Behandeling Combinaties. Een dbc beschrijft iedere stap in de behandeling van een bepaalde
stoornis
Zorgclusters elk van de 21 zorgclusters beschrijft een zorgaanvraag met dezelfde kenmerken en
onder meer een geschatte behandelduur en evaluatieafspraken. De zorgclusters zijn ondergebracht
in drie superclusters:
- Zorgvraag zonder verontrustende psychotische symptomen of wanen
- Zorgvraag met verontrustende psychotische symptomen of wanen
- Zorgvraag rondom neurocognitieve problematiek
, Aan de hand van een specifieke vragenlijst onderzoekt de regiebehandelaar welke zorgcluster het
beste bij de zorgvraag van de cliënt past.
2.2 Indeling volgens de DSM-5 en kritiek
Er hebben grote verschillen plaatsgevonden in de diagnostische omschrijvingen van de afgelopen
eeuwen. Er was duidelijk behoefte aan een duidelijk diagnostisch systeem.
Met dit doel voor ogen ontwikkelde de vereniging van Amerikaanse psychiaters ene handleiding. Dit
werd de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM). Deze is intussen aan haar
vijfde editie toe, vandaar DSM-5. In de DSM-5 zijn drie leidende principes te onderscheiden:
- Ontwikkelingsperspectief
Allereerst is gekozen voor een indeling op basis van een ontwikkelingsperspectief: naarmate een
stoornis vroeger in de levensloop kan optreden, staat deze meer vooraan, zowel bij de indeling als
bij de ordening van de hoofdgroepen. Vandaar dat in de DSM-5 de neurobiologische
ontwikkelingsstoornissen op de eerste plaats staan: deze stoornissen worden vaak blootgesteld in
de kindertijd. De neurocognitieve stoornissen staan achteraan in de rij, omdat ze vooral op latere
leeftijden optreden. Binnen elke hoofdgroep is de volgorde van diagnosen eveneens bepaald door
de leeftijd waarop de stoornis het vaakst voorkomt.
- Mate van verwantschap
Op de tweede plaats is de volgorde van de hoofdindeling gebaseerd op de mate van verwantschap:
met name gelijkenissen tussen symptomen en de aanleg of kwetsbaarheid voor het ontwikkelen
van de stoornis.
- Graad van ernst
Het doel hiervan is meer dimensionale beschrijvingen, maar het blijkt zeer lastig om de
betrouwbaarheid te waarborgen.
DSM-5 is een classificatiesysteem dat oorspronkelijk bedoeld was om wetenschappelijk onderzoek
en communicatie te vergemakkelijken. Het systeem werd echter ook de basis van veel richtlijnen
en behandelprogramma’s en de bekostiging van de zorg. Er is veel kritiek hierop.
2.3 Systematische diagnostiek
Diagnostiek verloopt bij voorkeur systematisch met behulp van het diagnostisch interview en is
afgestemd op de individuele cliënt. Hierin worden allereerst gegevens over het leven van de cliënt
verzameld (anamnese), veelal aangevuld met informatie van directe omgeving (heteroanamnese).
Daarnaast is de interviewer gespitst op een beoordeling van de psychische toestand van de cliënt.
Om deze informatie volledig te maken, is vaak een lichamelijk onderzoek noodzakelijk en kan ook
gebruik worden gemaakt van psychodiagnostische tests.
Biografische anamnese informatie over psychische stoornis of problematiek en
levensgeschiedenis.
Sociale anamnese informatie over het sociale netwerk.
Familieanamnese bijzondere medische en psychosociale problemen of stoornissen bij directe
familieleden
In de psychiatrie zijn drie soorten onderzoeksmethoden: interview, lichamelijk en
psychodiagnostisch onderzoek.
Diagnostisch interview
Op basis van cliëntgerichte communicatie proberen zorgverleners zo veel mogelijk het perspectief
van cliënten te achterhalen, overeenstemming te bereiken over de werkwijze en de regie en
verantwoordelijkheid te delen met cliënten.
Twee kernbehoeftes van cliënten:
- De cognitieve behoefte om te weten wat er aan de hand is en wat eraan gedaan kan worden.
- De affectieve behoefte om zich gesteund, gekend en begrepen te voelen.
Lichamelijk en psychodiagnostisch onderzoek
Neurofysiologisch onderzoek testen van functie en activiteit van hersendelen.
Specifiek psychologisch of psychodiagnostisch onderzoek gebruik van psychodiagnostische tests,
vragenlijsten en beoordelingsschalen.
Neuro morfologisch onderzoek: onderzoek bouw en structuur van de hersenen.
Neurobiochemisch onderzoek: studie van chemische processen in de hersenen.
Beoordelingsschalen: instrumenten waarbij bepaalde aspecten van een persoon op een
gestandaardiseerde wijze worden beoordeeld met behulp van een puntensysteem of scoring,
waardoor het resultaat in de vorm van een cijfer wordt uitgedrukt.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur StudenteSocialWork. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.