Basisstof 1
Organismen: levende wezens (planten, dieren, schimmels en bacteriën)
- alle levende organismen tonen levensverschijnselen
Stofwisseling: alle chemische reacties in een organisme (enzymen erg belangrijk
hiervoor)
Katalyseren: als enzymen de chemische reacties van stofwisselingsprocessen
versnellen
Levend: organismen die levensverschijnselen vertonen
Dood: tonen geen levensverschijnselen meer
Levenloos: nooit levensverschijnselen getoond
Levensloop: begint bij het ontstaan van het organisme en eindigt bij het overlijden
van het individu (1 dier)
Levenscyclus: het voortbestaan van een soort door middel van een cirkel (1 soort)
Soort: Je behoort tot dezelfde soort als individuen vruchtbare nakomelingen kunnen
voortbrengen
- Biologie is een van de natuurwetenschappen
Emergente eigenschappen: De eigenschappen die ontstaan op ieder hoger niveau
dan het vorige
- Er ontstaat interactie tussen 2 onderdelen (bijv. moleculen) van dezelfde soort,
waardoor er een nieuwe eigenschap ontstaat op een hoger niveau (cel)
, Basisstof 2
Orgaanstelsel: bestaat uit een aantal organen dat samen een bepaalde functie
uitoefent (verteringsstelsel, ademhalingsstelsel, bloedvatenstelsel)
Weefsel: een groep cellen met dezelfde vorm en functie
4 soorten weefsels:
1. Dekweefsel: bekleedt en beschermt inwendige en uitwendige
lichaamsoppervlakten
2. Zenuwweefsel: vind je in de organen van je zenuwstelsel (hersenen,
ruggenmerg, zenuwen)
3. Spierweefsel: bestaat uit langgerekte cellen die kunnen samentrekken
4. Bindweefsel: geeft steun en vorm aan het organisme en aan afzonderlijke
organen. Het verbindt de lichaamsdelen onderling en vult ruimten tussen
organen op.
Tussencelstof: als cellen niet direct tegen elkaar aanliggen zit er tussencelstof
tussen. Dit zorgt voor versteviging.
Kraakbeenweefsel
Hierin liggen groepjes van twee of drie cellen tegen elkaar en daartussen bevindt
zich de tussencelstof. Die bevat bij kraakbeen minder kalkzouten maar meer
collageenvezels. Dat zorgt ervoor dat het kraakbeen elastisch en buigzaam is.
dijbeenderen → Zo licht mogelijk omdat het beenweefsel uit beenbalkjes bestaat met
daartussen beenmerg. De beenbalkjes lopen in de richtingen waarin de grootste
krachten op het bot worden uitgeoefend. Hierdoor zo licht mogelijk maar toch stevig
Waterdieren → gestroomlijnd → zo kunnen ze zich snel voortbewegen
Basisstof 3
Organel: elk deel van een cel met een eigen functie
Celmembraan: de buitenste laag van een cel
Cytoplasma (celplasma): het inwendige van de cel
grondplasma: bestaat uit water en opgeloste stoffen
Celkern: ligt in het cytoplasma
Kernmembraan: de buitenste laag van de celkern
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emmavangog. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.