OG 6 Ondersteuning en onderwijs voor kinderen met een beperking
Leerdoelen
De algemene werking van thuisbegeleiding via de limburgse stichting autisme bespreken
Begeleiding aan huis
Opvoedingsondersteuning aan personen met ASS en hun netwerk in de natuurlijke woon- en
leefomgeving.
Ook voor bijkomende problematieken zoals AD(H)D, mentale retardatie,
gedragsmoeilijkheden, agressie, angsten en problemen die secundair zijn aan het autisme
zoals eetproblemen, zoeken van juiste dagbesteding, slaapmoeilijkheden, …
De thuisbegeleid(st)ers komen aan huis om te observeren, ondersteuning te bieden en/of te
overleggen met de omgeving van de persoon met ASS (opvang, school, werk, hobby’s, …).
Eventueel afspraken op verplaatsing mogelijk.
Ingaan op hulpvragen van de cliënt en zijn/haar netwerk
De thuisbegeleiding is vraaggericht en gaat dus in op de specifieke hulpvragen het gezin of de
cliënt en samen wordt een plan op maat uitgewerkt. Elke leeftijdscategorie en elk gezin of
cliënt vraagt zijn eigen aanpak. Een kant-en-klare aanpak van ASS voor iedereen bestaat
immers niet.
Regelmatig de specifieke zorgvragen en noden van elke cliënt in kaart brengen
richten op de persoon met ASS, zijn/haar directe leefomgeving (ouders, brussen, …) en
verdere netwerk (opvang, school, werk, hobby, …)
Verschillend in elke leeftijdfase
De eerste ontwikkelingsjaren zijn erg belangrijk en bepalend voor elk kind. Binnen de vroeg-
interventie richten we ons op de ondersteuning van ouders van jonge kinderen met (een
vermoeden van) ASS en hun omgeving. Er kan gewerkt worden vanuit verschillende
hulpvragen:
o Stilstaan bij de emotionele verwerking van de diagnose(s)
o In kaart brengen van de noden van de verschillende gezinsleden
o Vergroten van kennis en inzicht ASS bij ouders
o Stimuleren van een positieve opvoeding
o Opstellen van ontwikkelingsdoelen rond communicatie, slapen, eten, …
o Vergemakkelijken van overgangsmomenten tussen thuis - opvang - school -netwerk -
…
o Ondersteunen van transfer van aangeleerd gedrag
o Installeren van netwerkfiguren
o Afstemmen met gezinsleden, betrokken opvangfiguren en andere hulpverleners
o Doorverwijzen, indien andere gespecialiseerde hulp meer aangewezen of aanvullend
kan zijn
, Naarmate de leeftijd van de kinderen met ASS stijgt, veranderen de hulpvragen van de
gezinnen. Hoe ouder het kind, hoe meer het kind betrokken wordt in het begeleidingsproces.
Toch blijven ouders een erg belangrijke partner binnen de thuisbegeleiding. Bijkomende
hulpvragen van de cliënt en/of zijn netwerk kunnen zijn:
o Vergroten van inzicht ASS bij cliënt en zijn netwerk
o Bevorderen van zelfredzaamheid (hygiëne, voeding, huishoudelijke vaardigheden, …)
o Vormen van een realistisch zelfbeeld met eigen sterktes en uitdagingen
o Stimuleren van de zelfstandigheid
o Ondersteunen van vriendschappen, relaties en seksualiteit
o Zoeken van (aangepaste) vrijetijdsinvulling
o Opvolgen van welbevinden en beleving bij cliënt en zijn netwerk
o Ondersteunen van netwerk in omgang met cliënt (gedrag, grenzen stellen, …)
o Uitbreiden van netwerk
In de ondersteuning voor volwassenen richt de thuisbegeleid(st)er zich op de cliënt en
zijn/haar hulpvragen. Samen bekijken we hoe we het netwerk (partner, kinderen, ouders,
brussen, …) en de omgeving (werk, hobby, dagbesteding, …) in het begeleidingstraject
kunnen betrekken. Zowel cliënten die alleen wonen, samenwonen als cliënten die wonen
met ondersteuning kunnen door onze thuisbegeleidingsdienst begeleid worden. We kunnen
samenwerken rond volgende hulpvragen:
o Zoeken naar en ondersteunen van geschikte dagbesteding of geschikt werk
o Zicht krijgen op sterktes en noden op het vlak van wonen
o Bevorderen van de zelfstandigheid (huishouden, administratie, …)
o Stimuleren van (aangepaste) vrijetijdsbesteding
o Ondersteunen van relaties
o Uitbouwen van sociaal vangnet
o Afstemmen met netwerk en andere betrokken hulpverleners
De verschillende onderwijsmogelijkheden voor kinderen met een verhoogde zorg
Doel en de grote lijnen van het M-decreet
Geeft aan hoe Vlaamse scholen moeten omgaan met leerlingen die de lessen in een gewone
school niet kunnen volgen
Inclusief onderwijs is eerste optie meer leerlingen in het gewone onderwijs, minder
leerlingen in het buitengewoon onderwijs
School werkt samen met ouders en CLB voor aanpassingen en maatregelen die nodig zijn
voor een leerlinge met een specifieke zorgbehoefte in een gewone school
Een leerling met specifieke onderwijsbehoeften heeft dus het recht om in te schrijven in
een gewone school. De leerling kan er:
o Het gemeenschappelijk curriculum volgen (als hij voldoet aan de
toelatingsvoorwaarden voor het gewoon onderwijs en een gemotiveerd verslag
heeft)
o Een individueel aangepast curriculum volgen (als hij een verslag voor toegang tot
het buitengewoon onderwijs heeft)